Bepaal ontwikkelfase
Met deze tool kan, voor kinderen tussen de 8 en 17 jaar, op een eenvoudige manier worden berekend wanneer een kind zijn of haar maximale groeisnelheid bereikt en in welke ontwikkelfase een kind zich bevindt. Lees meer over talentontwikkeling en de verschillende fases van ontwikkeling in het boekje Talentontwikkeling doe je samen.
Voorheen werden de richtlijnen hoe en hoeveel een jonge sporter zou moeten trainen gebaseerd op de kalenderleeftijd. De kalenderleeftijd blijkt echter geen goede manier te zijn om te bepalen welke training het meest geschikt is voor een kind. Kinderen ontwikkelen zich namelijk met verschillende snelheden. Het is daarom beter om naar de biologische leeftijd, oftewel de groeiontwikkeling, te kijken. Een belangrijk ijkpunt in de groeiontwikkeling is de groeispurt.
Je kunt bepalen of een kind bezig is met zijn groeispurt door de lengte van de romp te vergelijken met de lengte van de ledematen. Dit bepaalt tevens in welke ontwikkelfase een kind zit.
Vul het formulier hieronder in om de ontwikkelfases te bepalen

Individuele ontwikkelfases
- Het kind is een en oud;
- De berekende groeispurt duurt van tot ;
- De berekende maximale groeisnelheid wordt gehaald rond ;
Lees meer over de verschillende ontwikkelfases en trainingsleeftijd in het boekje Talentontwikkeling doe je samen.
Fase | Gemiddeld | Voor dit kind |
---|---|---|
Basisfase Voor de groeispurt: Spelend sporten |
jaar | jaar |
Opbouwfase 1 Tijdens de groeispurt: Wielrenner worden |
jaar | jaar |
Opbouwfase 2 Na de groeispurt: Wielrenner worden |
jaar | jaar |
Specialisatiefase Aansluiting bij de top |
jaar | jaar |
Prestatiefase Leveren van (top)prestaties |
jaar | jaar |
Let op!
Bovenstaande berekening is niet alles bepalend. Het blijft belangrijk om goed te kijken hoe een kind zich ontwikkelt. Het volgende lijstje is, naast de berekening hierboven, een leidraad voor ouders en de trainer/coach om te bepalen of een kind al in de groeispurt zit:
- Het kind heeft altijd honger;
- Alle broeken zijn plotseling te kort (de benen groeien sneller dan de romp);
- Het kind slaapt meer dan normaal;
- Het kind is onhandig en laat vaak dingen vallen;
- Het kind heeft last van jeugdpuistjes (treedt vaak op als de groeispurt een half jaar onderweg is);
- Het kind heeft een zwaardere stem gekregen (meer bij jongens dan meisjes, vaak eenhalf jaar nadat de groeispurt begonnen is).