Een groep jonge talenten uit de wielerdiscipline para-cycling kwam afgelopen weekeinde samen in de buurt van Barneveld voor een trainingsweekend. Dankzij financiële hulp van de Johan Cruyff Foundation is de KNWU sinds dit jaar in staat om meer ondersteuning te bieden aan de para-cycling talentengroep voor wie de stap naar de absolute top nog te groot is.
Terwijl de Nederlandse wereldtoppers in Pietermaritzburg arriveerden voor het wereldkampioenschap para-cycling, waren hun mogelijke opvolgers dichterbij huis aan het werk. Een groepsaccommodatie bij Barneveld was de uitvalsbasis voor een groep van circa tien jonge sporters. Onder hen de 22-jarige Rob van der Linden uit het Brabantse Mierlo.
“Ik fiets nog maar een half jaar. Ben op een talentscoutingdag enthousiast gemaakt voor de para-cycling-categorie en wordt met trainingen begeleid om beter te worden. Maar wedstrijden rijd ik nog niet. Ik moet nog gekeurd worden om ergens in de categorieën van C1 tot C5 ingedeeld te worden op basis van mijn lichamelijke beperking.” aldus Rob van der Linden.
Volgens Albert Smit – die sinds dit jaar Eelke van der Wal ondersteund met deze groep talenten – past Van der Linden heel goed in het plaatje van dit nieuwe project, wat mogelijk is gemaakt door de Johan Cruyff Foundation.
“We ontdekken jaarlijks nieuwe talenten, waarvan we denken dat ze mogelijk uit kunnen groeien tot wereldtoppers. Maar de lat in Nederland ligt heel hoog, we hebben een hele succesvolle lichting paracyclists. Daar meng je jezelf niet zomaar even tussen als nieuw talent. Om te zorgen dat deze groep niet tussen wal en schip valt, zorgen we voor een intensieve begeleiding waardoor deze groep zich kan ontwikkelen. We houden trainingsdagen, stellen trainingsschema’s op, ondersteunen in de kosten van het afreizen naar wedstrijden en houden dit soort bijeenkomsten. Hierdoor krijgt talent de mogelijkheid zich goed te ontwikkelen, maar krijgt men daar wel een langere periode de tijd voor. Op die manier hopen we in Tokio 2020 of de Paralympics in Parijs van 2024 te kunnen beschikken over nieuw talent om onze ambities in para-cycling ook in de toekomst waar te kunnen maken.”
Nuttig trainingsweekeinde
De para-cyclists zijn net terug van een trainingssessie in verschillende groepen. Smit eet een broodje in de zon, terwijl zijn renners één voor één een bordje pasta uit de keuken halen. Samen met zijn collega-trainers Martin Boomkamp en Gijs van Butselaar staat Smit op het punt de bijeenkomst af te sluiten. Onder zijn talenten is er veel enthousiasme over de geboden stof.
"Men is enthousiast en leergierig. En je kunt heel veel in de praktijk bijsturen.”
“Je kunt hier net even wat meer tijd steken in voorlichting over voeding, materiaal én training en een aantal trainingszaken in praktijk brengen. Zaterdag hebben we een aantal korte intensieve trainingen gedaan en op zondag stond juist een lange duurtraining op het programma. Je voelt dat het heel nuttig is om deze groep dergelijke trainingsweekeinden aan te bieden. Men is enthousiast en leergierig. En je kunt heel veel in de praktijk bijsturen.”
“Ik heb in de training vandaag regelmatig te horen gekregen dat ik op mijn positie moest letten, in het begin wist ik niet eens hoe ik mijn schoen in het pedaal moest klikken. Als je nog maar net fietst, heb je eigenlijk nog veel te leren. En zoveel als we nu getraind hebben, daar kom ik anders niet aan toe in een weekend. Wat dat betreft heb ik op veel terreinen weer een stap gezet. Ik ben heel benieuwd waar het me ooit brengt, ik ben wel heel gemotiveerd om te ontdekken waar ik toe in staat ben.” verteld Rob.
“Dat is nu juist ook één van de bedoelingen van dit project"
“Dat is nu juist ook één van de bedoelingen van dit project" verteld Albert Smit. "Er zijn natuurlijk altijd sporters die afvallen, omdat hun talent wat te rooskleurig was ingeschat. Of die niet de drive hebben om de top te bereiken. Maar we gaan ervan uit dat we met deze extra steun van de Cruyff Foundation een flink aantal sporters opleiden die in de toekomst kunnen gaan oogsten.”