Wat is de zin van mijn grenzeloze ambitie? Ik vraag het me af. Ik zit nu in Spanje en ben in deze wintermaanden slechts een paar weken thuis. De opdracht: keihard trainen en mezelf pushen naar het verleggen van mijn vermogen. De praktijk vraagt veel van mij en mijn privéomgeving.
Bij mijn zoveelste intervalblok vandaag ging ik zo diep dat ik bijna moest overgeven. Ik hoorde mezelf zeggen: ‘Waarom doe ik dit?’ Volgens René Gudde, Denker des Vaderlands, moeten wij streven naar het optimaal haalbare in het leven. Ik heb het hoogst haalbare al behaald binnen mijn sport. Waarom dit nog eens ambiëren en er nog harder voor werken? In mijn ogen lijk ik wel een idioot.
De motor
Het behalen van goud in Rio was een ritueel moment. Het streven naar ons tweede goud in Tokyo is deels de motor waarom ik elke dag op mijn fiets stap. Ik zeg ‘deels’ omdat het wel of niet behalen van mijn doel als sporter relatief is. Het is tijdsgebonden. Het verleden, met daarin mijn resultaten, vervaagt. De cirkel van nieuwe doelen stellen en
daar jaren voor werken lijkt oneindig. Er is altijd weer iets nieuws om na te streven, ook na mijn carrière. Ik zie een andere drijfveer die niet per definitie sportgericht is.
Trots
Terugkomend op René Gudde, hij zei: ‘trots levert een stralend, genereus en joviaal zelfbeeld’. Mijn vertaling hiervan zit hem in deze vraag: ‘hoe kan ik beter worden?’. Ik wil mezelf telkens opnieuw uitvinden om zo mijn mogelijkheden op te rekken. Mijn sport is een middel om het uiterste uit mij te halen, als sporter maar ook als mens. Het is mijn manier om de beste versie van mezelf neer te zetten in het leven. Opeens lijk ik geen idioot meer. Mezelf elke dag pushen, zoveel dagen van huis. Het heeft zin!
Vincent ter Schure (37) is een paralympisch wielrenner die lijdt aan de progressieve oogziekte RP (kokervisie). In Rio won hij met Timo Fransen op de tandem goud in de wegwedstrijd en zilver op de tijdrit en de achtervolging.