Mark Cavendish traint niet alleen fysiek, maar ook mentaal door het oplossen van puzzels. Zijn iPad staat er vol mee, bekende hij in The Telegraph. En Tom Boonen stopte tijdens een duurrit wel eens bij een bakkertje om vervolgens een vet worstenbroodje te bestellen, verklapte trainingsmaat Maarten Wynants eens in Het Nieuwsblad. In de rubriek ‘Trainen met’ vragen wij naar de arbeid van onze Nederlandse renners. In dit nummer veldrijdster Ceylin del Carmen Alvarado (20).
Alvarado een trainingsbeest? De 20-jarige Rotterdamse met Dominicaanse roots kan een lach niet onderdrukken bij het horen van de vraag. "Nou, dat valt wel mee, geloof ik.” Een understatement, blijkt later als ze zegt dat ze ‘totaal geen trainingsbeest is’. Lange duurtrainingen vindt ze ‘geen bal aan’. Net als op de weg rijden. “Saai, lang en altijd hetzelfde verhaal”, volgens Alvarado. Daarom is ze ook veldrijdster geworden. Als categorie 5-renster maakt ze voor het eerst kennis met het rijden over onverharde ondergrond. Ze wil in de winter haar conditie op peil houden. Haar vader vraagt aan renners, ploegleiders en trainers wat haar dochter kan doen. Veldrijden, krijgt hij te horen.
Haar eerste veldritwedstrijd in Rijswijk - een moddercross - doet vermoeden dat Alvarado weinig talent heeft. “Ik denk dat ik in iedere bocht viel. Het was verschrikkelijk.” Later dat jaar wordt ze derde op het NK. “Ik was jong, maar had toen al een topsportmentaliteit. Ik wil nooit de slechtste ergens in zijn. Dus ben ik veel gaan oefenen en het ging steeds beter.” Inmiddels is de Corendon-renster een van Nederlands beste veldrijdsters, getuige haar zilveren plak op het WK voor beloften.
"Modderrondjes en ijs vind ik helemaal geweldig"
Balken springen
Haar sterke punten? “Ik heb een goede techniek. Modderrondjes en ijs vind ik helemaal geweldig.” Springen over balken kan daarentegen beter, vindt Alvarado. “Dat staat op mijn to-do-lijstje.” Toeval wil dat Alvarado sinds 1 januari 2018 in de ploeg van de twee beste balkenspringers zit: Mathieu van der Poel en Tom Meeusen. Een ‘balkenspringtraining’ heeft ze nog niet bij de heren gevraagd. “Ik denk ook niet dat ze weten dat ik dat graag wil leren. Je moet wel veel geduld hebben met iemand als ik die het totaal niet kan. Je moet durven over de balken te springen. Ik vind het al hoog als ik met mijn benen moet springen. Laat staan met een fiets.”
Wel vroeg ze deze zomer advies bij Ellen Noble, de Amerikaanse die wél over balken durft te springen. “Ik heb haar een berichtje gestuurd met de vraag of ze tips voor me had. Ze stuurde me een column waarin ze de techniek uitlegde.” Niet dat ze tegenwoordig wel over balken springt. “Ik laat het dit jaar voor wat het is. Ze blijven dit jaar op 40 centimeter, las ik. Vorig jaar waren ze af en toe op 20-25 centimeter hoogte. Maar dat is huiswerk voor als het seizoen voorbij is.”
"40 centimeter-balken durf ik echt nog niet"
Terugkijken
Iedere maandag na de cross heeft Alvarado ook huiswerk: de cross terugkijken. “Ik kijk van start tot finish terug, zowel de mannen als de vrouwen. Tegenwoordig dig rijd ik in beeld, dus dan kan ik zien wat ik goed en fout doe.” Ook kijkt ze naar anderen. “Zij doen soms dingen anders als dat ik het doe. Ik kijk wat ze doen, hoe ze dat doen en vraag me dan af of het voordeel heeft. Bijvoorbeeld het afstappen. Je kunt het lomp doen, maar ook op de juiste manier zodat je je snelheid meeneemt.” Deze winter hoopt Alvarado het zilver van haar laatste WK in te ruilen voor goud. “Op mijn wish- en to-do-list staat het EK (4 november, Rosmalen) en WK (3 februari in Bogense, Denemarken). Daar wil ik de truien ophalen.”