Enzo Leijnse is pas zeventien jaar oud, maar reed in 2018 al bijna 20.000 kilometer op zijn fiets. Ook dit jaar staat de teller midden juli al op een kleine 13.000 kilometer. De vele arbeid heeft hem voor volgend seizoen een plekje in het opleidingsteam van Team Sunweb bezorgd. ''Ik hoop uiteindelijk uit te groeien tot een specialist in de meerdaagse koersen.''
Zijn prestaties in 2018 zijn voor Team Sunweb de bevestiging geweest van het talent dat in het lichaam en hoofd van Leijnse schuilt. De Noord-Hollander wint vorig jaar onder meer de hoog aangeschreven Zwitserse juniorenkoers Grand Prix Rüebliland en rijdt naar een podiumplaats op het nationaal kampioenschap tijdrijden voor junioren. ''Vervolgens werd ik in december gevraagd of ik een aantal dagen wilde meelopen met het opleidingsteam van Team Sunweb'', vertelt Leijnse over zijn transfer. ''Op die stage hebben ze gekeken of ik in de ploeg zou passen. Dat was het geval en ik wilde zelf ook heel graag naar Team Sunweb. Daarna is het dan ook snel in orde gemaakt.''
Gevraagd naar de plannen van de ploeg heeft de wielrenner even geen antwoord paraat. ''Er is namelijk nog geen uitgebreid plan opgesteld, want ik wil eerst dit seizoen zo goed mogelijk afsluiten. Ik word gewoon opgenomen in het programma van het opleidingsteam en op die manier hoop ik me verder te ontwikkelen. Uiteindelijk is het mijn doel om een meerdaagse specialist te worden. Dat ben ik op dit moment op juniorenniveau, maar hoe zich dat op een hoger niveau ontwikkelt, blijft afwachten. Ik ga redelijk goed omhoog en heb een sterke tijdrit. Die meerdaagse koersen zouden me dus goed moeten liggen.''
Tom Dumoulin
Leijnse begint met wielrennen in categorie 1. Hoewel hij de eerste twee jaar amper koersen rijdt, wordt hij snel gegrepen door het wielervirus. ''Ik heb daarnaast ook aan zwemmen, schaatsen en judo gedaan. In de winter schaats is nog steeds minstens één keer in de week, zodat ik het een beetje bijhoud. Eerst deed ik meer aan schaatsen dan aan wielrennen, maar rond mijn vijftiende moest ik van de schaatsselectie waar ik deel van uitmaakte een keuze maken. Of helemaal voor het schaatsen gaan en niet meer zoveel wedstrijden op de fiets rijden of andersom. Ik heb voor het wielrennen gekozen.''
''Ik probeer te variëren qua routes, zodat het wel leuk blijft.''
Sowieso komt Leijnse uit een echte wielerfamilie. Zijn opa heeft veel gefietst en vader koerst nog steeds. Daardoor krijgt Enzo de liefde voor de tweewieler al op jonge leeftijd mee. ''Mijn vader is ook jeugdtrainer bij de club waar ik voor rijd: WTC De Amstel. Ik fiets zelf veel en bovendien volg ik het profwielrennen op de voet. Ik zie bijna alle koersen en ook op sociale media houd ik in de gaten wat er gebeurt in de wielerwereld. Net zoals de helft van Nederland ben ik een fan van Tom Dumoulin. Een Nederlander, maar ook een mooie wielrenner om te zien.''
Het is de droom van Leijnse om ooit hetzelfde niveau aan te tikken als de Limburger van wereldklasse. Talent moet in dat geval samengaan met het hoofd. Op trainingen, waar niemand meekijkt, moet de basis worden gelegd. Daar heeft Leijnse desondanks weinig moeite mee. Zijn cijfers: midden mei zit Leijnse al op bijna negenduizend kilometer. Als hij op dezelfde voet verder gaat, overtreft de kilometervreter zijn afstand van vorig jaar: bijna twintigduizend kilometer. ''Ik denk dat ik gemiddeld wel meer doe dan andere renners van mijn leeftijd, maar er zullen ook junioren zijn die nog meer arbeid verrichten. Het is volgens mij niet extreem wat ik doe. Wat me drijft? Ten eerste vind ik het gewoon heel leuk om te fietsen, want anders zou ik het niet zoveel doen. En ten tweede heb ik de drang alsmaar beter te worden in de sport.''
Kopje van Bloemendaal
Om zich optimaal te ontwikkelen heeft Leijnse een trainer in de hand genomen, die op maat gemaakte trainingsschema’s levert. Heel streng en strak is het nog niet volgens Leijnse, want hij krijgt naar eigen zeggen de vrijheid om zijn eigen invulling aan trainingen te geven. ''Mijn trainer organiseert met de KNWU intervaltrainingen waar ik ook aan meedoe. Zo zijn we met elkaar in contact gekomen. Het verschilt per week hoe vaak ik op de fiets zit, maar in een trainingsperiode doe ik zeker zes trainingen per week en heb ik één rustdag. Ik heb mijn vaste routes, maar het is niet dat ik telkens hetzelfde rondje rijd. Ik probeer te variëren, zodat het wel leuk blijft. Vanuit Amstelveen kan ik alle kanten op. Ik ga weleens richting het Gooimeer, maar ik kan ook de duinen opzoeken en het Kopje van Bloemendaal meepikken.''
''Het is volgens mij niet extreem wat ik doe.''
Bij de nieuwelingen krijgt Leijnse door dat hij meer in zijn mars heeft dan andere renners van zijn generatie. ''Op hele jonge leeftijd heb je dat nog niet echt in de gaten, maar nu ik erop terugkijk: ik won al snel best veel, dus eigenlijk kon je toen al zeggen dat ik talent heb voor fietsen. Maar als eerstejaars nieuweling kreeg ik het pas echt door, want dan rijd je tegen jongens die ouder zijn. Als je dan nog kan winnen of in ieder geval mee kan met de besten, dan begin je wel door te krijgen dat je goed bent. Mijn hoogtepunt tot nu toe is het winnen van de GP Rüebliland. De komende tijd hoop ik vooral goed te presteren in de Tour de Pays de Vaud en op het NK tijdrijden. En dan wellicht nog het EK of WK.''
Hoewel Leijnse momenteel al meer dan genoeg kilometers maakt, wordt het na de zomer, als alles volgens plan verloopt, nog makkelijker voor hem. Dan hoopt hij zijn diploma namelijk binnen te hebben en zijn periode als middelbare scholier af te sluiten. ''Dan heb ik meer tijd, maar de combinatie school en wielrennen was eigenlijk nooit zo moeilijk. Ik zat op een normale school die altijd goed meewerkte als ik moest trainen of koersen. Ik twijfel momenteel nog of ik iets naast het wielrennen ga doen of dat ik een tussenjaar neem. Ik zal in ieder geval mijn kilometers blijven maken, zodat ik hopelijk goed voor de dag kom bij Team Sunweb.''