Met de reeks aan Inside-Out verhalen vertellen we graag wat we doen, waarom bepaalde beslissingen worden genomen en wat de overwegingen zijn. Een beslissing wordt namelijk nooit zomaar genomen. Vandaag: veiligheid in de wielersport
Het aantal verzekeringsclaims door licentiehouders en leden is de afgelopen jaren snel gestegen en daarbij ook de hoogte van de claims. Dit is vooral zorgelijk omdat het een signaal afgeeft dat er meer en zwaardere incidenten plaatsvinden in de wielersport. Een gevolg daarvan is ook, dat de verzekeringspremies stijgen en daarmee ook de licentiegelden.
‘’Bij het aflopen van de vorige verzekeringsperiode is het contract formeel opgezegd en werd ons duidelijk dat de premie bij een verlenging fors verhoogd zal worden’’
Gevreesd moet worden dat bij het doorzetten van de huidige lijn de wielersport onverzekerbaar wordt of alleen tegen bijzonder hoge premies. Het is om al die redenen zaak voor de KNWU (inclusief verenigingen/organisatoren en leden/licentiehouders) om te zorgen dat er minder ongevallen gebeuren. En wanneer die incidenten wel plaatsvinden, te zorgen voor een goede afhandeling door een verzekeraar. Dat vraagt van ons allen een grotere nadruk op veiligheid en ook kritischer kijken naar hoe ongevallen te voorkomen.
Duurdere verzekeringen
De KNWU is blij verzekeringen aan te kunnen bieden, maar Mirjam Tuithof merkte als medewerker juridische zaken van de KNWU de afgelopen jaren wel, dat het lastiger wordt verzekeraars aan de wielrenunie te binden. ‘’Er heeft met onze verzekeraar Interpolis een evaluatie plaatsgevonden. Bij het aflopen van de vorige verzekeringsperiode is het contract formeel opgezegd en werd ons duidelijk dat de premie bij een verlenging fors verhoogd zou worden. Bij andere marktpartijen was de premie nog veel hoger als gevolg van onze hoge schadecijfers. Uiteindelijk was het meest gunstige scenario om bij Interpolis – waar we ooit via onze voormalig hoofdsponsor Rabobank mee verbonden raakten - te verlengen met een verhoging van vijftig procent. Dat is fors, maar we zijn blij dat we onze licentiehouders en leden een nieuwe verzekering konden bieden. Wel roepen we iedereen op zo veilig mogelijk te organiseren en rond te fietsen, om het aantal claims niet verder te laten stijgen. Dat signaal moeten we met z’n allen nu wel gaan inzien, dat de nadruk nog meer op veiligheid moet liggen. Dat het aantal claims stijgt, betekent immers ook dat er meer ongelukken zijn en die willen we sowieso zoveel mogelijk vermijden. En dat ligt niet alleen aan de renners en de organisatoren, maar ook in de wereld waarin gekoerst en getraind wordt. Soms hebben mensen maling aan een verkeersregelaar en wordt het kort wachten niet meer gepikt, met alle gevolgen van dien.’’
Collectief verzekerd
Met het lidmaatschap van de KNWU zijn verenigingen, organisatoren en leden/licentiehouders collectief verzekerd. In het geval van incidenten op een wedstrijd of training zijn vooral de collectieve ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering van belang. Hiernaast is er ook een collectieve rechtsbijstandsverzekering afgesloten. Een trainingsongeval valt alleen onder de aansprakelijkheidsverzekering als het gaat om een rit met leden van een bij de KNWU aangesloten vereniging waar buiten jezelf minimaal vijf andere clubleden bij betrokken zijn. Als je alleen gaat fietsen, in een kleiner gezelschap of met een groep ongebonden fietsers, dan geldt de verzekering niet. Met name de aansprakelijkheidsverzekering kan forse claims opleveren bij blijvende invaliditeit van een wielersporter bijvoorbeeld. Bij de ongevallenverzekering (voor blijvend lichamelijk letsel of overlijden) is een maximaal schadebedrag vastgesteld.
‘’Met onverantwoord gedrag breng je anderen en jezelf ook echt in gevaar’’
Bakens verzetten
Henk van Beusekom merkt als manager wedstrijdsport ook dat de bakens nu echt verzet moeten worden in de wegwedstrijden. ‘’We willen verantwoord op de weg organiseren, zo veilig als we zelf in de hand hebben, maar je hebt wel met een schuivend proces te maken in wat er kan. ‘’Wat tien jaar geleden in de beveiliging van wedstrijden prima kon, lukt nu soms niet meer door meer druk op de openbare ruimte en het gedrag van andere weggebruikers. Dan kunnen we de schuld wel bij hen leggen, maar we moeten ons wel afvragen of het dan nog altijd wel verantwoord is om zo te organiseren. Honderd procent veilig is niets, maar we moeten wel verantwoord organiseren. Door daar als organisator over na te denken. Je ziet de mentaliteit veranderen, er wordt extremer gereageerd op een wegafsluiting, stoptekens worden soms genegeerd. Dan kun je het voor je gevoel nog voor honderd procent beveiligd hebben, maar is het effect toch anders. Soms is er wat verzet tegen het organiseren op een circuit, wat je echt honderd procent kunt afsluiten voor verkeer dat er niet hoort, ook omdat het verkeer normaliter geen gebruik maakt van zo’n ronde. Is dat net zo leuk als een stad-tot-stadwedstrijd? Daar kun je verschillend over denken. Maar als het de realiteit is dat we anders niet veilig kunnen organiseren voor onze licentiehouders, dan is dat toch de route waar we tegen 2030 heel goed op uit zouden komen. In ieder geval voor een aantal categorieën. We moeten kritischer worden op veiligheid. Niet alleen omdat we onze aansprakelijkheidsverzekering niet kwijt willen, maar ook omdat we de sport verantwoord willen bedrijven. Daar moet iedereen in de wielersport zelf ook nadrukkelijk zijn of haar verantwoordelijkheid in nemen. Via het gedrag in of rond een koers. Met onverantwoord gedrag breng je anderen en jezelf ook echt in gevaar. Eigen verantwoordelijkheid en veiligheid, dat moeten we ook nadrukkelijk zelf doen. Buiten kijf staat: een verzekering is zeer belangrijk. Als er dan toch iets mis gaat, dan is het wel zo mooi dat we dan met z’n allen hebben kunnen bijdragen om de zaak netjes af te handelen.’’