Inside-Out: Hoe komt de wereldbekerselectie in het veld tot stand?

Met de reeks aan Inside-Out verhalen vertellen we graag wat we doen, waarom bepaalde beslissingen worden genomen en wat de overwegingen zijn. Een beslissing wordt namelijk nooit zomaar genomen. Vandaag: de totstandkoming van de wereldbekerselecties veldrijden.

Elke week maakt bondscoach Gerben de Knegt zijn selecties voor de wereldbeker veldrijden bekend. Dat is bepaald geen vrije keuze van namen. De bonden zijn bij hun inschrijving aan regels gebonden. Een flink deel van de coureurs op dat wekelijks overzicht staat vast op basis van de regels die de internationale bond UCI hanteert. De Knegt kan de lijst beperkt aanvullen. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom de sterk teruggekeerde veldrijder Joris Nieuwenhuis komende zondag ontbreekt in Antwerpen. In dit artikel proberen we de wekelijkse puzzel van de coach te duiden.

‘’Ik denk dat iedereen wel snapt dat ik Mathieu van der Poel als potentiële winnaar niet aan de kant laat staan’’

Gerben de Knegt

Mannenselectie
Laten we ter verduidelijking beginnen met de mannenselectie van komend weekeinde. De UCI hanteert een staffel voor de inschrijving, waar de bonden rekening mee moeten houden bij hun inschrijving. De inschrijving voor het naderende weekeinde moet telkens op de maandag daarvoor vóór 12 uur gedaan worden. Omdat de nieuwe stand pas op dinsdag verschijnt, moet de coach altijd terugvallen op de stand van de vorige week. Het laatste weekend is dus nooit meegenomen in de keuze. Belangrijk om nog te weten is dat de bondscoach twee plekken voor beloften of junioren mag inruimen, voor zowel de mannen als de vrouwen. En is een wereldbeker in eigen land dan mogen er vier renners toegevoegd worden tot een maximum totaal aantal van twaalf renners.

Het gebruiken van de stand van de voorgaande week breekt in dit geval Joris Nieuwenhuis op. De Achterhoeker keerde weer fulltime terug in het veld, maar was nog niet doorgedrongen tot de top 50 op dinsdag 22 november, de lijst die De Knegt moet hanteren voor Antwerpen. Nieuwenhuis stond 52^e. Dat hij ondertussen wel bij de beste vijftig staat, doet daar niets aan af. Tot nog toe kreeg hij altijd een aanwijsplek van de KNWU, maar nu Mathieu van der Poel terugkeert (die ook niet in de top 50 stond) krijgt hij die ene vrij beschikbare startplek van De Knegt. Op die manier kan de viervoudig wereldkampioen punten scoren om straks als favoriet op het WK op de eerste startrij te staan. Een week na Antwerpen is Dublin voorzien, dan mogen ze in principe beiden weer rijden. Wie er op 22 november wel in de top 50 stonden? Dat zijn zeven renners namens ons land: Lars van der Haar (3), Pim Ronhaar (13), Ryan Kamp (21), Corné van Kessel (24), Stan Godrie (38) en Luke Verburg (43). De Knegt kan deze zeven dus opstellen en heeft nog ruimte voor één extra renner. Pim Ronhaar gaat niet van start, maar de bondscoach mag die plek niet aan een andere renner geven. Met de twee aanvulplekken voor beloften (Tibor del Grosso en David Haverdings) erbij, komt de selectie zo op negen renners. Die beloftenplekken zijn er overigens alleen als er geen aparte beloftenwedstrijd is.

‘’Zo probeer ik bij te dragen aan een zo gunstig mogelijke situatie voor het Nederlandse veldrijden, voor de korte en lange termijn’’

Gerben de Knegt

Vrouwenselectie
Bij de vrouwen zit het als volgt. Nederland heeft twaalf rensters in de top 50. Dan zijn de acht best geklasseerde Nederlandse vrouwen (die ook daadwerkelijk plek 1 tot en met 8 hebben in de UCI-stand!) toegelaten, te weten: Lucinda Brand (1), Fem van Empel (2), Denise Betsema (3), Puck Pieterse (4), Ceylin del Carmen Alvarado (5), Inge van der Heijden (6), Annemarie Worst (7) en Shirin van Anrooij (8). De Knegt mag dan normaal vier rensters toevoegen en nog twee beloften. Omdat Worst geblesseerd is, vervalt er weer één startplek, want zij mag net als Ronhaar niet vervangen worden, omdat ze bij de beste acht van haar land staat. De Knegt voegt Manon Bakker,Aniek van Alphen, Maud Kaptheijns en Iris Offerein toe, net als belofte Leonie Bentveld en juniore Lauren Molengraaf. En komt zo op dertien rensters.

De Knegt kan op zich best leven met dit systeem. ‘’Het is rechtvaardiger dan de vorige regeling, waarbij iedereen in de top 50 een startplek kon opeisen. Dat betekende dat er op een bepaalde dag bij de mannen 22 Belgen aan de start van een wereldbeker stonden. Zo houd je natuurlijk de dominantie van één land in stand, want je kunt in de wereldbeker veruit de meeste punten halen. Dit is een beter systeem en eerlijk gezegd is komend weekend de eerste keer dat het voor ons wat begint te wringen, omdat we Joris Nieuwenhuis er graag bij gehad hadden. Maar ik denk dat iedereen wel snapt dat ik Mathieu van der Poel als potentiële winnaar niet aan de kant laat staan. Vanaf volgende week staan ze allebei weer in de top 50. Maar dan rijdt Mathieu dus niet. Dan kan ik weer een andere renner een kans geven. Het is belangrijk om waar mogelijk renners startgelegenheid te geven in een wereldbeker. Afgezien van het feit dat ze dan het niveau van de best bezette wedstrijden kunnen mee maken, vooral omdat ze daar veel meer punten kunnen halen dan in een Superprestige- of X20-cross of welke andere internationale veldrit ook. Het vraagt veel reisuren en geld om te proberen via allerlei internationale crossen toch die punten te verdienen. En dan nog zul je zien dat iedereen in dat wereldbekercircuit met een bescheiden klassering nog ongeveer net zoveel punten kan halen. Voor renners die terug keren in competitie is het belangrijk om ze de kans te geven op te schuiven in de UCI-stand om zo een betere startplek te krijgen bij de volgende wedstrijden en uiteindelijk het WK in Hoogerheide. De beloftenplekken laat ik zoveel mogelijk rouleren om meer renners de kans te geven aan het niveau te proeven én die punten binnen te halen. Ik doe dat vooral aan het begin van het seizoen om zoveel mogelijk renners met ambitie kansen te geven. Op een gegeven moment – als we het WK gaan naderen - gaan uitslagen echter voor. Bij de beloften-mannen kies ik daarom nu voor de twee sterkst presterende U23-renners met Tibor del Grosso (die zestiende was bij de elite in de wereldbekercross van Hulst) en David Haverdings. Bij de vrouwen heb ik vorig jaar Fem van Empel en Puck Pieterse heel vaak de kans gegeven punten te scoren. Ondertussen hebben ze dat niet meer nodig, maar dat ze dit seizoen van meet af aan bij de voorsten mochten starten, heeft wel met die kansen van vorig jaar te maken. Zo probeer ik bij te dragen aan een zo gunstig mogelijke situatie voor het Nederlandse veldrijden, voor de korte en lange termijn.’’

Wist je dat...
...Gerben de Knegt elke week bij de bekendmaking van de selectie de direct geplaatsten op volgorde van hun stand in de UCI-ranglijst zet? Die selectielijst werd deze week dus aangevoerd door Lucinda Brand en Lars van der Haar en niet bijvoorbeeld door wereldbekerleidster Fem van Empel en veelwinnaar Mathieu van der Poel.