De Nederlandse wielersporters presteren al vele jaren uitmuntend op grote toernooien. De KNWU wil via haar aanbod aan opleidingen iedereen die met de wielersport te maken heeft zichzelf ook laten ontwikkelen. Of het nu bijvoorbeeld om soigneurs, ploegleiders, trainers of juryleden gaat, of één van de andere deelgebieden waar cursusaanbod voor is; Als het aan Roos te Pas van de wielerunie ligt blijft het kennisniveau hoog.
“We vinden het belangrijk dat iedereen zich kan blijven ontwikkelen, voor de sporters en iedereen die bij de sport betrokken is”
Te Pas ziet de opleidingen als een keurmerk binnen de wielersport. “Het hebben van een licentie is leuk, maar we vinden het belangrijker dat door middel van opleidingen en bijscholingen men zich blijft ontwikkelen. Zo heeft iedereen de basiskennis om op een verantwoorde manier met sporters om te gaan. Daarnaast is het volgen van een cursus uitdagend voor de cursist en vergroot het zijn of haar kennis op het gebied waar men interesse in heeft.” Daarnaast is het hebben van bijvoorbeeld goed opgeleide trainers een enorme meerwaarde voor een club. “Een trainer die weet wat hij of zij doet en met enthousiasme een groep begeleidt kan voor meer aanwas bij de club en plezier bij de sporters zorgen.”
Speelveld
Het speelveld van onder andere een ploegleider, trainer of soigneur is vaak groter dan dat men vooraf denkt. “Als verzorger geef je niet alleen bidons aan, maar je hebt soms ook hele persoonlijke gesprekken op de massagetafel en je kunt adviseren over voeding. Het is dus belangrijk dat je niet allen technische kennis over je vakgebied bijspijkert, maar ook over de zaken daar omheen waar je mee te maken krijgt.” Zo wordt een clubtrainer ook breder opgeleid zodat hij of zij de sporter ook echt iets meer kan bieden. Je bent niet alleen bezig met jaarplannen, maar ook met een gevarieerd trainingsaanbod, anti-doping en communicatie. “En bij juryleden vinden we het belangrijk om communicatie met de sporters te belichten, het is niet meer voldoende om alleen de regels perfect te kennen,” vertelt Te Pas.
Kwaliteit
Kwaliteit op de club is belangrijk vindt Te Pas. “Vergelijk het met een kinderopvang, als ouder wil je dat het personeel daar alle bijscholingen heeft gedaan. Bij een wielerclub verwacht je ook dat de begeleiding op orde is als jouw kind daar traint.” De Campus wil daarom dat er zoveel mogelijk leden een (bij)scholing volgen. Om de drempels weg te nemen is er met succes doorgevoerd dat opleidingen gefaseerd gedaan kunnen worden, zoals bij de trainersopleiding niveau 3. “We merkten dat mensen er soms tegen aanhikten om een volledige opleiding met verschillende modules achtereen te doen, want dat kost je anderhalf jaar. Nu is het mogelijk om binnen een opleiding de verschillende modules op je eigen moment te doen, zolang je het maar binnen vijf jaar afrondt. Een mooi bijeffect is dat trainers die in eerste instantie één module wilde doen soms daarna toch doorgaan om de andere modules te volgen. Zo ronden ze aan het eind toch een complete opleiding af.”
“We proberen mee te gaan met de laatste ontwikkelingen in de sport”
Aandachtspunten
Er blijven ook aandachtspunten. “De beperkte aanwas van nieuwe juryleden is nog altijd een probleem. Gedeeltelijk is dat te ondervangen door te kijken in welke wedstrijden er wellicht minder juryleden nodig zijn, maar we blijven mensen nodig hebben op dit vlak. Om ook deze drempel te verlagen is het mogelijk om een juryopleiding als e-learning te volgen via ons platform. Zo kun je op elk moment starten met deze cursus.” In veel takken van de sport is het verloop vrij groot. “We hebben te maken met ouders die clubs soms maar twee jaar kunnen of willen helpen. Een enkeling is zo enthousiast dat men in de sport blijft ondanks dat de kinderen niet meer actief zijn in de sport of bij de club. Het zou mooi zijn als clubs veel gebruik maken van jonge trainers, zoals je bij veel andere sporten ziet. Zo doen de jonge clubleden ook iets terug voor de club. Een overweging is om jongeren voor het geven van een training net zoveel te laten verdienen als bij een eventuele bijbaan in de supermarkt."
Ontwikkelingen
De afgelopen jaren heeft de KNWU Campus haar opleidingen tegen het licht gehouden en kritisch gekeken naar de vorm en inhoud. “We proberen mee te gaan met de laatste ontwikkelen in de sport. Zo weten we de doelgroepen steeds beter te bedienen door bijvoorbeeld opleidingen on- en offline aan te bieden. Momenteel hebben we 15 opleidingen in ons aanbod met in totaal 56 startmomenten per jaar. Van de 160 bijeenkomsten is zo'n 45% een online lesmoment. Het is in ieders belang dat iedereen goed opgeleid is. Zo leveren we allemaal een optimale bijdrage aan de wielersport,” besluit Te Pas.