De tijden van de successen van Bart Brentjens liggen sver achter ons. Maar er gloort hoop voor de Nederlandse mountainbikers met een nieuwe lichting talenten. Bondscoach Gerben de Knegt laat zich daarom niet ontmoedigen door beperkingen in budget en programma. “Het NOC*NSF ziet weinig perspectief en daarom krijgen we steeds minder ondersteuning. Maar ik zie de toekomst veel positiever in en zal graag hun ongelijk bewijzen.”
De Knegt snapt wel hoe de sportkoepel tot hun oordeel gekomen is. “We kunnen weinig sterke elite-klasseringen overleggen. Bovendien stapte onze enige elite-man op de Olympische Spelen in Rio – de inmiddels gestopte Rudi van Houts – door pech af. Als je puur naar dat soort resultaten kijkt, verwacht je misschien niet veel van onze mountainbikers richting Tokio. Toch zie ik het best positief in. Maar dat komt omdat ik naar de categorie eronder kijk en naar de jonge elite-renners. Michiel van der Heijden is wereldkampioen bij de junioren en de beloften geworden. Die jongen heeft zich nu twee jaar moeten aanpassen in de lastige elite-categorie, maar dat talent heeft hij nog. Onlangs won hij twee ritten in de Cape Epic. Ik denk dat we van hem zeker nog het één en ander mogen verwachten. Je moet niet vergeten dat de parcoursen tegenwoordig zo uitdagend en zwaar zijn geworden – met drops en rockgardens - dat je echt tot de beste zes van de wereldmoet doorstoten, om voor de zege mee te kunnen doen. Omdat de duur van de wedstrijd korter is, moet je eigenlijk ook al redelijk voorin starten. Het is lastig je tussen de toppers te knokken op die manier. Mathieu van der Poel - hij heeft aangegeven ook komend jaar weer mountainbike-wedstrijden te gaan rijden – reed vorig jaar een aantal keren qua rondetijden bij de tien besten, maar hij eindigde in de top 30. Vanwege die startpositie.”
Van der Poel troef
Van der Poel is zeker een andere troef van De Knegt richting Tokio. “ Ik hoop dat hij de komende twee jaar een stap kan maken en vervolgens besluit naar de MTB-wedstrijd van de Olympische Spelen in Tokio toe te gaan leven. In de categorie daaronder hebben we met topbelofte Milan Vader, David Nordeman , Marc Bouwmeester en in de toekomst wellicht ook Tim en Mick van Dijke ook weer aanwas van talent. Bij de vrouwen stootte Anne Tauber in twee jaar door naar de top in de categorie -23. Zij gaat dit jaar bij de elite-vrouwen rijden, waar we met Anne Terpstra ook zeker nog een renster met groeimogelijkheden hebben. Annemarie Worst gaat meer veldrijden, maar blijft het MTB-en ook trouw. Al met al staan we er zeker niet verkeerd voor.”
Extra sponsoring
De Knegt roeit met de riemen die hij heeft. “Het NOC*NSF bouwt onze bijdrage in twee jaar af tot nul. We moeten het nu met de helft doen van ons budget van vorig jaar en het jaar daarop gaat daar weer de helft vanaf. Daarna is het nul. Eventueel kunnen we wel bijdragen aanvragen voor maatwerk, als toppers als bijvoorbeeld Milan Vader en Anne Tauber richting Tokio baat hebben bij een extra trainingskamp of iets dergelijks. Maar dat moeten we op zo’n moment aanvragen en dan afwachten of men ons tegemoet wil komen.” De KNWU moet ook afwachten of de provincie Limburg hun steun aan het MTB-project op Watersley (Sittard) structureel wil steunen en of er eventueel voor de hele offroad-discipline een sponsor te vinden is die de plek van Rabobank wil overnemen. “Ik heb goede hoop dat er extra middelen komen. Voorlopig hebben we nog een huis voor onze talenten in Sittard, waar we een parcours hebben aangelegd met alle benodigde wedstrijdelementen om op een goede wijze te trainen voor de wereldbekerwedstrijden en andere internationale wedstrijden. Daarnaast heb ik budget voor vijf wedstrijden waar we met zes á zeven beloften (m/v) en junioren naar toe kunnen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan manches van de UCI Junior Series. Met de teams sprak ik al over hun programma, zodat mijn wedstrijden echt een aanvulling worden op hun eigen aanbod. Het is het enige wat we kunnen doen om de komende jaren op de kaart te blijven als Nederlandse MTB-selectie. Het is lastig maar niet onmogelijk. Uiteindelijk draait het allemaal om het hebben en faciliteren van talent. Iedereen heeft twee benen en een fiets. Als je talent hebt, kom je er altijd. Al is het wel beter als we ook kunnen blijven zorgen voor een structurele opleiding in Nederland.”