Magazine

Kilometervreters | Het is Gijs niet snel te veel

juli 2024

We kennen ze allemaal, in het echt of via Strava, de mensen die in vergelijking met de rest van de fietsliefhebbers wekelijks wel héél veel kilometers maken. Gijs Janssen van Doorn was als triatleet al gewend om regelmatig een flinke afstand te fietsen, maar sinds de 56-jarige treinmachinist uit Geldermalsen door een knieblessure het lopen op moest geven, is de rem er helemaal af. 152 kilometer is zijn nieuwe minimum en voor vierhonderd kilometer draait hij zijn hand niet om. Een dag niet fietsen, komt voor. Een week eigenlijk niet.

‘’Als het even kan, pak ik de fiets en vaak niet voor een ommetje. Ik geniet van de inspanning en van de natuur’’

Gijs Janssen van Doorn

Het is te begrijpen dat Janssen van Doorn de triatlon er aan heeft moeten geven. Lopen is immers met wielrennen en zwemmen een wezenlijk onderdeel van deze sport. Alleen fietsen bleek ook een mooie uitdaging voor de man die voornamelijk ’s avonds zijn werkzaamheden als treinmachinist aan het spoor uitvoert. ‘’Het begon voor mij allemaal met fietsen, dus wat dat betreft is de cirkel wel rond. Maar ik heb tien tot vijftien jaar de triathlonsport beoefend. Nadat ik een knieblessure kreeg, ben ik gestopt met wedstrijden. Aanvankelijk focuste ik de tijd daarna vooral op krachtsport, maar toen tijdens COVID de sportscholen dicht gingen, pakte ik de fiets.‘’ En dat is inmiddels aardig uit de hand gelopen. ‘’Ik fiets eigenlijk wel dagelijks, een week niet fietsen komt bij mij haast niet voor. Of ik moet een blessure hebben waardoor ik niet kan sporten of tijdens een verbouwing in huis. Dan ben je met andere lichamelijke inspanning bezig en dan mis ik het ook niet. Maar ik voel me wel het lekkerst als ik een stuk heb kunnen fietsen, dat is voor mij ook een mooie compensatie voor het zittende werk dat ik heb.’’

Gevarieerd Nederland
Je zult hem niet snel meer bij een wedstrijd aan de start staan, maar dat heeft ook een praktische reden. ‘’Ik werk één in de twee weekenden en in het andere wil je ook je sociale contacten onderhouden. Veel evenementen door de week zijn er nu eenmaal niet.‘’ Maar hij vindt dat geen bezwaar. ‘’Ik kan echt genieten van het fietsen in de natuur. Ik ben lid van De Lingerenners, een toerclub bij mij in de buurt. En fiets ook wel eens met andere groepen mee. Maar meestal zit ik alleen op de fiets. Met andere mensen fietsen, is net wat hectischer met steeds tegenliggers waar je op moet anticiperen. En met andere mensen om me heen, ben je ook meer op hen gefocust. Terwijl het mij zo ontspant om de natuur in te gaan en daarvan te genieten. Ik woon in een regio waar je gemakkelijk de dijken op kunt zoeken van het rivierengebied, maar ik ben ook met dertig kilometer fietsen op de Utrechtse Heuvelrug in de bossen of je kunt richting de randstad. Wat dat betreft is Nederland zo gevarieerd.’’

''Inmiddels ben ik er zo aan gewerd dat ik niet hoef bij te komen van een ritje van driehonderd kilometer''

Gijs Janssen van Doorn

Niet bijkomen van 300 kilometer
En ook zonder wedstrijden kun je jezelf doelen stellen in deze tijd. ‘’Zoals het Edington getal, wat weergeeft welke afstand je het meest (minimaal) hebt afgelegd. Dat van mij is inmiddels 152 en dat betekent bij mij dus ook dat ik telkens als ik ga fietsen probeer die afstand minimaal te rijden. Of het in zoveel mogelijk gemeenten fietsen. Nederland telt 344 gemeenten en daar mis ik er nog vijf van, waaronder vier Waddeneilanden. Texel deed ik wel. Ik probeer die gemeenten dan ook vanuit Geldermalsen te bereiken, waarbij ik het geluk heb dat ik redelijk centraal in het land woon. Onlangs moest ik nog enkele gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen afstrepen. Via Antwerpen heen en over de Zeeuwse eilanden weer terug. Dat was vierhonderd kilometer. En ik wil langs de randen van de provincies fietsen. Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland heb ik al op mijn lijstje staan. En de Cirkel om Nederland staat nog op mijn programma, een ronde door heel het land van zeshonderd kilometer. Zo vermaak ik me al fietsend met allerlei doelen. En inmiddels ben ik er zo aan gewerd dat ik niet hoef bij te komen van een ritje van driehonderd kilometer. Ik kan er moeiteloos weer 200 achteraan doen de dag nadien.’’ En dat meestal; op de racefiets, soms wordt de gravelbike erbij gehaald. ‘’En in de winter en in de zomer. In Nederland kun je eigenlijk altijd fietsen.’’

Het thuisfront vindt het allemaal prima. ‘’Mijn man steunt me, al is hij zelf niet zo uitgesproken sportief als ik ben. We zijn al dertig jaar samen. Je hoort best wel vaak dat homoseksuele sporters gediscrimineerd worden, maar ik heb in al die jaren nog nooit een vreemde reactie gehad, ook niet in mijn triathlontijd of in een fietsgroep. Dat mag ook wel eens gezegd worden.’’

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.