Normaal had de route richting de Olympische Spelen van Tokyo er heel anders uitgezien. Sterker nog: normaal hadden de Nederlandse baantoppers dit evenement al ruimschoots achter de rug. Na het wereldkampioenschap in Berlijn in maart 2020 gooide het coronavirus roet in het eten van alles en iedereen en dus ook van onze pistiers. Hoe blijven zij met geen of weinig wedstrijden toch in vorm voor hun jacht naar goud in Japan? Het vertrouwen op olympisch succes blijft groot.
"We mogen concluderen dat onze olympische duurtroeven er goed voor staan richting Tokyo."
Het was mooi om te zien hoe Jan Willem van Schip, Yoeri Havik, Kirsten Wild en Amy Pieters weer in competitie kwamen afgelopen weekend in Gent. En nog mooier om te constateren dat ze na een lange periode zonder wedstrijden zo sterk wisten te presteren in een internationaal veld. Zeges en podiumplaatsen waren hun deel in deze ingelaste internationale baanwedstrijd. Baancoach Fulco van Gulik, die naast de genoemde toppers ook zijn talenten in de baan bracht, zag het met plezier aan. “Het was echt superbelangrijk om na een jaar zonder echte competitie te kunnen koersen in de aanloop naar de Olympische Spelen. In training krijg je een indicatie van je vorm, in een wedstrijd een bevestiging. We mogen concluderen dat onze olympische duurtroeven er goed voor staan richting Tokyo. Ze deden mee voor de prijzen en de winst in een internationaal topveld, waar in ieder geval veel Europese tegenstanders aanwezig waren. Een sporter is altijd op zoek naar bevestiging. Dat was de eerste winst van het optreden in Gent. Deze wedstrijd kwam echt als geroepen na het wegvallen van de Nations Cup-wedstrijd in Newport. Nu weten ze dat ze niet alleen hard gewerkt hebben, maar ook waar ze daarmee staan tussen hun concurrenten. En je kunt je vanaf nu weer focussen op de details die niet goed gingen. We hebben in Nederland het geluk dat we best goed kunnen sparren met de top van de beloften (m/v) maar een wedstrijd geeft toch weer een andere dynamiek. En het geeft onze talenten ook weer huiswerk mee. In training kan het allemaal goed gaan, maar in een wedstrijd word je soms met je neus op de feiten gedrukt. Sommigen weten dat ze goed onderweg zijn, anderen weten dat er nog een tandje bij moet. Voor de sprinters kwam deze wedstrijd niet uit. We zijn er wel van overtuigd dat olympisch succes mogelijk is met weinig of zelfs geen competitie. Iedereen zit immers in hetzelfde schuitje.”
"Klopt mijn gevoel dat ik er beter voor sta dan ooit?"
Voor de sprinters paste Gent dus niet in hun nauwkeurig afgestemde seizoensplanning. Shanne Braspennincx had niet kunnen denken aan zolang zonder wedstrijden te moeten doen in de aanloop naar hét sportevenement: de Olympische Spelen. “Het is dat we zo nu en dan wat competitie hebben door het tegen de renners uit de talentengroep van de KNWU op te nemen. Zo kun je toch ritme houden bij het rijden van de sprint- en keirinwedstrijden. Verder heb ik de afgelopen periode gebruikt om gerichter naar die twee onderdelen toe te leven. We namen bij de sprintgroep – ook bij de vrouwen – nog heel lang de teamsprint als basis voor onze training. Dat hebben we nu losgelaten. Waarschijnlijk rijden we dat onderdeel op de Olympische Spelen niet en als we het wel doen, dan niet met ambities. Dat betekent dat je gerichter kunt zijn op andere trainingsvormen waardoor je keirin en sprint beter verlopen. Ik moet zeggen dat dit heel goed uitgepakt heeft. Al blijft het gek dat je niet weet wat de concurrentie doet. Ik weet dat ik stappen gemaakt heb, maar mis het inzicht waar dat precies goed voor is, waar ik momenteel sta. Klopt mijn gevoel dat ik er beter voor sta dan ooit, of hebben anderen net zulke grote of grotere stappen gezet? Ik weet niet of we daar nog achter gaan komen. Lang was de wereldbeker in Hong Kong in mei nog een optie, maar dat bleek niet haalbaar vanwege de quarantaineregels. Nu moeten we het toch van wat onderlinge competitie hebben – eventueel met enkele rensters uit het buitenland erbij – willen we niet tussen het WK in Berlijn in maart 2020 en de Olympische Spelen in augustus 2021 geen enkele wedstrijd gereden hebben.”
"Als het moet, rijd ik mijn eerste wedstrijd weer in Tokyo."
Roy van den Berg had nog wel een serieuze wedstrijd ingepland staan: de bike-off om de startpositie van de teamsprint op de Olympische Spelen. In een onderlinge strijd met landgenoten Nils van ’t Hoenderdaal en Theo Bos wist hij zijn olympische ticket begin dit jaar te veroveren. “Die bike-off kwam voor mij op een goed moment. Het was prettig om een tussendoel te hebben om naartoe te leven. Nadat ik de plek op de startpositie zeker stelde, heb ik dan nu weer genoeg tijd om naar de Olympische Spelen toe te leven. Het is onzeker of er nog wedstrijden komen voor ons. We hebben natuurlijk het geluk dat we de beste sprinters ter wereld in de selectie hebben. De wereldkampioenen op alle onderdelen hebben we in huis. Zo kunnen we elkaar scherp houden en is de beste mogelijke concurrentie gewoon op de eigen trainingsbaan in Apeldoorn te vinden. Voor mij persoonlijk kan het goed zonder wedstrijden. Mijn focus ligt op de openingsronde van de teamsprint, het zo snel mogelijk op topsnelheid komen na de staande start. Dat is een perfect meetbaar onderdeel, die op training hetzelfde is als in een wedstrijd. Natuurlijk mis ik wel de dynamiek van het middenterrein, het vertrouwde wedstrijdgevoel, maar ik denk dat het voor de andere sprintonderdelen belangrijker is om dat wedstrijdelement erin te brengen. Ik heb een duidelijk doel voor ogen: zo sterk mogelijk presteren in Tokyo. We willen daar goud winnen op de teamsprint. De afgelopen maanden heb ik me zelf in de sportschool en op de baan steeds verder verbeterd om daar straks klaar voor te zijn. Als het moet, rijd ik mijn eerste wedstrijd weer in Tokyo. Daar moet ik er staan, voor de rest laat ik me zo min mogelijk afleiden. Vergeet niet dat wij de luxe hebben dat we als absolute winnaars van de baan in Berlijn zijn gekomen, de lockdown zijn ingegaan met de gedachte dat we er perfect voor stonden. Dat lijkt me een stuk prettiger dan wanneer je eigenlijk moet werken aan het dichten van de kloof, maar nooit meer een herkansing kreeg. Wij richten ons op onszelf en gaan van het goede uit.”
Tekst: Roy Schriemer
Foto's: Sportfoto e.a.