Koos Moerenhout was vijftien jaar beroepsrenner en werd onder meer twee keer Nederlands kampioen. Na zijn eigen actieve loopbaan ging de 44-jarige Zuid-Hollander aan de slag als ploegleider bij vrouwenformatie Rabo-Liv. Sinds 2017 zwaait hij de sportieve scepter bij Axeon Hagens Berman, waar boezemvriend Axel Merckx manager is.
Hoe is deze ploeg op je pad gekomen en wat is je inbreng?
“Teammanager Axel Merckx was bij de profs vele jaren mijn ploeggenoot, er is een vriendschap ontstaan. We lagen als renners vaak op dezelfde kamer in etappekoersen en hebben ook na onze carrières contact gehouden. Hij is op een gegeven moment met deze ploeg aan de gang gegaan, wat aanvankelijk de opleidingsploeg was van TrekLivestrong. Toen Rabobank stopte met het financieren van de wielerteams, had hij een vacature voor een Europese ploegleider. Ik ben hier niet alleen ploegleider, maar regel ook de gehele logistiek voor het Europese deel van het programma. Zaken als vliegtickets en hotels, bijvoorbeeld. Het streven is alles zo goed te regelen, dat de renners alleen maar aan fietsen hoeven te denken.”
Wat maakt dit team in jouw ogen typisch Amerikaans?
“Het grote aandeel Amerikaanse renners springt in het oog. Verder hebben we buiten enkele Europese verzorgers en mecaniciens hier vooral Amerikanen aan het werk. Door het werken met eigen managers en trainers heb je eigenlijk wat minder grip op de periode waarin ze niet onder je hoede zijn. Mijn aandeel in de begeleiding lever ik dus vooral in de Europese wedstrijden. Verder zie je die jongens toch ook wel weer opbloeien als je in de VS bent. Dan besef je ook dat het leven in Europa voor hen heel anders is. Veel Europese renners gaan na een wedstrijd naar huis. Zij zijn maanden van huis en van hun eigen cultuur verstoken. Het is een offer dat ze willen brengen om te slagen. Daar moet je toch respect voor hebben.”
‘Mijn aandeel lever ik vooral in Europese wedstrijden ’
Wat is de doelstelling van dit team?
“Ons seizoen bestaat uit twee delen. Van februari tot en met juni rijden we voornamelijk in Europa, daarna volgen vooral Amerikaanse koersen. Aan het einde van het seizoen komen de renners dan weer terug naar Europa om een aantal wedstrijden te rijden in de aanloop naar het WK. Het grote doel is om renners in de leeftijdsklasse van 18 tot 23 jaar het vak van wielrenner te leren en klaar te stomen voor de profs. Net als dit jaar hadden we vorig jaar zestien renners onder contract, vijf daarvan zijn doorgestroomd naar een hoger profniveau. Je ploeg wordt daarmee elk jaar afgeroomd, maar dat is ook juist het doel. Sinds dit jaar acteren we op pro-continentaal niveau. Zo kunnen we een aantal grotere koersen rijden, maar we waken er wel voor om de jongste renners te veel in dit soort wedstrijden op te stellen.”
In je eigen loopbaan heb je zowel voor Nederlandse als buitenlandse teams gereden. Was dat een bewuste keuze?
“Ik heb de eerste en de laatste vier jaar van mijn loopbaan in Nederland gereden. Het voordeel van een Nederlandse ploeg vond ik toch het gestructureerde en professionele werken. Bij Rabobank stond er een professionele ploeg. Voor mij waren dat vertrouwde periodes. Maar ik had ook de andere kant van de medaille niet willen missen. Werken in een voor jou vreemde omgeving, met andere nationaliteiten, heb ik als een verrijking ervaren. Als renner, omdat ik nieuwe prikkels kreeg, maar ook als mens. Ik heb Spaans en Italiaans geleerd, houd van reizen, van andere culturen opsnuiven en van ander eten. Die periode heb ik ook als zeer prettig ervaren. Ik raad elke renner aan om enige tijd in een niet-Nederlands team te rijden. Je leert om anders tegen zaken aan te kijken. En terugkeren kan altijd.”
Wat is jouw doel met deze ploeg?
“Ik wil de renners het vak wielrenner leren. Dat heeft ten eerste met het koersen in Europa te maken. In de VS heb je vaak brede wegen. Als je goed bent, vind je vaak wel een manier om er langs te komen en aan te vallen, of juist te reageren. In Europa is het vaker dringen. Dan is het belangrijk om parcourskennis te hebben en je mannetje te staan. Wat wij als jeugdrenners in de criteriums al leren, moeten zij zich soms als tiener of twintiger nog eigen maken. Maar het gaat ook om het mentale aspect, de skills en je houden aan een levensstijl, waardoor je jezelf blijft ontwikkelen.”
Het team telt één Nederlandse renner: Maikel Zijlaard. Wat kunnen we van hem verwachten?
“Maikel heeft ons met zijn uitslagen geïmponeerd. Hij won bijvoorbeeld de junioreneditie van de Ronde van Vlaanderen. Maar we hebben ook gekeken naar de manier waarop die resultaten tot stand kwamen. Hij durft aanvallend te rijden en wordt daarvoor vaak beloond met resultaten. Dat is een mooie combinatie. Maikel voelt zich vooral thuis in het Vlaamse werk. Hij komt net over, dus is het lastig om nu al te zeggen waartoe hij kan reiken. We geloven wel in zijn mogelijkheden. Hij kan trainingstechnisch nog wat stappen maken en hopelijk verder doorgroeien in deze gestructureerde en aangename omgeving.”