Niet veel mountainbikers zijn ooit met hun fiets boven de vijfduizend meter hoogte geweest. Dat maakte deze tocht rondom de Annapurna in Nepal heel speciaal en tegelijk erg pittig.
Het idee voor deze reis ontstond bij Willem Grimminck en mij. Willem runt One2Watch, een organisatie die Nederlandse investeringen in Nepal begeleidt en beheert. We vatten het plan op om in november 2017 met een groep ondernemers het Annapurna Circuit te fietsen, om zo een bijdrage te leveren aan een zonne-energieproject. Dat doen we onder de naam Tank Electrik.
Waarom juist dit project? Door het wielrennen heb ik inspanningsastma opgelopen. Omdat we heel vaak in vervuild, stedelijk gebied fietsen krijgt bijna elke wielrenner daar last van. Het zorgt
voor een enorme prikkel op je luchtwegen, vertelde een dokter me eens. Dat gesprek bracht me het besef dat we iets aan het probleem moeten doen. Luchtvervuiling is wereldwijd één van de belangrijkste doodsoorzaken. In Europa gaat het nog, maar in landen als Nepal, Kathmandu of China is het echt heel heftig. In Nepal wordt negentig procent van alle energie opgewekt door biomassa. Hout bijvoorbeeld. Allemaal binnenhuis. Kinderen zitten de hele avond rond een haardvuur of kerosinelamp. Dat heeft gevolgen voor de gezondheid en goede zorg is er niet. Ik ben een voorstander van schone energie en elektrisch vervoer. Dat is de weg vooruit en daar draag ik graag een steentje aan bij.
Pioniers
Twee medewerkers van fietsreisbureau World2Bike en een Nepalese gids zorgen voor de organisatie van de fietstocht. Fijn om er een local bij te hebben die het Annapurna Circuit kent en de taal spreekt. We gaan op zoek naar deelnemers. Op voorhand is er weinig bekend over ons plan van aanpak en bovendien hangt er een flink prijskaartje aan deze avontuurlijke reis. Het is bepaald geen standaard fietsvakantie. Dat schrikt bepaalde mensen af.
Wat overblijft is een groep hardwerkende ondernemers die wel van een risicootje houden en waarbij dat in het verleden ook goed uitpakte. De pioniers van deze wereld, zeg maar. Dat zorgt ervoor dat we op pad gaan met een ontzettend leuke groep. Vrijwel alle deelnemers kennen slechts één of twee andere reizigers. In mijn geval zijn dat mijn broer, zwager en een goede vriend. Het mengt gelukkig heel goed. Een beter netwerkevent hadden we niet kunnen organiseren.
Acclimatiseren
Omdat we slechts acht dagen over de fietstocht willen doen, zijn we de eerste twee dagen acht á negen uur onderweg. Dat is zwaar. Daarna zijn de dagen korter, maar maakt de
hoogte het lastig.
De eerste dag gaan we van 700 naar 2200 meter hoogte. Over vijftig kilometer doen we de hele dag. Dag twee gaat van 2200 naar 3500 meter. We bereiken zuurstofarme lucht en het fietsen gaat al wat langzamer. Ook die rit duurt een hele dag. Omdat je zo snel stijgt, verandert de omgeving wel elke vijf tot tien kilometer. Van tropisch tot heel droog, dan dennenbossen en vervolgens zit je ver boven de boomgrens. Een prachtige belevenis. Op 3500 meter fietsen we Manang binnen, een grote vestingstad. Tot daar loopt ook nog een jeeptrail en zijn veel voorzieningen gericht op het wandeltoerisme. Hier acclimatiseren we een dag voordat we doorfietsen naar 4400 meter, waar niemand meer woont en waar overnachten een bijzondere ervaring blijkt.
"Buiten is het min zestien en de gure wind blaast dwars door ons hutje van triplexplaten. Het is monsterlijk koud."
Hoogteziek
Bijna alle deelnemers zijn financieel onafhankelijk, maar slapen zonder te morren in een hutje zonder warm water en wc. Back to basic is nog te veel eer. Basic zou pure luxe zijn. Buiten is het min zestien en de gure wind blaast dwars door ons hutje van triplexplaten. Het is monsterlijk koud. ’s Avonds kruipen we met al onze kleren aan in onze slaapzakken - douchen is geen optie - en hopen we dat het zo snel mogelijk vier uur is. Dan mogen we weer opstaan. Mijn nacht is verschrikkelijk. Om elf uur word ik wakker van mijn hoestende broer, die hoogteziek is geworden. Omdat we erg snel stijgen, is de kans daarop redelijk groot. Hij wil zich eerst niet laten kennen, maar ligt de hele nacht te hoesten, tot hij rechtop gaat zitten. Een duidelijk teken. Mijn zwager doet overigens als arts onderzoek naar de gevolgen van hoogte op je lichaam. Deze reis is dus een mooi project. Alle deelnemers juichen het idee toe en nemen zelfs om vier uur ’s ochtends nog netjes hun papieren mee om hun bloeddruk, saturatie en hartslag te laten meten.
De volgende dag trekken we de pas over, op 5400 meter. Het eerste stuk gaat te voet, met de fiets op de nek. Het is veel te steil om te fietsen. Na vier trappen sta je al naar zuurstof te happen. Het is dus stapje voor stapje bergop lopen. Mijn broer begint nog wel aan de tocht naar de top, maar ik moet hem terug sturen. Samen met een gids en een andere zieke deelnemer volbrengt hij de tocht niet. Heel jammer, maar tegen de wetten van de berg kun je niet vechten. We hebben trouwens geluk: de dag nadat wij de top passeren, gaat het sneeuwen.
Wanneer we de top eenmaal gepasseerd zijn, mogen we de hele dag naar beneden fietsen. Schitterend! Deze spectaculaire afdaling schijnt de langste ter wereld te zijn; van 5.400 naar 600 meter hoogte, over alleen maar rotsachtig terrein. Vooral het eerste deel is erg technisch. De deelnemers hebben geen enorme mountainbike-ervaring, dus lopen ze hier met de fiets naar beneden. Zelf kan ik alles fietsen. Het is op het randje, maar geeft wel een kick.
Toerisme
In de krant lees ik over ons project als ‘goed doel’. Dat dient het inderdaad, maar ís het niet. Veel deelnemers komen uit het goede doelen-circuit en merken dat, als je echt iets wilt bereiken, je niet veel hebt aan donaties zonder nazorg. Wij bouwen aan een netwerk waar inkomsten uit voort moeten komen. Met dat geld kan het project uitgebreid worden.
Het gaat ons om de intentie. Deze ondernemers willen bijdragen aan betere leefomstandigheden in Nepal. Slechts 75 procent van de Nepalezen heeft stroom. De overheid kan het niet bekostigen en de prioriteit ligt in hoofdstad Kathmandu, waar de vraag vele malen groter is dan het aanbod. De rurale gebieden komen als laatste aan de beurt, terwijl daar door het toerisme veel kansen liggen.
Tot nu toe wordt dat toerisme twee kanten op gestuurd: naar het Annapurna Circuit of Mount Everest Base Camp. Jammer, want er is een enorme rijkdom aan andere wandelroutes. Daarom ligt er een plan om vijf van die andere trails van elektriciteit te voorzien. Daar leveren wij een bijdrage aan. Het is puur pionierswerk, want een verdienmodel is hier nooit eerder geprobeerd. Dat merk ik tijdens de laatste dag van mijn verblijf. Tijdens een investeerdersbijeenkomst in Kathmandu waar ook de rijkste man van Nepal spreekt, mag ik het afsluitende praatje houden.
Daar sta ik dan, als wielrenner voor een zaal belangrijke Nepalezen… Een leerzame ervaring.
Impact
Nu de tocht erop zit, houd ik een actieve rol in het project. Onder meer door modellen te bekijken van de te plaatsen zonnepanelen. Na mijn carrière is dit de richting die ik op wil. Ik heb een super leerzame week in Nepal gehad dankzij gesprekken met alle ondernemers. Zoiets is van onschatbare waarde.
Welke impact de tocht op de deelnemers heeft, merk ik wanneer een 60-jarige Belgische sportschoolhouder me onderweg emotioneel in de armen valt. ‘Echt super bedankt dat je dit georganiseerd hebt. Je weet niet wat je teweeg brengt’, zegt hij. Dat vond ik één van de mooiste momenten.