Taco van der Hoorn (25) behoorde in zijn jeugd allerminst tot de grootste talenten. Stap voor stap heeft de in De Zilk opgegroeide hardrijder zich opgewerkt tot een klassieker-renner om rekening mee te houden. We spraken hem over een gescheurde kruisband die hem deed besluiten wielrenner te worden, het type renner dat hij in het verleden was en zijn doelstelling voor dit seizoen.
Met een beetje fantasie zou je Taco van der Hoorns carrièreverloop kunnen vergelijken met dat van ex-voetballer en ex-international Dirk Kuyt. Ze hebben de overeenkomst dat hun mentale beleving sterker is dan het fysieke talent van menig ander atleet. In zijn jeugdjaren geldt Van der Hoorn nimmer als de ongepolijste diamant waar trainers en begeleiders een toekomstig WorldTour-renner in zien. Dikwijls ligt hij er bij de nieuwelingen en junioren al voor de finale af.
Als alle puzzelstukjes eens op hun plek vallen, dan is een negende plaats op het nationaal kampioenschap het maximaal haalbare en bovendien reden tot euforie. ''Ik was van begin af aan wel heel fanatiek'', vertelt Van der Hoorn vanuit een Airbnb-appartement in Girona. ''Het is niet goed te praten, maar ik heb weleens met mijn fiets gesmeten. Dat heb ik gelukkig heel snel moeten afleren van mijn ouders.''
Kruisbandblessure
De wielerreis van Van der Hoorn start als hij tien jaar oud is. Zoals veel Nederlandse jongetjes begint de Zilker als voetballer bij de club uit zijn woonplaats: Van Nispen. De Tour de Lis, een jaarlijks terugkerend wielerfeest in De Bollenstreek, doet ook zijn interesse voor de wielersport aanwakkeren.
''De Tour de Lis is een Dikke Banden Race van een week met onder meer een ploegentijdrit en een individuele race tegen de klok. Dat allemaal op een mountainbike. Ik schreef me drie jaar achter elkaar in met jongetjes uit de buurt en de laatste keer eindigde ik als tweede. Achter Kees Heemskerk, die een verdienstelijk schaatser is geworden.''
Na dat bevredigende resultaat in de Tour de Lis besluit Van der Hoorn zich in te schrijven bij wielervereniging RTV De Bollenstreek. Tegelijkertijd leeft op dat moment nog de kinderdroom om het ver te schoppen als voetballer. Er wordt een tijdje getwijfeld, maar het lot zal snel beslissen.
''Ik moest het niet van mijn fysiek hebben, maar kon wel onwijs gemeen zijn.''
Een zware blessure drijft Van der Hoorn haast automatisch naar de wielrennerij. ''Als voetballer was ik een mandekker. Ik was klein voor mijn leeftijd en moest het niet van mijn fysiek hebben, maar kon wel onwijs gemeen zijn. Ik heb geaarzeld of ik voor voetbal of wielrennen moest gaan, maar rond mijn dertiende scheurde ik mijn kruisbanden. Toen was de keuze snel gemaakt en koos ik vol overtuiging voor de fiets.''
Waar voetbalclub Van Nispen om de hoek ligt van huize Van der Hoorn, worden de wielerwedstrijden daarentegen door heel het land georganiseerd. Voor het gehele gezin verandert er veel door de keuze van zoonlief. ''Mijn pa heeft vroeger wel gefietst en de koers stond bij ons ook regelmatig aan op televisie, maar ik kom allerminst uit een klassieke wielerfamilie.''
''Toen ik voor de fiets koos, werden mijn ouders snel fanatieker. Ik ben onwijs goed door ze ondersteund. Mijn pa was er sowieso elke koers bij, het maakte niet uit in welke uithoek van Nederland. Hij reed het land door en op een gegeven moment kocht hij zelfs een busje, zodat ook mijn teamgenoten mee konden rijden.''
Sprinterstype
Pa ziet zijn zoon echter zelden winnen ten tijde van Van der Hoorns lidmaatschap bij RTV De Bollenstreek. Zijn fanatisme valt op en hij kan een stevig tempo trappen, maar hij is bij zijn geboorte niet direct in een pot met talent gevallen. ''Ik was nooit zo goed. Bij de nieuwelingen moest ik altijd vrij snel lossen. Bij de junioren kreeg ik wel iets meer inhoud, maar kwam ik internationaal nog steeds veel te kort. Ik ben nooit dat talent geweest waar men veel van verwachtte. Ik was toentertijd ook een heel ander type renner dan nu.''
Waar we Van der Hoorn tegenwoordig kennen als een renner met inhoud die tot zijn recht komt als de koers net zo afmattend is geweest als een stevige Navy Seal-training, was hij in de jeugd juist een coureur met snelle benen. Eén probleem: meestal kwam hij helemaal niet aan zijn sprint toe. ''Ik won vrijwel alle bordjessprints en ook in massasprints stond ik mijn mannetje, maar ik kwam alleen nooit aan de finish. Later is dat volledig omgedraaid en ben ik juist een renner geworden met veel inhoud. Die transformatie komt voornamelijk doordat ik anders ben gaan trainen.''
Geleidelijk groeit Van der Hoorn als wielrenner. Na drie jaar RTV De Bollenstreek stapt hij over naar De Jonge Renner, waar hij in een team komt met meerdere nationale toppers. ''Ik maakte de overstap, omdat ik bij De Jonge Renner meer wedstrijden kon rijden. Het was echt een supergave tijd. We hadden een ploeg met onder anderen Daan Olivier, Martijn Tusveld en Jeroen Meijers. Wie het toptalent van mijn lichting was? Zonder twijfel Danny van Poppel. Hij deed wat hij wilde en was zelfs de beste van de wereld."
''Ik heb weleens met mijn fiets gesmeten.''
"Een hoop renners uit mijn lichting kom ik nu weer tegen bij Jumbo-Visma. Danny, Dylan Groenewegen, Timo Roosen, Koen Bouwman en ik zijn allemaal van hetzelfde bouwjaar. Als je bij de nieuwelingen had gezegd dat wij de WorldTour zouden halen, dan was dat pure willekeur geweest. Timo, Koen en ik waren toen helemaal niet zo goed, dus wat dat betreft is er echt geen lijn te trekken van de nieuwelingen naar nu.''
Plafond
Terwijl Van der Hoorn al snel de ene na de andere renner de stap naar het continentale niveau ziet maken, blijft hij zelf mede door blessureleed aangewezen op De Jonge Renner. Pas op 21-jarige leeftijd krijgt de hardrijder een kans bij Join-SIDe Rijke. Het eerste jaar blijft hij desondanks onder de radar.
''Ik was toen een normale conti-renner, maar niet veel meer dan dat. Pas nadat ik mijn studie had afgerond, zette ik een flinke stap in mijn ontwikkeling. Ik kon me volledig richten op het trainen, waardoor ik veel meer arbeid aankon. Bij De Rijke veranderde mijn mindset en ging ik als een echte wielrenner leven. Bennie Lambrechts van De Rijke en ook Hans Timmermans van De Jonge Renner zijn wat dat betreft heel belangrijk geweest in mijn opkomst.''
Na twee seizoenen De Rijke is Van der Hoorn toe aan een stap hogerop. Team Roompot wordt concreet en geeft hem de kans op het ProContinentale-niveau. Vervolgens gaat het snel met zijn loopbaan. Van der Hoorn heeft de gave zich relatief makkelijk aan te passen aan een hoger niveau. ''Ik dacht eerst nog: het is supergaaf dat ik prof ben geworden, maar dit is mijn plafond. Nog een stap hogerop gaat me niet lukken, maar het eerste jaar ging direct heel goed met onder meer een overwinning in Schaal Sels. Ik kwam erachter dat de onverharde koersen echt mijn ding zijn.''
De geschiedenis van Van der Hoorn met de grootste voorjaarsklassiekers is op dit moment echter niet meer dan drie letters: DNF. Oftewel: Did not finish. Daar moet dit jaar verandering in gaan komen en een stukje extra voorbereiding kan daar bij helpen.
Van der Hoorn rijdt in november met een oud Volkswagenbusje naar Noord-Frankrijk om daar de eeuwoude landweggetjes te verkennen. ''Bovendien was de reis in mentaal opzicht goed voor me. Tijdens het seizoen moet mijn leven simpel en gestructureerd zijn, maar in november vind ik het juist fijn om op avontuur te gaan en alles los te laten. Na mijn tussenstop in Roubaix ben ik gewoon gaan rijden met dat busje en als ik dacht: hier wil ik slapen, dan parkeerde ik daar de auto.''
''Timo, Koen en ik waren toen helemaal niet zo goed.''
De reis van Van der Hoorn eindigt voortijdig in Italië. Op de snelweg sputtert de motor tegen en valt het busje stil, alsof de benen van een wielrenner vollopen op de Paterberg. Bij de Italiaanse garage heerst de mentaliteit van een niet al te ambitieuze student: dagen achtereen krijgt Van der Hoorn te horen dat de monteurs er een dag later naar zullen kijken.
''Ik heb er een week gezeten, maar ondertussen naderde het eerste trainingskamp met Jumbo-Visma. Uiteindelijk heeft de ANWB me teruggesleept naar Nederland. Ik heb vervolgens nog wel een auto gehuurd om naar Siena te rijden, want ik wilde toch even een indruk krijgen van Strade Bianche.''
Droomkoers
De Italiaanse voorjaarskoers staat eveneens op het programma van Van der Hoorn. Bij Jumbo-Visma hopen ze de breedte van de ploeg te kunnen uitspelen in het voorjaar. ''Het team verwacht van mij dat ik lang mee ga kunnen in het voorjaar. De laatste jaren ben ik gestaag gegroeid en dat wil ik voorlopig doortrekken. Ik heb geen specifiek resultaat in mijn hoofd, maar ik wil wel in mijn beste vorm aan de start verschijnen. We hebben zeven renners die ver kunnen komen. Als we met vier man in de absolute finale zitten, dan doen we het goed. Daar hoop ik dan toch wel bij te zitten.''
Vorig jaar zag Van der Hoorn zijn geliefde kasseienkoersen door een zware hersenschudding aan zijn neus voorbijgaan. In het tweede gedeelte van het wielerjaar beleefde hij een sterke comeback met onder meer een ritzege in de BinckBank Tour en een negende plek op de onverharde wegen van Parijs-Tours. ''Dat parcours had hele slechte stukken, maar valt in het niet bij Parijs-Roubaix. Als die race vandaag de dag voorgesteld zou worden, dan zou iedereen het idioot vinden. Maar omdat de koers al zo lang bestaat, is het normaal geworden. Het is heftig, maar tegelijkertijd de koers van mijn dromen.''
Parijs-Roubaix is voor Van der Hoorn de Champions League onder de wielerkoersen. Met de onophoudelijke persoonlijke ontwikkeling zou een goed resultaat op de wielerbaan in Frankrijk niet eens geheel verrassend zijn. Als Van der Hoorn iets heeft aangetoond, dan is het wel dat het moeilijk te zeggen is waar zijn absolute top ligt. Net als bij Kuyt in het verleden.