Even dreigden de baantrainingen in Velodrome Amsterdam te verdwijnen. Maar Lucas Eenkhoorn nam het stokje met twee andere trainers over en constateert met voldoening hoe groot de animo onder jonge renners is om elke training opnieuw te leren. En dan wel bij voorkeur met een glimlach om de mond. Indachtig de Talentvisie 2030 van de KNWU dus.
‘’Als je plezier hebt in wat je doet, houd je dat het langst vol’’
Eenkhoorn merkt dat dit alles haast vanzelf gaat als de jonge coureurs de piste eenmaal omarmd hebben. ‘’Eigenlijk is één van de moeilijke punten de instroom, om specifiek renners van clubs uit de omgeving van Amsterdam op de baan te krijgen. Binnen onze trainingen werken we met verschillende ambitiegroepen. Voor de één zijn de trainingen bedoeld om te overwinteren, maar sommigen gebruiken die momenten ook als specifieke baantraining. We werken met drie trainers, buiten mezelf gaat het om Sven Boekhoven en Jason van Haaften. We hadden afgelopen winter telkens twee trainingsmomenten van 2,5 uur. Bij die laatste training konden de gevorderden in het laatste uur nog wat extra specifieke trainingen afwerken. We denken erover om misschien weer drie momenten te plannen, het is altijd zoeken naar de goede balans voor de grootte van de groep. Voldoende animo is belangrijk. De baanhuur is duur en we houden de trainingsmomenten zelf draaiende met een bijdrage van de deelnemers. Wij werken als trainers op vrijwillige basis.’’
De drie zitten op één lijn in de trainingen. ‘’Ons motto hebben we overgenomen van Leo Adegeest, die lang de motor achter deze trainingsmomenten was: we streven ernaar dat iedereen met een lach en een natte rug van de baan gaat. Plezier staat voorop, maar er wordt ook wel degelijk hard getraind. Vooral voor de renners die lekker in de winter bezig willen blijven, staat resultaat niet voorop. Maar toch sta je ervan te kijken hoe gedreven zij ook mee kunnen doen aan bijvoorbeeld het trainen van een koppelkoers. Dan zijn ze echt gefocust. Hoewel veel renners niet speciaal komen om baanwedstrijden te rijden, doet toch zeker tachtig procent van onze trainingsgroep mee aan een Nederlands kampioenschap op de baan. En van de jongeren die al langer komen, heeft iedereen volgens mij wel eens een NK gereden. En bij de internationale Track Meeting in Gent onlangs waren er ook renners van onze groep aanwezig.’’
"Vaak is de eerste stap om te komen trainen het lastigst"
Het boekje Talentvisie 2030 – talentontwikkeling doe je samen is ontwikkeld om trainers een handvat te geven bij de trainingen. ‘’We hebben daar een cursusdag over gehad, maar haast onbewust pas je dat in je trainingen ook toe. Ons doel is dat de renners wat leren van de trainingen, zonder dat winnen voorop staat. Jezelf ontwikkelen door te leren is belangrijk in dit verband. Kortom: Wat heeft iemand nodig om met plezier beter te worden? Als je plezier hebt in wat je doet, houd je dat het langst vol. Wat dat betreft kijk ik ook wel met enige zorg naar de ontwikkeling dat soms nieuwelingen al een eigen trainer hebben die gericht aan het werk gaat met verbeterpunten. Dan hoop ik maar dat wielrennen voor die kids zo ook een leven lang leuk blijft."
Veel mensen zien baanwielrennen eerst puur als overwinteren voor wegrenners. ‘’Maar je leert ook je goed te positioneren in een peloton en dicht op elkaar rijden en dan overeind blijven. Zaken waar je later in de wegwedstrijden ook veel hebt. Vaak is de eerste stap om te komen trainen het lastigst, je moet je ouders ook zover krijgen om je te brengen bijvoorbeeld. Maar dan is het enthousiasme er vaak snel. Leuk is het ook om elke keer te zien dat zo’n groep renners - variërend van eerstejaars nieuwelingen tot laatstejaars beloften – toch heel close wordt in de loop van een winter. Je zit op de baan natuurlijk altijd op dezelfde plek en dat wordt gewoon een soort thuis gedurende de weken.’’
En dat geldt ook voor de trainers. ‘’Voor ons kost het tijd, maar ook wij hebben er veel lol aan. Toen Leo Adegeest stopte, hebben we het stokje van hem overgenomen en gekeken wat er nodig was om dit in stand te houden. De waardering is er altijd, in de vorm van een bedankje en soms aan het einde van de winter ook in een stukje chocolade of een biertje. Een mooie waardering voor het geven van de trainingen, de overleggen die we hebben, de logistiek en het meegaan naar wedstrijden. Dat kost tijd, maar we doen dat met z’n drieën met veel plezier. Het is mooi om de charme en het nut van het baanwielrennen telkens over te brengen op een nieuwe generatie. En of dat nu alleen veel voldoening geeft voor de aanwezig renners of tot resultaten leidt – of allebei – is ons om het even.’’
Komende winter ook trainen in het Velodrome Amsterdam in Sloten. Interesse? Meld je aan via trainersrtcadam@gmail.com.