Bondscoach Martijn Jaspers en U23 coach Rob van den Wildenberg hebben veel waardering voor de vele mensen die tijd en energie in de BMX-sport steken en de sport beter willen maken, maar ze zien ook andere ontwikkelingen. In plaats van vroeg gericht werken aan sprint- en krachttraining, zouden de coaches van de KNWU graag zien dat er voor de jeugd met name aandacht is voor het ontwikkelen van skills en het kennismaken met zoveel mogelijk verschillende banen. ‘’Ons advies zou zijn om tot en met veertien jaar alleen maar zoveel mogelijk te fietsen, hetzij op de club of een zelf aangelegd baantje in de buurt of tuin, en plezier te hebben in BMX en andere sporten en pas vanaf 15-16 jaar meer fysiek gericht te gaan trainen.’’
"Niet veel mensen weten dat Niek zich in zijn begin jaren vooral in het achterveld van zijn leeftijd bevond en dat hij pas vanaf zestien jaar structureler ging winnen"
Dat advies komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Bondscoach Martijn Jaspers ziet ouders, clubs en teams steeds vaker kiezen voor vroege specialisatie. ‘’Wij zien de trend dat rijders op steeds jongere leeftijd met coaches werken die hen een trainingsschema met allerlei sprint- en krachtoefeningen voorschotelt. Daarmee krijgen ze een soort kopie van de werkwijze van de elite-rijders te verstouwen.’’ Daarmee zouden ze heel goed de ontwikkeling van de talenten eerder af kunnen remmen dan stimuleren, vinden de coaches. ‘’Wij zien in de praktijk dat juist de jeugd, die vooral veel gefietst heeft, zich op latere leeftijd nog enorm kan ontwikkelen op fysiek gebied ten opzichte van leeftijdsgenoten die al allerlei trainingen hebben gedaan. Daardoor lopen ze vaker technisch en tactisch achter, wat op latere leeftijd met hogere snelheden lastiger is om bij te leren. Allerlei trainingen als sprints en kracht zijn in de jeugd absoluut geen noodzaak om in de top van de sport terecht te komen. Wij hebben liever goede technisch/tactisch ontwikkelde rijders met een te ontwikkelen fysieke basis, dan andersom.'’
Skills en spelen
Hoe zouden al deze enthousiaste trainers en begeleiders er dan voor kunnen zorgen dat er op termijn opvolging komt voor huidige kampioenen als Niek Kimmann en Laura Smulders? Jaspers: ‘’Goede motorische vaardigheden op jonge leeftijd (4-6 jaar) dragen bij aan een actieve leefstijl op latere leeftijd. Zorg in de training vanaf de jeugd voor het aanbieden, afwisselen of combineren van de volgende twee stijlen: doelgericht oefenen van skills en het uitnodigen tot zelfontdekking (spelen). Dit is ook bij Elite rijders nog van toepassing en passen wij op training met regelmaat toe. Ons advies is om vooral heel veel te fietsen en daarop te stimuleren. Fiets op zoveel mogelijk verschillende banen, pumptracks en trails. Zo fietsten Niek en Justin Kimmann vroeger van de ochtend tot de avond op hun zelf gegraven bulten achter op de boerderij en leerden ze zichzelf de skills van BMX aan. Niet veel mensen weten dat Niek zich in zijn begin jaren vooral in het achterveld van zijn leeftijd bevond en dat hij pas vanaf zestien jaar structureler ging winnen. Laura Smulders was vroeger op de training meer bezig om samen met de jongens alle bulten te springen. Ze werd dan liever tweede in een wedstrijd na een grote bult gesprongen te hebben, dan dat ze won zonder die bult te springen.’’ Deze groei-mindset om jezelf, in de jeugd, technisch en tactisch te willen ontwikkelen helpt jonge rijders om op latere leeftijd het maximale uit zichzelf te kunnen halen.
"Baantrainingen gaan in onze ogen vóór een trainingsschema met sprint- en krachttrainingen"
Later specialiseren
Het werken met een privétrainer/coach wordt zeker niet afgeraden, zolang er een focus in de training is op het ontwikkelen van technische en tactische vaardigheden. ‘’Investeer liever in een roadtrip naar Frankrijk en fiets op tien banen in vijf dagen. Baantrainingen gaan in onze ogen vóór een trainingsschema met sprint- en krachttrainingen. In onderzoeken binnen een groot aantal sporten is de gezamenlijke conclusie dat elitesporters zich pas specialiseerden richting hun kernsport op gemiddeld 14/15 jarige leeftijd. Zij waren uiteindelijk ook succesvoller dan degenen die dat deden voor hun dertiende. Goede elitesporters, winnaars van olympisch goud om het ultieme doel te noemen, gingen gemiddeld pas vanaf negentien jaar meer en langer sport specifiek trainen."
"Bij de KNWU testen we daarom de fysieke waarden minimaal en koppelen die gegevens aan hoe veel iemand al traint. Tevens kijken we naar de individuele ontwikkeling en vergelijken minder met anderen, omdat in de jeugd de tijd vanaf de groeispurt van grote invloed is op de fysieke mogelijkheden van een sporter. We kijken daarbij veel meer naar wat iemand kan op de BMX-baan en baseren daarop mogelijke instroom in het U23 programma op Papendal. De gemiddelde leeftijd van het podium op mondiale BMX-wedstrijden (wereldbeker, WK en Olympisch Spelen) is bij de mannen van 21,1 jaar (2010) naar 26,0 (2022) gegaan en bij de vrouwen van 21,7 naar 26,1 jaar. Gerekend met de acht jaar ontwikkeling, die NOC-NSF rekent, is 18 jaar vroeg genoeg om specifieker te gaan trainen. Daarom is onze instroomleeftijd op Papendal opgeschoven van 15-16 naar vanaf 18 jaar.‘’
Martijn Jaspers, Head Coach TeamNL BMX Race |
"Blijf vooral gym op school wél doen in plaats van vrijstelling te vragen"
Breed motorische ontwikkeling
Terugkijkend is het percentage doorstroom van de groep die op 15/16-jarige leeftijd is begonnen op Papendal in de ogen van de coaches te gering. Er zijn ook meerdere voorbeelden van zij-instromers (die zich eerst op studie, werk of sociale ontwikkeling naast de sport hebben gefocust) die één of meerdere mondiale finales of podiums hebben gehaald. Te denken valt aan Judy Baauw, Dave van der Burg, Joris Harmsen en de huidige bondscoach Martijn Jaspers zelf. ‘’Ons advies is om tot en met de junioren multidisciplinair op te leiden en ook sociaal en maatschappelijk, zoals school, te blijven ontwikkelen. Teamsporten en sporten als judo, turnen, schaatsen en andere wielerdisciplines zijn voorbeelden van sporten ter ontwikkeling van goede motorische vaardigheden. Blijf vooral gym op school wél doen in plaats van vrijstelling te vragen. Zo hebben jonge sporters een 2,5 keer grotere kans op blessures als ze meer dan acht maanden per jaar één sport (georganiseerd of ongeorganiseerd) beoefenden in plaats van meerdere sporten. Van de geblesseerden keerden slechts 65 procent terug op niveau. Competitie en uitgedaagd worden/jezelf uitdagen is heel belangrijk voor ontwikkeling, zie het voorbeeld van Frankrijk, waar ondanks de grote aantallen de leeftijden 13-14 en 15-16 worden gecombineerd. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren ook gezien dat van leeftijden met veel concurrentie vaker meerderen de mondiale top 16 halen, zoals geboortejaar 1996 met o.a. Niek Kimmann, Mitchel Schotman, Jay Schippers en Niels Bensink (huidig wereldkampioen Pumptrack)."
"Op basis van de bovenstaande gegevens is besloten om de 15- en 16-jarigen & U23 en Elite nationaal weer samen te voegen. De coaches willen rijders vanaf 12 jaar die te weinig uitdaging hebben in hun eigen leeftijdsklasse stimuleren om met dispensatie bij een hogere leeftijd of als meisje bij de jongens te gaan rijden. Resultaat is pas bij de elite belangrijk, daarvoor is het mooi meegenomen, maar totaal niet noodzakelijk. Plezier is cruciaal voor groei, versterkt het leervermogen, voorkomt vroegtijdige uitval en vermindert prestatiedruk. Plezier is het meest vergeten kenmerk van talentontwikkeling.
Martijn Jaspers, Head Coach TeamNL BMX Race Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het boek "De Talentformule" van Tim Koning en Michiel van Schagen. In het boek "Talentvisie 2030" kun je meer lezen over de talentvisie van de KNWU. De visie is gratis te downloaden via de website van de KNWU Campus. |