Magazine

Terug naar Luyksgestel met Harrie Lavreysen

oktober 2020

Hij is zesvoudig wereldkampioen baanwielrennen. Maar lange tijd leek het erop dat Harrie Lavreysen als BMX’er ging doorbreken. Hoewel blessures roet in het eten gooiden, kijkt hij met een goed gevoel terug op de tijd dat hij met zijn BMX-fiets over hoge bulten sprong. “De BMX-baan was mijn tweede thuis.”

“Ik ben baanwielrennen mooier gaan vinden dan BMX”

Harrie Lavreysen

De BMX-baan van fietscrossvereniging De Durtrappers in Luyksgestel ligt er verlaten bij. Hoog gras groeit langs de bulten omhoog. Tussen de stenen in de kombochten steekt het onkruid de kop op. Langs de kant vertellen reclameborden het verhaal van de lokale ondernemers. En aan de muur van het clubhuis hangt een groot doek met de tekst “Trots op onze leden Joris Harmsen en Harrie Lavreysen”. Bij laatstgenoemde komt een nostalgisch gevoel naar boven als hij vanaf de zijkant een blik werpt op de verlaten BMX-baan. De 23-jarige Lavreysen mag dan zes keer wereldkampioen baanwielrennen zijn, de roots van de breedgeschouderde fietser liggen niet op de ovale piste van een wielerbaan, maar op het heuvelige BMX-parcours met scherpe bochten in Luyksgestel.

Lavreysen behoorde tot zijn achttiende tot de grootste BMX-talenten van Nederland. Tot schouderblessures – zijn schouders schoten dertig keer uit de kom – roet in het eten gooiden en hij zijn BMX-fiets noodgedwongen aan de kant moest zetten. Lavreysen vond in baanwielrennen zijn nieuwe passie. Maar de liefde voor BMX zal nooit verdwijnen, weet hij. “Als ik naar deze baan kijk, besef ik dat het hier allemaal is begonnen en dat ik hier een geweldige tijd heb gehad”, zegt Lavreysen. Hij wijst naar de startbult aan de andere kant van de baan als de eerste herinnering naar boven komt. “Ik weet nog dat ik voor het eerst van de startbult ging en meteen met mijn gezicht op het asfalt viel. Ik had een paar hechtingen in mijn kin, maar het heeft mij nooit afgeschrikt.”

“Als jongetje van zes viel ik regelmatig. Op die manier leerde ik ook hoe het niet moest”

Harrie Lavreysen

Tweede thuis
Lavreysen was zes jaar toen hij begon met BMX. Zijn overbuurjongen Joris Harmsen, die tegenwoordig uitkomt voor de Nederlandse BMX-selectie, fietscroste en vroeg of hij een keer met hem mee wilde. Op 500 meter van zijn ouderlijk huis ontwikkelde hij al snel liefde voor de sport. “Je kon hier elke dag terecht als je wilde. Dit was mijn tweede thuis.” Urenlang brachten ze samen door op het parcours met hoge bulten en spectaculaire bochten. Telkens gingen ze iets harder of probeerden ze weer iets nieuws uit. Daarbij bleven ze zeker niet gevrijwaard van valpartijen. “Als jongetje van zes viel ik regelmatig”, herinnert Lavreysen zich. “Maar op die leeftijd ging ik nog niet zo hard, dat scheelde. En op die manier leerde ik ook hoe het niet moest.”

Door de jaren heen is de baan flink onder handen genomen. De startbult is nog hetzelfde, maar grote delen van het parcours zijn anders dan toen Lavreysen als kleine jongen over de bulten sprong. Het doet niets af aan het warme gevoel dat hij krijgt als hij voor even terug is op de plek waar hij zijn eerste meters maakte. “Sinds ik ben gestopt met BMX, heb ik eigenlijk nooit meer op die manier naar deze baan gekeken. Het is bijzonder.”

Lavreysen was twaalf jaar toen hij zijn eerste Nederlandse titel veroverde. Twee jaar later kroonde hij zichzelf tot de beste van Europa. Met zijn imposante lichaam en krachtige benen was hij sterker dan zijn concurrenten. Het was de periode dat bij Lavreysen voor het eerst de Olympische Spelen door zijn hoofd spookten. Hoe mooi zou het zijn om voor het oog van de wereld een gouden plak te veroveren in de sport die hij van kleins af aan deed?

Schouderblessures
Zijn talent bleef niet onopgemerkt. Zestien jaar was hij toen hij naar Papendal, het nationale sportcentrum in Arnhem, verhuisde en zich bij de nationale jeugdselectie voegde. Maar in plaats van stappen voorwaarts te maken, werd hij door blessures geremd in zijn ontwikkeling. Nog specifieker: zijn schouders waren de boosdoener. Twee jaar lang liep Lavreysen te sukkelen. Zodra hij viel, schoot zijn rechterschouder uit de kom. Op een gegeven moment was het zelfs zo erg, dat de schouder al uit de kom schoot als hij na een sprong over een bult met zijn fiets weer op de harde ondergrond landde. De harde klappen waren te veel voor zijn schouder. Zeker dertig keer schoot de schouder uit de kom. Voordat hij eraan geopereerd werd, kon hij hem zelf terugzetten. Later niet meer.

Zijn schouders blijven zijn zwakke plek. Nog steeds slaapt hij in een speciale broek met twee lussen eraan. Daar steekt hij zijn polsen doorheen, zodat hij in zijn slaap zijn armen niet boven zijn hoofd kan doen. Het moet voorkomen dat zijn schouders uit de kom schieten. “Het is de enige belemmering die ik nog heb. Mijn schouders zijn al vier jaar niet meer uit de kom geweest.”

“Ik wilde mijn droom, actief zijn op de Olympische Spelen, verwezenlijken. Als het niet met BMX kon, dan maar met een andere sport”

Harrie Lavreysen

Nieuwe passie
Lavreysen was achttien jaar toen hij op last van zijn coach en fysiotherapeut een punt achter het BMX’en zette. Tijdens een wedstrijd in Valkenswaard viel hij beide schouders uit de kom. Het was de druppel die de emmer deed overlopen. Maar aan stoppen met topsport heeft hij nooit gedacht. “Ik wilde mijn droom, actief zijn op de Olympische Spelen, verwezenlijken. Als het niet met BMX kon, dan maar met een andere sport.” Lavreysen had tot die tijd één keer op een baanfiets gezeten. De coach van de baanwielrenners had al snel in de gaten dat Lavreysen aanleg had voor de sport. Hij kon veel vermogen trappen en was heel sterk in het krachthonk. Lavreysen: “De eerste keer dat ik op de fiets zat, ging best goed. Al had ik geen flauw idee wat ik aan het doen was.” Ruim een jaar had hij nodig om de sport te omarmen. In het begin was het wennen om over strakke houten planken te scheren in plaats van over hoge bulten te springen. Maar naarmate de tijd verstreek, ging Lavreysen de lol ervan inzien. Het tactische spel heeft hem gegrepen. “Ik heb een nieuwe passie gevonden en durf te zeggen dat ik baanwielrennen mooier ben gaan vinden dan BMX.” Hij vervolgt: “Baanwielrennen is net als BMX een krachtsport, maar er komt meer wetenschap bij kijken. Dat vind ik heel interessant. Over het algemeen kun je stellen dat baanwielrennen verder ontwikkeld is dan BMX, dat nog redelijk in de kinderschoenen staat.”

Zijn overstap heeft hem geen windeieren gelegd. Amper vier jaar nadat hij voor het eerst op een baanwielrenfiets was gestapt, is hij zesvoudig wereldkampioen. Hij is recordhouder in Nederland. Lavreysen pakte titels op alle drie de onderdelen: keirin, sprint en teamsprint. Op de uitgestelde Olympische Spelen van 2021 is hij de uitgesproken favoriet.

Even gas terug
Door corona nam hij de voorbije maanden gas terug. Lavreysen had zich ingesteld om afgelopen zomer te knallen in Tokio. Toen dat wegviel, moest hij even de gedachten verzetten. “Ik was al twee jaar met de Spelen bezig. Ik had rust nodig om mij straks weer te kunnen opladen.” In plaats van de fiets koos hij vaker voor de studieboeken.

Nu er geen wedstrijden op het programma stonden, kon hij zich meer richten op zijn studie bedrijfskunde. Waar hij de vakken normaal om zijn trainingen heen plant, had hij nu de tijd om de opgelopen achterstand in te halen. Het was een welkome afleiding. “Ik heb van andere sporters gehoord dat ze het best moeilijk hadden toen de trainingen en wedstrijden plots wegvielen. Gelukkig kon ik mijn gedachten eenvoudig verzetten en mij concentreren op mijn studie.”

Of hij zijn diploma bedrijfskunde ooit gaat gebruiken, durft hij nog niet te zeggen. Wie weet blijft hij heel zijn leven actief in de sport. Maar misschien ook niet. “Het is altijd goed voor later”, zegt hij. “Ik kan goed studeren en heb er soms de tijd voor. Ik vind het leuk om te doen.”

“Ik heb er geen enkele moeite mee om me dingen te ontzeggen. Want sport inspireert mij, elke dag weer”

Harrie Lavreysen

Minifitnessruimte
Al is hij duidelijk: sport staat altijd op één. Zeker als de Spelen van 2021 dichterbij komen. Misschien komt fietscrossvereniging De Durtrappers dan ook nog van pas. Niet per se het parcours, maar het clubhuis. Daar is een minifitnessruimte ingericht voor wanneer de in Apeldoorn woonachtige Lavreysen in de weekenden of vakanties bij zijn ouders in Luyksgestel op bezoek is. Zo kan hij krachttraining doen wanneer hij wil. “Ik heb hier een squat-rek en op de grond liggen platen, zodat ik de gewichten gewoon op de grond kan laten vallen zonder dat er een gat in de vloer komt. Ik heb hier alles wat ik nodig heb om mijn oefeningen te doen”, zegt Lavreysen, wiens moeder de sleutel van het gebouw heeft omdat ze nog regelmatig bardiensten draait. Vader Lavreysen was tot vorig jaar penningmeester van de vereniging. Voor Lavreysen is sport de reden dat hij elke dag uit zijn bed komt. Alles in zijn leven staat in het teken van het fietsen. Of het nu gaat om gezonde voeding, verjaardagsfeesten of een bezoek aan zijn oma. Als hij denkt dat hij er ook maar één procent minder hard door gaat fietsen, doet hij het niet. “Ik heb daar geen enkele moeite mee”, zegt hij. “Want sport inspireert mij, elke dag weer.”

Foto's: Cor Vos & Sportfoto.nl | Harrie Lavreysen
Bron: NOC*NSF - Sport doet iets met je

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.