Magazine

Tim de Boer - 'Het hout van de piste lonkt'

maart 2017

Hij had ook zelf tijdens zijn studie nooit kunnen denken dat hij verantwoordelijk zou worden voor het materiaal van de succesvolle Nederlandse baanselectie, maar Tim de Boer zou voorlopig niets anders willen doen. Omdat de banen in het bos- en natuurbeheer niet voor het oprapen lagen, ging hij als fietshersteller aan de slag bij Stappenbelt in Apeldoorn. Kort daarop kwam het verzoek om de fietsen van de nationale baanploeg onder handen te nemen. De Boer ging niet meer weg. “Maar dankzij de KNWU kan ik nog wel regelmatig vogels spotten in Colombia of Nieuw-Zeeland.”

Het enige hout wat De Boer tijdens het merendeel van zijn werkuren ziet, is de piste van Omnisport Apeldoorn, die gemaakt is van accoya-planken. Uit Nieuw-Zeeland. “Toen ik mijn studie bos- en natuurbeheer begon, was er veel werk te vinden in deze sector. Maar toen ik eenmaal klaar was, kwam er niemand meer aan de bak. Via mijn werk bij Stappenbelt werd ik voor mijn huidige baan gevraagd in 2009. In de eerste drie maanden werkte routinier Willy Felix nog op oproepbasis. Met hem keek ik mee en daarna ben ik fulltime begonnen. Bij Stappenbelt verkochten we toen veel baanfietsen, omdat de baan in Apeldoorn destijds in 2008 net open ging, dus ik wist er wel wat van. “ Zeker met baanwielrennen moet je het onderhoud al doende leren. “Op een opleiding kun je nog wel iets over de verzorging van een wegfiets leren, maar het prepareren van baanfietsen moet je echt zien en doen. In het begin heb ik er met het kitten van de tubes gewoon naast gestaan om te kijken hoe dat ging. “

Banden slijten meest

De Boer heeft er een fulltime baan aan om de fietsen onder handen te nemen. “In principe is het in mijn werk het belangrijkst om bij de wedstrijden te zorgen dat de fietsen telkens klaar zijn voor topprestaties. Een deel van die voorbereiding doe je in Apeldoorn. Je houdt hier de fietsen in de gaten, zorgt dat alles heel blijft. En verder is het van belang dat alles heel op de wedstrijden aan komt, dus dat je al het benodigde materiaal goed verpakt voor de reis.” De Koga-fietsen zijn niet extreem onderhoudsgevoelig. “De banden slijten het meest, dus mijn meeste uren besteed ik aan tubes kitten. Zeker de wedstrijdbanden slijten hard, maar trainingsbanden zijn na 8 tot 12 maanden ook volledig op. Hoewel er veel kracht gezet wordt op het materiaal, hebben we nooit met grote reparaties te maken. Alles wat op de baan gebruikt wordt, is ervoor gemaakt om stijf en sterk te zijn. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit gehad dat iemand van onze selectie zijn ketting brak. “ Bij wedstrijden worden de fietsen van de renners één voor één voor de renners afgesteld. “Veel gaat via de coaches. Die overleggen met de renners welke verzetten ze rijden en geven dat aan mij door. Als de renners nog iets opmerken, een zadel dat hoger of lager moet of iets dergelijks, dan komen ze rechtstreeks bij mij. “ De Boer heeft inmiddels het vertrouwen van een nieuwe lichting baanrenners veroverd. “Je hebt renners die niets voelen, die hebben niet eens gemerkt dat hun zadel wat gezakt is. Anderen komen veel langs of hebben heel specifieke vragen. Het is vaak opvallend dat degenen die het best zijn, ook het gemakkelijkst zijn. Bondscoach René Wolf zegt altijd dat wanneer je steeds aan je fiets laat sleutelen, je vorm niet goed is. Dan zie je meer twijfel over een verzet. Elis Ligtlee is echt extreem gemakkelijk, die denkt ‘het zal wel goed zijn’ , stapt in principe altijd op alles wat ik haar voorzet. Duurrenners Roy Pieters en Jan Willem van Schip zijn meer pietjes precies. “

 

Vrij als een vogel

Voorlopig ziet de Boer zich nog niet opstappen. “Ik zou ook niet meer van 9 tot 17 uur willen werken. Ik begin meestal wel op een vaste tijd, om 8.30 uur. De ene keer ben je om 13 uur klaar, maar voor hetzelfde geld zijn er allemaal gekke dingen aan de hand en ben je tot 18 uur aan het werk in Omnisport. De afwisseling van het werk is heel mooi. Het reizen bevalt me en ik zie graag wedstrijden. Maar ik zie mezelf niet tot mijn pensioen dit werk doen. Als ik hier de deur achter me dicht trek, ga ik iets heel anders doen. Bij een wegploeg? Nooit. Ik heb één keer bij een NK in een auto achter de koers gezeten. Maar ik heb daar geen ervaring in, ben daar misschien ook wel te kritisch voor. Als ik het doe, wil ik het goed doen. Op de baan sta je voor je werk. Die goede naam wil ik op de weg niet te grabbel gooien.” En de natuur gaat hij – als fervent vogelaar – in zijn vrije tijd wel in. “Maar dankzij de KNWU kan ik nog wel regelmatig vogels spotten in Colombia of Nieuw-Zeeland, als we daar met de baanploeg zijn.”

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.