Magazine

Tim de Boer is stille kracht achter baansuccessen

februari 2025

Hij ziet collega´s van andere landen het wel eens rustiger krijgen in de loop van een Nations Cup-wedstrijd of een kampioenschap, maar voor Tim de Boer is het als mechanieker van de Nederlandse baanploeg alle dagen doorbikkelen. De prijs voor het succes kun je het noemen, maar de Apeldoornse fietssoigneur betaalt die graag.

‘’Het is prachtig om zo dicht op de topsport te staan en te genieten van het Nederlandse succes. Door de routine en de ervaring kan ik tijdens het werken door namelijk ook de wedstrijden volgen’’

Tim de Boer

Vijftien jaar is De Boer inmiddels verantwoordelijk voor de fietsten van de TeamNL-baanequipe, zowel bij de trainingen in Omnisport als op internationale toernooien. Hij was erbij op de Olympische Spelen van Londen, Rio, Tokyo en Parijs en hoorde ontelbare keren het Wilhelmus spelen voor bijvoorbeeld de baansprinters of Kirsten Wild. Voor een EK in Heusden-Zolder, net over de grens bij Eindhoven, draait de rossige mechanieker met de kenmerkende baard dan ook zijn hand niet om. Daarbij is ervaring natuurlijk goud waard. ‘’In eerste instantie is het bij het afreizen naar een toernooi belangrijk dat ik zoveel mogelijk voorbereid. Ik heb door de jaren heen geleerd dat hoe meer ik ‘thuis’ in Omnisport al af heb, hoe beter het is. Dus ik probeer de reservefietsen min of meer klaar te hebben, heb alle nieuwe tubes erop liggen en de kettingen moeten voor elkaar zijn. Dat scheelt veel werk als je daar bent, alleen al in je hoofd. Dus dat is de eerste stap. En dan vervolgens heb je op het toernooi eerst trainingsdagen. En dan zorg ik dat de fietsen wedstrijd klaar zijn. Het hangt van de sporter en/of het onderdeel af, wat dat inhoudt. Bij bepaalde renners zet je de fiets voor de training in elkaar en ben je voor de rest van het toernooi klaar. Dan hoef je alleen nog maar een doekje erlangs te halen. Heel misschien een ander verzet te steken. Bij een ander is het zo dat je een fiets op een dag tien keer in je handen hebt. Dat is super afwisselend.’’

Overzicht van verzetten
De Boer blijft rustig in de hectiek van een toernooi waarin er altijd wel iemand voor Nederland in de baan verschijnt. ‘’Als je alles maar voor elkaar hebt en er gaat niets mis, dan is het te overzien. We zijn ook altijd met twee man op zo’n groot toernooi. Het is alleen wel zo dat je altijd een hoop tijd kwijt bent met fietscontroles en bij de pelotonswedstrijden sta je langs de kant met een reservefiets. Dan heb je veel tijd dat je aan het wachten bent. Je moet wel scherp zijn. Maar kunt geen andere dingen doen. Als er echt iemand iets kapot valt, moet je toch naar je mobiele werkplaats bij de Nederlandse box. Dan volg je de koers van een afstandje. Er staat dan een fiets klaar waarmee ik naar de coureur, die op dat moment in de baan is, kan rennen als die panne heeft. Dat komt niet veel voor, dan moet er iets geks gebeuren.’’ De Boer doet veel uit zijn hoofd. ‘’Maar van de verzetten maak ik vooraf een overzicht. Wat men wil rijden bij een wedstrijd, hoor je van de ene sporter al drie weken vooraf, de ander beslist een kwartier vooraf iets anders te doen. De verzetten die zijn gebruikt, heb ik van de afgelopen vijftien jaar allemaal opgeslagen. Dat kan ik allemaal nazoeken. Renners vragen mij dan ‘op dat WK in Parijs reed ik een goede 200 meter, welk verzet reed ik toen?’ Dat kan ik allemaal terug halen. In principe doe je verder alles uit je hoofd.’’

"Omdat het dagelijkse routine is, gaat het veel sneller"

Tim de Boer

Baan valt nooit stil
De mechanieker op de weg is het drukst rond de wedstrijden, maar kan dat – op depannage na – loslaten tijdens de koers. Maar op de baan valt het nooit stil voor de harde werkers achter de schermen. ‘’Het verschil met de weg is dat wij ’s morgens al training hebben. Daar hoef je niet veel aan voor te bereiden. Tijdens de training kun je de fietsen voor de wedstrijd klaar maken. Het zijn lange dagen, maar na de koersen is het een kwestie van even opruimen. Dan kun je ook weg. Of er moet veel kapot zijn gegaan. Normaal gezien begin je om half 9 met de training en moet je er om acht uur zijn. Vervolgens heb je wedstrijden tot 10 uur ’s avonds. Meestal is er een pauze. Een pauze van anderhalf uur telt niet, is het wat langer, dan kun je nog even wat anders gaan doen. Daar wen je wel aan. Als er nieuwe mensen zijn, valt het ze altijd erg tegen, omdat je de hele dag aan moet staan.’’ Toch zou hij het niet willen missen. ‘’Het gaat ook goed met TeamNL en dat is ook leuk. Als je slechte renners mee hebt, ben je eerder klaar. Er gaat namelijk veel tijd inzitten dat je renners mee hebt die bijvoorbeeld het hele sprinttoernooi rijden. Als ze er snel uit zijn, heb je overal een pauze. Voor ons is het na de puntenkoers, de sprint, de scratch en de keirin, het gaat maar door. Ik vind het superleuk dat het zo goed gaat. Ik vind het mooi om die wedstrijden te zien. Je moet het ook wel leuk vinden. Omdat ik het zo lang doe kan ik ook wel werken en koers kijken tegelijkertijd zeg maar, dat maakt het wel leuk. Dat vind ik leuk aan baanwielrennen. Achterin de auto op de weg krijg je lang niet alles mee, ik zie juist bijna alles.’’

In recordtijd nieuwe fiets opbouwen
Stress hoort erbij en als het goed gaat, is het leuk terugkijken. ‘’We reden ooit een sprinttoernooi in Berlijn. Harrie Lavreysen werd er de baan uit gereden en viel. Brak daarbij zijn frame bovendien. Hij zat in de zesde rit en toen moesten ze een herstart doen. In de twee ritten die volgden, moesten we dus een nieuwe fiets voor hem opbouwen. Dat het toen gelukt is om in twee ritten die fiets om te bouwen, is echt bijzonder. Harrie won die rit gelukkig ook. Mijn collega Michon is toen begonnen de fiets uit elkaar te halen, ik ben naar het hok gerend om een ander frame te halen. Toen was het een kwestie om alles zo snel mogelijk om te zetten en dan te gaan rijden. Er kwamen toen ook wel mensen zeggen ‘dat hadden we nooit verwacht dat je dat nog redden’. De ervaring maakt het op zo’n moment dat je het redt. Ik bereid zeker drie fietsen voor in de tijd dat een ander er twee doet. Omdat het dagelijkse routine is, gaat het veel sneller.’’  Maar eigenlijk leveren de mannen van het materiaal ook topprestaties. ‘’Dat wordt wel eens over het hoofd gezien, want het ziet er gemakkelijk uit. En dat is het voor mij ook, gemakkelijk en gewoon, maar wel omdat ik het al vijftien jaar doe zeg maar.’’

Naar een EK gaat er voor iedereen een wegfiets en een baanfiets mee. Veel sporters hebben twee fietsen en er gaat voor elke maat een reservefiets mee. Daarmee reist TeamNL af met circa 45 fietsen.

Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren. Daarnaast vragen we je toestemming om analytische cookies en marketingcookies te plaatsen. Daarmee meten we het gebruik van deze website en kunnen we ons aanbod beter afstemmen op jouw voorkeuren. Deze cookies verzamelen persoonsgegevens. Geef hieronder aan welke cookies je wilt accepteren. Meer weten? Bekijk onze privacypagina.