Handbikester Jennette Jansen is op de Paralympische Spelen één van de troeven van de Nederlandse ploeg. Op de afgelopen wereldkampioenschappen wist ze in haar H4-klasse zowel de tijdrit als de wegwedstrijd op haar naam te brengen. Sinds ze zich fulltime op haar sport kan richten, heeft ze flink wat progressie weten te maken. De basis voor haar successen legt ze in trainingssessies in Twente, Salland of net over de Duitse grens. “Ik ben iemand die altijd de trainingen af wil maken. Maar merk ook steeds meer dat ik een goede balans moet vinden tussen inspanning en herstel.”
“Ik ben iemand die altijd de trainingen af wil maken. Maar merk ook steeds meer dat ik een goede balans moet vinden tussen inspanning en herstel”
Ze heeft er al de nodige ervaring als paralympische sporter op zitten. Jansen was al actief op het onderdeel wheeler (atletiek) en als rolstoelbasketbalster. Ze nam aan zes edities van de Paralympische Spelen deel vanaf 1988 (Seoul), deze zevende deelname wordt de tweede keer op het onderdeel handbiken. Via enkele wedstrijdjes bij AWV De Zwaluwen in Almelo raakte de sportvrouw uit Westerhaar-Vriezenveensewijk verslingerd aan het handbiken. Ze was van meet af aan een medaillekandidaat, maar sinds enkele jaren is ze vaak titelfavoriet op de ligfiets én maakt ze die status waar op de kampioenschappen en in de wereldbekers.
Volledig focussen
Zelf legt ze een verband tussen haar huidige successen en de beslissing fulltime te gaan sporten. “Ik denk dat dit sowieso een pré is van het paralympische sporten in Nederland. Als je tot de top behoort, krijg je een inkomen en kun je jezelf volledig focussen op het trainen en beter worden in je sport. Ik ben hiervoor 22 jaar schadecorrespondent op een verzekeringskantoor geweest. Altijd bij dezelfde baas, dus het was wel een stap om dat op te zeggen. Ik had ook de afspraak om weer terug te komen na mijn sabbatical van een half jaar rond de Paralympische Spelen van Rio (2016), maar ik merkte dat ik de balans niet meer kon vinden. Ik was al steeds minder gaan werken, op het laatst 28 uur, maar ik merkte bij mijn terugkeer heel sterk dat dit niet de weg was voor mij om op door te gaan. Ik ben iemand die haar werk altijd af wil hebben en ook altijd honderd procent inzet wil tonen, maar het geeft me nu veel meer rust dat ik me helemaal op mijn sport kan richten. In plaats van twee dingen niet optimaal met elkaar te laten combineren.”
"Uiteraard ga ik volledig voor goud, ik wil daar echt het beste uit mezelf halen, maar ik zal moeten afwachten hoe het gaat"
Perfecte mix
“Ik werk al tien jaar met dezelfde Duitse trainer en dat bevalt me heel goed. Hij stuurt me schema’s en daar kan ik blind op varen. En hij weet dat ik trainingen altijd wil afmaken en honderd procent inzet toon. De afgelopen jaren kon ik in de H4-klasse steeds de wereldtitel veroveren. En dat voelt goed. Ik heb de perfecte mix gevonden van mijn trainingen gedisciplineerd afwerken, trainingskampen, wedstrijden en vooral ook rust. Ik weet wat ik nodig heb om optimaal te presteren en dat voelt heel prettig. Ik was na de coronapauze wel heel gespannen of ik nog wel voor de hoofdprijs kon meespelen. Na Emmen in 2019 hadden we immers geen internationale competitie meer gehad. En dan kan iedereen wel zeggen ‘jij steekt er vast nog altijd bovenuit’, maar het is wel heel prettig om daar ook de bevestiging van te krijgen. Je hebt toch ook telkens weer met nieuwe en vaak jongere tegenstanders te maken. Het afgelopen WK was dan ook echt goed voor mijn vertrouwen. Op die basis kon ik verder richting Tokyo bouwen." Toch is door een andere indeling van de wedstrijdklassen op de Paralympische Spelen bepaald niet zeker of Jansen ook hier het goud kan behalen. “Ik rijd de tijdrit samen met de H5-klasse, de wegwedstrijd samen met H3. De eerste combinatie is best wel bijzonder, omdat ik in een ligfiets lig en anderen in hun rolstoel zitten. In het klimmen zijn zij in het voordeel, wij iets meer in de afdalingen. En dan maar hopen dat dit elkaar enigszins compenseert en dat het een spannende strijd wordt. Ik ga dan ook met een open blik richting Tokyo. Uiteraard ga ik volledig voor goud, ik wil daar echt het beste uit mezelf halen, maar ik zal moeten afwachten hoe het gaat. Ik hoop dat ik er vrede mee kan hebben als het geen zege wordt. Dat het niet blijft knagen.”
Eindsprint
Langste training ooit
“De langste trainingen doe ik in de aanloop naar het seizoen. Zo heb ik dit voorjaar regelmatig 4 à 5 uur getraind. In Valencia kwam ik begin dit jaar een keer tot zes uur. Daar heb ik een goede basis voor het seizoen kunnen leggen. En in de juiste omgeving, want in Tokyo is het parcours ook heuvelachtig.”
Scooterrijder
“Daar ligt mijn snelheid op de ligfiets net iets te laat voor. Ik kan me voorstellen dat iemand als Jetze Plat daar wel iets aan heeft. Want die komt regelmatig tot boven de veertig kilometer in zijn wedstrijden. Bij mij staat de teller maximaal op 37,5 kilometer. Een goed alternatief zijn de trainingsritten met mijn vriend, als hij op de racefiets zit, kan ik in zijn wiel blijven op een bepaalde snelheid.”
Trainingsuren
"Gemiddeld kom ik wel tot 18-20 uur in de week. En dan heb ik het over fietsen. Daar komt in ieder geval nog drie uur fitness in de week bij. Vroeger was dat in de sportschool, sinds corona doe ik veel oefeningen zelf thuis.”
Zadeltasje
"Ik heb altijd een tasje met reservemateriaal mee. Standaard zitten daar banden in, want ik reed onlangs nog twee keer lek. Verder heb ik geld en pasjes bij me en toch ook iets om me mee te identificeren. Ik gebruik geen bidons, maar heb achterop een camelbag om vanuit te drinken. En er zijn ook altijd wel sportrepen bij.”
Trainen als brommer
"Laat me voorop stellen dat iedereen in onze paralympische topsportgroep hard traint. Iedereen is enorm gedreven. Maar ik heb wel respect voor Jetze Plat, die twee sporten (ook triathlon) doet en barst van de energie. Bij mij was dat vroeger ook zo, maar tegenwoordig moet ik erop letten dat ik een goede balans houd in inspanning en herstel.”
Strava
“Ik gebruik eigenlijk geen Strava. Ik ben sowieso niet iemand die altijd maar bezig is met records en vergelijkingen maken. Wel heb ik een powermeter waaruit allerlei gegevens afgelezen kunnen worden. Ik ben ook niet iemand die alles perse wil delen met anderen en je wilt de concurrentie ook niet wijzer maken natuurlijk.”
Trainingsrondje
“Net als veel mensen -vermoed ik – wissel ik mijn rondjes een beetje af. Voor mijn intervaltraining trek ik naar net over de Duitse grens. Dat is een half uurtje rijden voor mij. Daar heb ik een twaalf kilometer lange weg zonder zijstraten, waar ik ongestoord mijn intervalsessies kan doen.’’
Koffiestop
“Ben ik ook al niet zo van. Ik werk graag mijn trainingen af en ga daarna een kop koffie drinken. Dat heeft er ook wel mee te maken dat ik dan uit en in mijn ligfiets moet en dat ik het idee heb dat ik na zo’n stop toch iets last van mijn lijf krijg. Dat de verzuring toeslaat."
Bestelling
“Als we een keer stoppen – en dat gebeurt dan meestal in het voorjaar en niet in de aanloop naar wedstrijden – kun je me plezier doen met een gewone kop koffie. Het heeft dan ook wel wat om aan de boulevard te zitten in de zon. Bijvoorbeeld aan het Gardameer.”
Vaste trainingspartner
“Dat is mijn vriend. Op zondag rijden we vaak samen. Door de week heeft hij zijn werk en train ik gewoon overdag. Maar het moet dan natuurlijk wel goed weer zijn bij zo’n zondagsritje. Ik heb de afgelopen winter toch wel veel op de Tacx getraind. En dat doe je dan toch alleen.”
Omgeving
“Ik woon mooi in Twente en daar geniet ik dan ook altijd van. Maar een mooie heuveltraining net over de grens in de omgeving van Uelsen en Itterbeck is ook niet te versmaden. Daar heb je een aantal lastige maar korte klimmen. En op de Holterberg fiets ik ook graag. Ook vanwege het sociale aspect. Je komt er altijd mensen tegen.”