Plezier maken. Hoewel het wielerleven van Koen Bouwman (25) serious business is geworden, blijven die twee woorden elke dag centraal staan. Dat was vroeger zo toen hij met vrienden voor de lol fietste, maar ook nu hij als prof trouw zijn trainingsschema’s afwerkt om zijn doelen te bewerkstelligen.
"Er plezier in hebben is nog steeds het belangrijkste"
“Natuurlijk is het anders als profrenner”, erkent Bouwman. “Maar ik heb altijd gefietst voor mijn plezier en dat doe ik nog steeds.” De Achterhoeker laat zijn gedachten terugkeren naar de prille beginjaren als wielrenner. Als zijn vrienden vijf uur gaan trainen, dan doet Bouwman dat ook. Taaien zijn vrienden na een uur af, dan houdt hij het ook voor gezien. Ongedwongen uren maken en de wereld ontdekken. Van trainingsblokken of schema’s is dan nog allerminst sprake. “We hadden toen helemaal niet in de gaten dat er ook zoiets bestond als een trainer die je kon helpen om beter te worden.”
Dat komt pas als Bouwman als laatstejaars belofte voor SEG Racing Academy gaat rijden. “De Griek Vasilis Anastopoulos was mijn eerste trainer. Ik merkte direct verbetering. Als je talent hebt, dan kun je er op een gegeven moment niet meer omheen. Ik rijd nu op een niveau dat trainingsschema’s gewoon nodig zijn. Er zijn jongens die onwijs geïnteresseerd zijn in die trainingsleer en constant vragen stellen aan hun trainer, maar ik heb dat niet zo. Ik zeg tegen mijn trainer Marc Lambers hoe lang ik wil fietsen en hij zet er intervallen in zodat ik de benodigde prikkels krijg om uiteindelijk een bepaald niveau te halen.”
Als er bij SEG vijf uur op mijn schema stond, dan dacht ik: zo, vijf uur. Dat is lang!’
Koerssituaties nabootsen
Het verschil in training tussen SEG en Team Jumbo-Visma is vrij groot, beaamt Bouwman, die sinds 2016 voor de Nederlandse WorldTour-formatie rijdt. “Het zijn nu vooral langere trainingen. Soms zit ik zeven of acht uur op de fiets. Als er bij SEG vijf uur op mijn schema stond, dan dacht ik: zo, vijf uur. Dat is lang! Bij SEG was ik bovendien vaak kopman, terwijl ik bij Team Jumbo-Visma knecht ben. Aan het begin van het seizoen heb ik veel tempo-duurtrainingen gedaan. Dat betekent dat je op een tempo rijdt dat je een aantal uur vol kunt houden. Dat had ik nodig om op kop te kunnen rijden voor Primož Roglič tijdens het voorjaar.”
Hoewel Bouwman een huisje huurt in Spanje, is zijn vaste uitvalbasis nog steeds de Achterhoek. Het dorpje Ulft om precies te zijn. “Welke trainingsvormen ik doe, ligt aan de periode van het seizoen. Als ik richting een doel toewerk, dan probeer ik koerssituaties na te bootsen. Bijvoorbeeld door omslagblokken, waarbij je het tempo rijdt dat je een uur lang vol kunt houden. In die blokken moet je dan iedere vijf minuten een demarrage van dertig seconden plaatsen. En vervolgens moet je weer terugkeren naar je omslagpunt. Dat zijn specifieke trainingen die ik vlak voor een koers doe.”
Als een belangrijke koers nadert, wijkt Bouwman, als hij niet in Spanje zit, meestal uit naar Duitsland. “Net over de grens ligt de Eltenberg. Als je die van onder naar boven stevig doorrijdt, doe je er ongeveer drie minuten over. Op Nederlands grondgebied is de Peeskesbult hét heuveltje uit mijn buurt, maar de Eltenberg ligt vijf kilometer verder en is een stuk langer en kent meer hoogtemeters. Maar al die klimmetjes liggen mooi in verbinding met elkaar, waardoor ik kriskras door het glooiende Montferland kan trainen. In Spanje zijn mijn trainingen nog makkelijker uit te voeren, maar hier in de Achterhoek heb ik ook een prima basis om goed te trainen. Eigenlijk kan ik hier alle kanten op.”
Eindsprint
Strava:
“Het is leuk om te laten zien wat ik doe. Het is meer voor mensen die me willen volgen, dan echt voor mezelf. Ik kijk natuurlijk weleens wat andere jongens hebben gedaan, maar voor trainingsanalyses gebruiken we een eigen trainingsprogramma. Als ik thuiskom worden mijn resultaten automatisch geüpload. Ideaal dus.”
Trainingsrondje:
“Ik heb geen vaste trainingsronde, maar wel vaste punten waar ik vaak kom. Een training die ik regelmatig rijd, gaat vanuit mijn woonplaats Ulft in een uur naar de Posbank en vervolgens weer een uur terug. Dan heb ik bij de Posbank nog alle tijd om me uit te leven. Dat vind ik erg leuk om te doen. Daarnaast ga ik regelmatig Duitsland in om te trainen, vooral als ik blokken op mijn schema heb staan.”
Koffiestop:
“Bij Team Jumbo-Visma wordt er niet moeilijk gedaan als je stopt tijdens een training. Ik pak zo’n één keer in de twee weken een terrasje, maar ik ben niet iemand die elke dag stopt. Ik ben dan ook geen koffiedrinker.”
Vaste trainingspartner: “
"Ik train graag met anderen, want dan gaat de tijd lekker snel. Maar aangezien mijn niveau omhoog is gegaan, is het niet altijd makkelijk meer om met vrienden een rondje te maken. Als ik echt hard moet trainen, dan ga ik meestal in mijn eentje. Sinds kort woont mijn ploegmaat Tom Leezer echter in de buurt. Dus kan ik de komende tijd vaker met hem op pad.”