Marianne Vos heeft de wielerfans van nu al veel plezier gegeven met olympische titels, wereldtitels, Europese titels en iconische zeges in de Ronde van Vlaanderen, de Giro Rosa, de Waalse Pijl en onlangs nog in La Course. En als het aan de kopvrouw van CCC-Liv ligt, komen daar nog mooie zeges bij de komende jaren. Maar de Brabantse wil – ook nu haar eigen loopbaan nog zo succesvol verloopt – eveneens werken aan de toekomst van het wielrennen.
Er zijn sporters die pal na het stopzetten van hun eigen loopbaan een stichting lanceren. Er zijn er ook die dat al doen als ze zelf nog volop in de spotlights staan. Marianne Vos behoort tot die laatste categorie. Net voor een succesvolle periode in haar eigen loopbaan – met vier ritzeges in de Giro Rosa én de winst in La Course – lanceerde ze Klaar voor de Start; een initiatief om meer kinderen op de racefiets, mountainbike of BMX-fiets te krijgen. "Ik speelde al langer met het idee. Ik ben ambassadeur van het Jeugdsportfonds en dat fonds heeft als insteek om kinderen aan het bewegen te krijgen. Welke sport voor die beweging zorgt, maakt daar niet uit. Ik merkte dat in de praktijk maar weinig kinderen kozen voor het wielrennen. De stap blijkt in de praktijk best groot om op de fiets te stappen. Ik ben mijn ouders heel dankbaar dat ze veel van hun energie en geld hebben willen investeren om mij en mijn broer Anton te laten wielrennen. Maar ik begrijp ook dat niet iedereen die offers wil of kan brengen.
Maar Klaar voor de Start is er niet alleen voor kinderen uit gezinnen met financiële beperkingen, het gaat vooral om de drempel te verlagen en wielrennen toegankelijker te maken. Kinderen krijgen via een leencontract zes maanden de beschikking over een fiets bij een club en er wordt ook gezorgd voor een betere doorstroming vanuit dikke banden races naar de verenigingen. We zitten in een bloeiperiode met de wielersport, maar tegelijkertijd loopt het aantal jeugdleden terug. We willen met Klaar voor de Start zorgen voor een ommekeer. Ik zeg 'we', omdat er veel kundige mensen aan werken, die daar ook veel tijd in kunnen spenderen. En omdat toppers als Tom Dumoulin (hij was mede-initiatiefnemer), Steven Kruijswijk en Sam Oomen ook hun medewerking hebben toegezegd. Het is de bedoeling dat er ambassadeurs komen in alle regio’s en uit verschillende wielerdisciplines, mannen én vrouwen."
"Ik ben mijn ouders heel dankbaar dat ze veel van hun energie en geld hebben willen investeren"
Bewust twee structuren
In het kader van de vrouwenmaand vroegen we Marianne Vos ook naar haar kijk op de positie van de vrouw in de wielersport. Haar team CCC-Liv heeft met CCC ook een mannentak, waar onder anderen Laurens ten Dam en Greg van Avermaet voor rijden. "In de praktijk hebben we niet heel veel contact. In tegenstelling tot teams als Sunweb, Movistar, Lotto-Soudal, Mitchelton-Scott en Trek-Segafredo komen we niet voort uit dezelfde structuur. Er is bewust gekozen om de twee afzonderlijke structuren – die voortkwamen uit de BMC-mannentak en de WaowDeals-vrouwenploeg – te laten bestaan. Maar we voelen ons wel verbonden, hebben gezamenlijke trainingskampen en zien elkaar natuurlijk bij voorjaarsklassiekers met een mannen- en vrouwentak.
We proberen in de toekomst wel nog iets meer gezamenlijke activiteiten te ontplooien, maar onze teams houden wel de eigen basis. We kunnen zeker ook van elkaar leren. Bij een mannenteam als CCC is heel veel kennis, omdat er heel veel gespecialiseerde krachten zijn die proberen de ploeg naar een hoger niveau te tillen, qua materiaal, voeding, training en tal van andere zaken. Daar kunnen wij ook iets van opsteken. Wat voor mannenteams wel eens verhelderend is, is hoe kort de lijnen zijn bij een vrouwenteam, hoe hecht zo’n team ook is door een smallere basis en dat je dan soms zo gemakkelijker tot beslissingen en uitvoering komt."
Het vrouwenwielrennen
Het vrouwenwielrennen mag al jaren op een grote betrokkenheid rekenen van Vos, die bij de UCI vanuit haar positie in commissies van de internationale wielerbond pleit voor meer aandacht voor de sport en de rechten van de rensters. "Ik heb de afgelopen tien jaar de sport wel enorm zien groeien, laten we met dat positieve punt beginnen. Er zijn een groot aantal vrouwenteams bijgekomen, die door hun band met een mannenformatie een steviger fundament hebben. De uitstraling is ook gestegen. Het wagenpark van de Giro Rosa bestond tien jaar geleden voornamelijk uit auto’s en busjes, maar daar zijn nu ook de grote teambussen bijgekomen. De salariëring van de rensters is beter en – hoewel er nog ruimte genoeg voor verbetering is – krijgt het vrouwenwielrennen steeds meer aandacht. Al moet je als wielerfan nu nog best moeite doen om uit te vinden of en hoe je de wedstrijden kan volgen. Daar valt nog wel wat te verbeteren."
"De top heeft zich goed ontwikkeld en het niveau is enorm hoog, maar er is ook behoefte aan een laag daaronder"
Er is volgens Vos ook behoefte aan een tweede laag, waar de UCI in haar nieuwe plannen ook oog voor heeft. "De top heeft zich goed ontwikkeld en het niveau is enorm hoog, maar er is ook behoefte aan een laag daaronder, zodat je niet direct als jonge renster of als later begonnen 'zij-instromer' tegen de beste rensters van de wereld hoeft te fietsen. Nou moet ik zeggen dat we in Nederland al een goede basis hebben, waar je ook de tijd krijgt om te groeien. Dit ook dankzij clubs als Jan van Arckel, Swabo en De Jonge Renner, die zorgen voor dat belangrijke fundament. In het buitenland heb je die basis niet. Dan val je nog gemakkelijker tussen wal en schip. Dan halen alleen de echte supertalenten – zoals in ons land iemand als Lorena Wiebes – de top."
Als het aan Vos ligt blijft ze de komende jaren zelf nog actief. "Ik zou graag de Olympische Spelen in Tokyo rijden en het is ook een droom om nog eens wereldkampioene te worden." Maar ook daarna is ze niet voor de sport verloren. "Ik zie mezelf niet direct ploegleidster worden, maar zou wel willen adviseren en meedenken in een team. En praten over wielrennen vind ik ook leuk, dus dat zal ik, denk ik, ook wel blijven doen", verwijst ze naar onder meer commentaar geven en het aanschuiven bij wielerprogramma’s. "Naast een toekomst binnen de wielersport lijkt het me ook juist leuk om iets compleet anders te gaan doen. Kennis maken met een andere wereld zou zeer verrijkend kunnen zijn. Desalniettemin zal de wielersport me altijd lief zijn."
Vraag | Antwoord Marianne |
---|---|
Dilemma: Stop je als je weet dat je nooit meer een wedstrijd kunt winnen? | "Ik heb dat wel eens zo benoemd. Laten we zeggen dat ik stop als ik niet meer kan meedoen om het spel mee te spelen om te winnen. Voormalig bondscoach Johan Lammerts zei altijd dat je een koers kunt bepalen of ondergaan. Ik wil wel mede bepalen, voor mezelf of voor een ploeggenoot, hoe de wedstrijd afloopt. Alleen maar meerijden is niet echt iets voor mij, vrees ik." |
Favoriete wielerdiscipline |
"Ik denk dat het juist goed is om je multidisciplinair te oriënteren in de wielersport. Ik zou echt niet kunnen kiezen tussen veldrijden en wegwielrennen. Als het einde van het ene seizoen nadert, kijk ik al weer uit naar de andere discipline. Dat houdt de sport voor mij verfrissend. En bovendien houd ik erg van competitie, een jaar rond." |
Minst favoriete trainingsonderdeel | "Eigenlijk vind ik alles leuk. Maar als je niet echt in je topvorm verkeert en je moet blokkentraining doen, dan valt het soms niet mee om dat op te brengen. Die intervaltraining vereist overigens altijd wel motivatie en focus. Blokjes van een halve tot één hele minuut liggen me bijvoorbeeld goed, maar ik weet dat ik ontzettend ga afzien." |