De KNWU bestaat in 2028 100 jaar. Hoe zouden we die verjaardag vieren? Vol melancholie achterom kijkend naar hoe alles vroeger beter was? Of juist vol energie en inspiratie, een sportbond die er het liefst nog eens 100 jaar aan vast knoopt?
Wat ons betreft het laatste, maar vanzelf zal dat niet lukken. Daarom hebben we een nieuwe strategie vastgesteld voor de periode 2023-2028. Een strategie waarmee we ons rekenschap geven dat de wereld om ons heen verandert en dat het vroeg of laat ook consequenties moet hebben voor hoe wij ons als KNWU organiseren. Op 14 juni beslissen we daarover op ons voorjaarscongres. Wat ons betreft stellen we dan ook twee prioriteiten voor de KNWU vast, voor de komende jaren; jeugd en verenigingen.
Het op de fiets krijgen van jeugd is een kerntaak voor de KNWU. Dat wordt steeds moeilijker, vandaar dat we het prioriteit geven. We zullen goed moeten kijken welke takken van de wielersport het goed doen bij de jeugd. Ook moeten we investeren in faciliteiten en trainers, we moeten ruimte geven aan nieuwe vormen, we zullen moeten samenwerken met partners. Dat lukt echt niet vanuit het bondsbureau alleen, daar hebben we onze verenigingen hard bij nodig. Daarom is dat onze tweede prioriteit: sterke verenigingen, goed ondersteund vanuit de landelijke organisatie op het bureau.
Het onderwerp waarbij we deze voorstellen doen heet op het congres ‘strategie & structuur’. Het idee is namelijk dat als we een strategie hebben, we ook kunnen kijken of we als KNWU eigenlijk wel goed georganiseerd zijn (structuur). Een voorbeeld daarvan is dat we sterke verenigingen willen en dus sterke bestuurders en vrijwilligers nodig hebben bij die verenigingen. Dat wordt echter steeds moeilijker. Allerlei verenigingen, niet alleen in de sport, hebben steeds meer moeite bestuurders en vrijwilligers te vinden. En wij hebben die mensen niet alleen nodig bij de verenigingen, maar ook in afdelingen en districten. We hebben hier een radicale conclusie uit getrokken: wat ons betreft schaffen we de districten en afdelingen af en bouwen we de KNWU op sterke verenigingen. Vrijwilligers en bestuurders hebben we daar het hardste nodig. Als we de kwaliteit van de dienstverlening vanuit het bureau aan de verenigingen verder weten te verhogen, kan dat ook best. Dan kunnen leden en verenigingen direct terecht bij het bureau en zullen de districten en afdelingen ook minder worden gemist.
Strategische keuzes doen altijd een beetje pijn. Het komt er toch op neer dat je bepaalde zaken belangrijker verklaart dan anderen en daar consequenties aan durft te hangen. Zo ook hier. Maar we geloven bij de KNWU dat we op die manier een organisatie creëren, die straks ook weer klaar is voor de volgende 100 jaar!