De wielersport draagt onmiskenbaar bij aan de verbetering van de conditie, motoriek en gezondheid in zijn algemeen. Maar de letselcijfers laten ook de keerzijde zien. Want als het mis gaat, is het letsel vaak ernstig. De KNWU, Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) en het kenniscentrum letselpreventie VeiligheidNL gaan samenwerken om fietsongevallen te voorkomen.
Bijna 1 miljoen sportieve fietsers
Het aantal wielersporters in Nederland is gestegen tot meer dan 900.000. Steeds meer mensen wielrennen, mountainbiken of gravelbiken, blijkt uit onderzoek van wielersportbond NTFU in samenwerking met Ipsos. Dat is mooi, want fietsen is gezond voor je fysieke en mentale gezondheid. Maar fietsen op een racefiets, mountainbike of gravelbike vraagt andere vaardigheden dan fietsen op een gewone fiets. Net als fietsen over een mountainbikeroute of fietsen in een groep. Een hobbelige weg of nat wegdek kan voor een hoger risico op valpartijen of andere ongevallen zorgen.
VeiligheidNL analyseerde het risico op ongevallen van alle sporten door het aantal sporturen gelijk te trekken naar 1000 en vervolgens het aantal bezoeken aan een spoedeisende hulp per 1000 sporturen te vergelijken. Bij deze analyse van de letselcijfers van 2022 bleek dat mountainbiken voor het hoogste bezoeken aan een spoedeisende hulp te zorgen. Wielrennen staat in deze rangorde op de 4e plek. 92 procent van deze bezoeken wordt veroorzaakt door een val van de fiets. Dergelijke ongevallen en blessures leiden vaak tot langdurig sportverzuim of zelfs permanent sportuitval. Daarnaast leiden ze tot hoge zorgkosten en werkverzuimkosten.
Erik Tolboom, manager partnerships bij NTFU: “De meeste wielersporters die op de SEH belandden, zijn gevallen zonder botsing, bijvoorbeeld door niet goed opletten. Voor een belangrijk deel kun je zelf een ongeval voorkomen, door te zorgen dat je de fietstechnieken goed onder de knie hebt. Wielrennen, mountainbiken en gravelbiken is immers echt wat anders dan gewoon fietsen. Dat leer je bijvoorbeeld tijdens een techniektraining als Start2Bike. Op mountainbikeroutes vertellen kleurcodebordjes hoe makkelijk of moeilijk de route is en kun je dus beter inschatten of de route past bij je fietsvaardigheden".
Letselpreventie noodzakelijk
Cijfers van SEH-bezoeken en trends in ernstig letsel benadrukken het belang van extra aandacht voor veiligheid tijdens het mountainbiken en wielrennen. NTFU, VeiligheidNL en de KNWU willen via aanvullend onderzoek inzicht krijgen in wat er gebeurt voorafgaand en tijdens een fietsongeval, ook bij de ongeorganiseerde sportieve fietser. Door onder andere data te verzamelen bij wedstrijden, toertochten en clubritten, en ook van het gewone zondagse ritje. Hierbij is te denken aan een verbeterde inventarisatie van valpartijen, ongelukken, de aanleiding van de val en het verloop van herstel en nazorg.
Henk van Beusekom, manager clubsupport en fietsstimulering bij de KNWU: “Wij willen meer inzicht hebben in waardoor renners vallen en wat de gevolgen zijn. Op basis van deze feiten kunnen we kijken welke interventies er nodig zijn om het veiliger te maken.”
Relatief minder hoofd- en hersenletsel
Ruim de helft van de wielrenners en mountainbikers op de SEH heeft een botbreuk, voornamelijk een gebroken schouder of sleutelbeen. Hoofd- en hersenletsel volgt daarna. Voor wielrenners, mountainbikers en gravelbikers is het dragen van een helm heel normaal. Uit fietsonderzoek van VeiligheidNL blijkt dat een zeer groot deel van de wielrenners en mountainbikers die een SEH bezochten na een ongeval een fietshelm droeg, 79% van wielrenners en 69% van de mountainbikers met letsel droeg een helm ten tijde van het ongeval. Bij andere fietsslachtoffers ligt dat aandeel een stuk lager, slechts één op de vijf droeg een fietshelm ten tijde van het ongeval.
De kans op hersenletsel was één derde lager en de kans op hoofdletsel was zo'n twee derde (-62%) lager wanneer slachtoffers een helm droegen tijdens het fietsongeval, ten opzichte van slachtoffers die geen helm droegen. Een goed voorbeeld van een effectieve preventiestrategie.
Victor Zuidema, programmamanager sportblessurepreventie bij VeiligheidNL: “Van de 900.000 sportieve fietsers is iets meer dan 10% lid van een club. Samen met de KNWU en de NTFU hebben we daarom het gezamenlijke doel gesteld om ons ook te gaan richten op de ongeorganiseerde sportieve fietser. Om beter zicht te krijgen op de toedracht van letsels die zij oplopen en welk handelingsperspectief we ze kunnen geven om zo het risico op letsels te verkleinen. En we onderzoeken hierbij ook hóe we die groep kunnen bereiken.”