Met de laatste structurele editie van KNWU Wielersport die vrijdag 20 december op de deurmat ligt, komt een einde aan een lange historie van gedrukte communicatie tussen de KNWU en haar licentiehouders. Generaties keken uit naar het blad om hun naam terug te lezen in een uitslag of wedstrijdverslag. Het was ook jarenlang de enige communicatie met de achterban voor de KNWU over tarieven en kalenders. In de loop der jaren namen internet en sociale media veel van die taken over. KNWU Wielersport bood de afgelopen jaren achtergronden, trainingsinformatie en langere interviews. Deze verhalen en meer vind je voortaan terug op onze online kanalen. We blikken nog één keer terug.
Wieler Revue Nationaal startte in 1990 op initiatief van redacteur Herman Harens, die daarvoor in Wieler Revue al had proef gedraaid met de losse bijlage Regionaal. Harens was een kleurrijk man die daarvoor ook als schipper, winkeleigenaar en kroeguitbater actief was geweest. En dol was op wieleruitslagen, getuige ook zijn wielerjaarboek. De KNWU had net een aantal jaren achter de rug waarin hun ‘Bulletin’ was verschenen. Behalve een foto op de voorkant van een recent succes of een nationale selectie bevatte dat blad weinig actieve sportbeleving. Het draaide vooral om uitslagen, officiële mededelingen en wedstrijdadvertenties. Wie zich nog herinnert dat er met de gele wedstrijdkaarten ingeschreven moest worden op die advertenties om van start te mogen gaan in de koersen, is geen 20 meer. ..
Wieler Revue Nationaal was een mooie mix van Regionaal en het KNWU-bulletin. Het begon met een aantal redactionele pagina’s met interviews, korte rubrieken en wedstrijdverslagen met veel fotografie en eindigde met de mededelingen van de KNWU. Dat alles werd in Raalte opgemaakt, waarna er vaak eindeloos met proefdrukken heen en weer gefaxt (!) en gemaild werd om juist die ofciële berichten foutloos bij de licentiehouder thuis te krijgen. Je kunt het je nu nauwelijks voorstellen in een periode dat soms het verslag in de krant van maandag al als gedateerd wordt gezien, maar er werd in de jaren negentig reikhalzend uitgekeken naar de Nationaal. Reed je bij de eerst vijftien dan stond je naam afgedrukt. En deed je het heel goed dan werd je uiteraard even geciteerd in het wedstrijdverhaal. Won je wedstrijden aan de lopende band, dan was de kans groot dat één van de redacteuren of medewerkers bij je op de stoep stond om een interview af te nemen. Een mooi visitekaartje richting de profteams in de tijd dat Pro Cycling Stats nog niet bestond. Het blad viel lang om de twee weken op de deurmat, een frequentie waar de jaren daarna telkens aan werd gesleuteld. In die tijd reisden we wat af om jonge talenten maar ook succesvolle masters te interviewen, daadwerkelijk elk weekeinde wedstrijden te bezoeken voor een verslag en daarbij werden ook de baan, het mountainbiken en het veldrijden niet vergeten. BMX kwam daar later ook nog bij.
Zomerdijk en Vingerhoets
Grote waarde werd ook gehecht aan de districtsrubriek met nieuws van regionale correspondenten als Lucas Reinds, Ben Zomerdijk, Hans van Houdt en Jan van Dongen, waarin het nieuws uit alle hoeken uit het land werd gedeeld. En altijd werd er ook stiekem wat gemopperd omdat die mannen vaak net iets meer oog zouden hebben voor een bepaalde club of regio uit hun gewest. Ad J. Vingerhoets verzorgde in de rubriek ‘Onze Clubs’ de echte korte nieuwtjes die hij uit de toegestuurde clubbladen viste. Het blad was – in combinatie met het door Evert de Rooij gedreven Wieler Revue – ook een mooie kweekvijver voor journalistiek talent. Raymond Kerckhoffs stuurde ooit Limburgs wielernieuws in voordat hij bij De Telegraaf aan het werk ging, Jumbo-Visma-persman Ard Bierens was actief in de regio Brabant en de huidige chef sport van het Dagblad van het Noorden Harm Vonk hield ons geïnformeerd vanuit het noorden van het land. Veel van de correspondenten hadden echter een reguliere baan en werkten ook als freelancer voor andere media op het gebied van sport.
Meer achtergronden
WR Nationaal werd KNWU Wielermagazine (met een mix van het internationale nieuws) en vervolgens KNWU Wielersport, een verwijzing naar juist weer een vroege voorloper van WR Nationaal. Bij deze laatste jaargang hebben we het al lang niet meer over 24 bladen met een sterk wisselende omvang van tussen de 16 en 48 pagina’s, maar ploft er vier keer per jaar een tijdschrift van 68 pagina’s op de mat. Ooit schepten we er eer in geen koploper onvermeld te laten in de verslagen in het blad. Onlangs nog zei Laurens ten Dam dat hij het geweldig vond om zijn naam terug te lezen in zijn eerste wielerjaren. Die functie had het tijdschrift van de KNWU toen ook. Maar met de komst van internet en met alle verslagen die de teams zelf publiceren op social media en eigen websites van de profs was dat op de voet volgen van de sport eigenlijk wat achterhaald geworden.
Na een korte periode waarin vooral de KNWU-prestaties als een oranje waas over het blad lagen, is nu het accent naar de achtergronden verschoven. Waardoor je verhalen kunt lezen die de kranten en sites niet altijd oppikken, met een renner die net niet de populariteit, bekendheid én palmares heeft van een Dumoulin, Van der Poel of Van Vleuten. Met informatie waar je als trainer of clubman/vrouw je voordeel mee kunt doen. Binnenkort voor een groot deel ook nog te lezen op KNWU.nl/magazine. Want die plof op je deurmat is de volgende keer niet meer van de KNWU Wielersport.
Dit betekent overigens niet dat we je helemaal niet meer gaan informeren via de brievenbus met interessant wielernieuws.