Para-cycling - Starter
Iedereen die een enorme passie voor het wielrennen heeft, maar visueel, verstandelijk of lichamelijk beperkt is kan ook gewoon deelnemen aan de wielersport. Deze mooie sport kun je op elk niveau beoefenen: je kunt het alleen voor de lol doen, maar je kunt ook wedstrijden gaan rijden, net als bijvoorbeeld Jetze Plat en Carmen Koedood. Para-cycling, ook wel het aangepast wielrennen genoemd, is er speciaal voor iedereen met een beperking. En ook jullie sporten op verschillende niveaus: van de regionale clubwedstrijden tot aan de Paralympische Spelen.
Wil je meer weten over para-cycling? Kijk dan rustig verder. Hieronder staan verschillende onderwerpen waarover je meer kunt lezen:
- Sporten
- Uitrusting
- Trainen
- Tips & Tricks
1Sporten
Afhankelijk van je beperking zijn er vijf sporten die je kunt beoefenen. Dat zijn handbiken, cycling, tandem, tri-cycling en ID-cycling. Bekijk hieronder waarvoor jij in aanmerking komt.
- Handbiken
Als handbiker rijd je op een driewielige fiets die je met je armen aandrijft. Dat kan liggend of knielend, afhankelijk van je beperking. Vooral sporters die normaal gesproken in een rolstoel zitten, vinden hun weg naar het handbiken. Tijdens wedstrijden fiets je niet tegen alle andere handbikers. Je handicap bepaalt namelijk in welke klasse je uitkomt. Daar zijn er vijf van. H1 is de zwaarste categorie (hoge dwarslaesie) en H5 de lichtste (bijvoorbeeld beenamputatie). - Cycling
Bij cycling fiets je op een standaard racefiets, die je op sommige plekken mag aanpassen. In deze sport fiets je wanneer je één of meerdere amputaties (met of zonder prothese), vergroeiing, plegie (verlamming) of cerebrale parese (CP) hebt. Ook cycling is verdeeld in vijf klassen. In elke klasse vind je zowel renners met een lichte cerebrale parese als renners met een amputatie. C1 is de zwaarste categorie. Hierin rijden bijvoorbeeld renners met een geamputeerde arm en geamputeerd been. De C5 is de lichtste categorie. Deze renners kunnen hun onderlichaam nog volledig gebruiken, maar hebben bijvoorbeeld een amputatie onder hun elleboog. - Tandem
Twee zijn sterker dan één. In tandemwedstrijden probeer je dan ook als duo de tegenstand te verslaan. De voorste renner noem je ‘piloot’, want hij of zij bestuurt het voorwiel. De achterste renner heet een ‘stoker’. Dit is de renner die doorgaans een visuele beperking heeft. Bij tandemwedstrijden bestaat slechts één klasse: wielrenners met een visuele beperking/wielrenners die volledig blind zijn. Als stoker kan je visuele beperking dus flink verschillen. Bij het bepalen van je visuele vermogen telt het oog met de beste correctie. - Tri-Cycling
Bij tri-cycling fiets je op een fiets met drie wielen, waarvan alleen het voorwiel stuurt. Afhankelijk van je beperking kun je in twee klassen uitkomen: T1 en T2. Renners met een zware beperking rijden in de T1-klasse. Heb je een iets minder zware aandoening, dan fiets je in de T2-klasse. In beide klassen starten renners met een zware CP-aandoening (bijvoorbeeld spasmes). Je handicap is zo groot dat je op een tricycle rijdt om in evenwicht te blijven. Hoe kom je aan een tricycle? Er zijn twee soorten tricycle-frames te koop: de vaste frames en kits. Vaste frames zijn ontworpen voor gebruik als tricycle. Een kit is juist een los onderdeel die je op verschillende racefietsen kunt bevestigen. - ID-Cycling
In deze sport rijd je als renner met een verstandelijke beperking. ID staat namelijk voor Intellectual Disability. Je fietst je wedstrijden op een racefiets, tandem of driewieler. Alle verstandelijk gehandicapten rijden samen in één categorie. Een eventuele extra lichamelijke handicap maakt daarbij dus geen verschil.
2Uitrusting
Kleding
Voordat je op pad gaat mag je je kleding niet vergeten. Kleding kan je in het begin vaak lenen via een vereniging. Daarnaast bieden (bijna) alle verenigingen hun eigen kleding goedkoop aan. De belangrijkste onderdelen van fietskleding zijn:
- Een fietsbroekje
Door het zeem wat in een broekje zit, krijg je minder snel last van zadelpijn. Daarnaast sluit een fietsbroek goed aan en voert de stof je zweet goed af, wat vervelende schuurplekken voorkomt. Onder je fietskleding hoef je dus ook geen ondergoed aan; dat geeft alleen maar extra irritatie. - Een ondershirt/zweetshirt
Door een ondershirt te dragen wordt het zweet van je lichaam afgevoerd, waardoor je niet koud wordt van je eigen zweet. Dit shirt houdt je in de zomer koel en in de winter warm. - Een fietsshirt of jasje
Een fietsshirt sluit netjes op je lichaam aan, waardoor je shirtje niet wappert in de wind. - Handschoenen
Door het dragen van (korte) handschoenen voorkom je dat je je grip verliest. Ook vangen de handschoenen veel van de trillingen van het wegdek op en worden je handen beschermd.
Schoenen
Er bestaan aparte wielrenschoenen, met een harde zool en een plaatje dat je vastklikt in een apart pedaal dat erbij hoort. Hierdoor blijf je vastzitten in je pedaal en gaat alle kracht efficiënt naar je pedalen.. Als je net begint kun je ook met stevige sportschoenen fietsen. Je zit dan niet helemaal vast aan het pedaal, maar je kan door middel van een pedaal met bandjes eraan (toeclips) al wel een beetje voelen hoe het is. Let op: tot je 13e mag je in verband met veiligheid nog geen klikpedalen gebruiken.
Helm
Een van de belangrijkste dingen van je wieleroutfit is je helm. Als je net begint kun je vaak een helm lenen bij de vereniging. Ook dit kun je navragen bij de contactpersoon van je vereniging.
Als je een helm koopt, dan is het verstandig een nieuwe helm te kopen. Dan weet je namelijk zeker dat de helm nog niet beschadigd is en hij je hoofd goed beschermt. Een helm hoeft niet duur te zijn, maar let er wel op dat deze goed past en niet te groot of te klein is.
3Trainen
Daar sta je dan; met je racefiets, helm, kleding en schoenen. Je hebt een pompje en binnenbandje in je achterzak en een banaan en gevulde bidon mee voor onderweg. Je bent er dus helemaal klaar voor! Maar waar moet je eigenlijk beginnen?
Duurconditie
Als je begint met trainen, denk dan niet aan de gemiddelde snelheid of afstand, want dat soort dingen zijn erg afhankelijk van de weersomstandigheden en de omgeving waarin je fietst. Als je voor het eerst gaat fietsen, probeer dan vooral je duurconditie op te bouwen. Dat doe je door op een rustig tempo een langere afstand te fietsen. Het gaat dus niet om de snelheid waarmee je fietst, maar om de kilometers die je maakt. Het tempo waarop je dan rijdt is een ‘babbeltempo’; je ademhaling moet nog zo rustig zijn dat je makkelijk kunt blijven praten. Je zult merken dat na een aantal van dit soort trainingen, je minder moeite hebt met het fietsen van langere afstanden. Het effect treedt namelijk al op bij lage intensiteit.
Technische vaardigheden
Daarnaast is het verstandig om te beginnen met het aanleren van de technische vaardigheden. Denk hierbij aan sturen, trappen en bochten rijden. Je kunt hier niet vroeg genoeg mee beginnen, maar neem hier zeker de tijd voor. Ook ervaren renners trainen hier nog steeds op.
Te veel willen
Eén van de meest gemaakte fouten van beginners is dat ze te veel willen. Te veel kilometers en te snel achter elkaar. Als je bent begonnen, en het gaat goed, dan wil je uiteraard verder. Je wil meer. Maar de kans op blessures en overbelasting wordt daardoor groter. Bouw het rustig op en houd er rekening mee dat je tussen het fietsen door ook moet herstellen.
4Tips & Tricks
Hieronder staan kort de belangrijkste dingen beschreven om het fietsen leuk te houden:
- Materiaal
Onderhoud je materiaal goed en zorg ervoor dat je tijdens je wedstrijd/training altijd wat reservemateriaal mee hebt, zodat je je fiets (indien nodig) weer kunt oplappen. Denk hierbij aan een binnenbandje, pompje, kettingpons, bandenlichters en tooltje met gereedschappen. Door je materiaal goed te onderhouden gaat het langer mee. - Kleding
Door op de juiste manier gekleed te gaan, bespaar je jezelf veel ellende. Dit houdt in dat je niet te warm, maar ook zeker niet te koud bent aangekleed. Let daarom goed op wat voor weer het wordt en stem daar je kleding op af. Denk vooruit en maak gebruik van verschillende laagjes kleding, waardoor je je kleding kan afstemmen op het weer tijdens je fietstocht. - Trainen
Luister goed naar je lichaam als je gaat trainen! Heb je een dag geen zin om te trainen, durf dan ook rust te nemen. Fietsen doe je voor je plezier en als je geen zin hebt, gaat goed trainen ook niet lukken. - Drinken
Genoeg drinken is essentieel, zelfs in de winter of als je (voor je gevoel) geen dorst hebt. Door het zweten verlies je vocht en dat moet aangevuld worden. Blijf je langer dan een half uur weg? Neem dan iets te drinken mee. Neem dan iets te drinken en eten mee, denk hierbij aan een dorstlesser en/of een reep.
Heb je nog meer vragen? Stel ze hier of zoek een vereniging bij je in de buurt.