Tot 2014 droomde Caroline Groot ervan om ooit op de Olympische Winterspelen te schitteren. Maar een bij een operatie opgelopen zenuwbeschadiging maakte een einde aan die ambitie. Met een orthese kon de Noord-Hollandse weer schaatsen en fietsen, maar dat deed ze aanvankelijk meer voor haar plezier. Totdat ze de stoute schoenen aantrok en zich bij bondscoach Eelke van der Wal van de Paralympische wielrenners meldde. Groot bleek een supertalent op de 500 meter tijdrit en beklimt deze zomer alsnog de berg Olympus. Ze hoopt de Paralympische Spelen met een medaille te verlaten.
"Al snel bleken mijn tijden snel genoeg om ambities te hebben."
Of ze zonder de bijeffecten van de genoemde ingreep ooit daadwerkelijk op de Olympische Winterspelen had gestaan, is natuurlijk geen zekerheid. “Het was wel mijn doel, eigenlijk al vanaf dat ik begon met schaatsen. Na de operatie ben ik me gaan richten op mijn studie en reed ik – met een orthese – wel wedstrijden in de B-klasse van het marathonschaatsen. Ik had plezier aan de sport, maar het was niet meer competitief.” Maar toen werd ze attent gemaakt op het paralympisch sporten. “Ik heb bondscoach Eelke van der Wal opgebeld met mijn verhaal. Ik fietste al en had een goede conditie. Ik kon de testdag overslaan en stroomde in bij de talentengroep. Al snel bleken mijn tijden snel genoeg om ambities te hebben. Op mijn eerste WK won ik goud en de twee wereldkampioenschappen daarop won ik weer de titel in mijn klasse C5 op de 500 meter tijdrit. Een onderdeel waarop het – net als vroeger in het schaatsen – om het neerzeten van een tijd gaat en niet om het tactische spel van een pelotonsonderdeel. Hoewel ik wel moest wennen aan het Paralympisch wielrennen – waarin heel veel verschillende groepen samen komen – heb ik mijn draai gevonden. En vind ik het prettig om mezelf weer sportief uit te dagen.”
Focus op verbetering
Die uitdaging moest vooral uit de eigen groep komen de afgelopen maanden. Corona eiste ook hier haar tol in het wedstrijdaanbod. “Na het wereldkampioenschap in Milton begin 2020 werden er geen wedstrijden meer gehouden. Sinds die tijd trainen we vooral in Omnisport met een kleine groep. Alyda Norbruis, Imke Brommer, Larissa Klaassen en ikzelf. Gelukkig kom ik uit op een tijdsonderdeel. Ik heb me erop gefocust om sneller te worden, krachttraining gedaan om mezelf te verbeteren. Soms deden we een trainingswedstrijdje om het wedstrijdritme erin te houden. De voorbereiding, de warming up, het starten. Gewoon zodat dat automatisme erin blijft.” Het laatste WK zorgde er bovendien voor dat het paralympische perspectief minder rooskleurig lijkt. “Op de Spelen rijden de klassen C4 en C5 samen. Ik had normaal gesproken uit de C4 altijd met een Britse Kadeena Cox te maken, die ik moeilijk verslaan kon. Maar op het laatste WK reed ik niet alleen qua tijd sneller, ook op de met een factor gecorrigeerde tijd bleek ik sneller. Maar op datzelfde kampioenschap meldde zich ook opeens de Canadese Katie O’Brien, die als baansprintster goed uit de voeten kon, een ongeluk kreeg en vervolgens alle tijden in het paralympische circuit verpulverde. Toen realiseerde ik me wel dat ik – hoe hard ik nu ook werk op training – haar tijden normaal gesproken niet snel zal bedreigen. Ik kan alleen maar hopen dat ik op die dag opeens toch sneller blijk of dat ze misschien zich al rijk gerekend heeft vanwege dat verschil van het WK. Goud gaat straks dus opeens wel heel lastig worden en zilver is ook geen zekerheid omdat ik na dat kampioenschap niet meer tegen die Britse gereden heb. Al met al is een medaille de inzet straks in Tokyo, maar ik ga natuurlijk alles geven om zo hoog mogelijk te eindigen. Daar heb ik hard voor gewerkt.’’
"Hopelijk kunnen we met nieuwe successen de sport ook naar de toekomst toe weer populairder maken."
In beste doen naar Tokyo
In de laatste weken voor het vertrek naar trainingskamp en Paralympische Spelen zelf kreeg ze nog hulp van Nils van ’t Hoenderdaal, die op de vorige Olympische Spelen op de teamsprint uitkwam als starter. “Ik was al vooruit gegaan op mijn start, maar met Nils kreeg ik de gelegenheid om dat in de laatste weken nog verder te finetunen. In mijn krachttrainingen kan ik meer werk verzetten en mijn tijden zijn verbeterd. Ik heb er kortom alles aan gedaan om in mijn beste doen in Tokyo aan de start te staan.’’ Ze gaat er strijden zonder publiek. "Helaas zijn we dat redelijk gewend. Al moet ik zeggen dat het WK Para-Cycling in Apeldoorn echt een verademing was. Daar kon mijn familie zijn, daar zaten de tribunes vol, dat was echt genieten. Hopelijk kunnen we met nieuwe successen de sport ook naar de toekomst toe weer populairder maken.”