‘Vrees niet de wind van de tegenslag. Immers: een vlieger stijgt op tegen de wind, in plaats van met de wind mee.’
Vanaf januari viel ik van de ene blessure in de andere. Wedstrijden rijden heeft er niet ingezeten. Frustratie alom en ik ervoer het als een crisis. Mijn gevoelens waren lastig te controleren. Als sporter ben ik vooral bezig mijn lichaam te trainen. Dit half jaar werd ik gedwongen mijn aandacht te richten op mijn mentale conditie. Dit was ongemakkelijk en hard werken. Het is trainen, alleen dan op een ander niveau. In het begin zag ik mijn blessures vooral als een obstakel. Gaandeweg ging ik de waarde van deze periode inzien.
Ik dacht het beter te weten. Ik werd arrogant. Tijdens het trainen kwamen er vage signalen. In het begin waren dit kleine pijntjes, maar dit bouwde zich geleidelijk op. Gekke zenuwpijn zorgde er uiteindelijk voor dat trainen niet meer mogelijk was. In mijn hoofd was ik te gefocust. Mijn lichaam reageerde hierop en is zeer intelligent. Hij weet wat klopt en kan dit duidelijk aangeven. Ik hoef niet alles zelf te bedenken en
dit besef geeft rust. Het kost meer energie om alles te willen controleren in plaats van in een natuurlijke flow te zitten.
"In mijn hoofd was ik te gefocust."
Vanuit deze flow en ontspanning zijn Timo en ik de bergen ingetrokken. In Livigno zijn wij op hoogtestage en bereiden wij ons voor op de tweede helft van het seizoen. Hoog in de bergen is het anders luchthappen dan in een crisis. Hier blijkt het zelfs gemakkelijker te zijn om in die flow te zitten. Deze plek voelt als mijn natuurlijke habitat.
Tijdens het beklimmen van de Stelvio voel ik mij nietig en besef ik nog beter dat ik niet in controle ben. Kom maar op met die tweede helft!