In deze nieuwe rubriek belichten we buitenlandse renners die een nieuwe thuisbasis vonden in Nederland om hier hun wielerdroom waar te maken. De eerste renner die we hierover interviewden is Eamon Lucas die de deur van zijn ouderlijk huis in California dicht trok om vanuit Noord-Holland te proberen het uiterste uit zichzelf te halen. “Ik heb veel te danken aan Laurens ten Dam, die ik ontmoette in Santa Cruz en die me onderdak en een kans heeft gegeven in Europa.”
25 jaar is Lucas nu. “Als junior en belofte woonde ik al delen van het jaar in Vlaanderen om in Europa te kunnen koersen. In het voorjaar was ik er, dan ging ik voor het Amerikaans kampioenschap en een kleine racepauze terug naar de Verenigde Staten om aan het einde van de zomer terug te komen. Ik wist dus wel enigszins wat ik kon verwachten. Maar ik bevond me op een punt in mijn loopbaan dat ik een nieuwe kans nodig had. Ik reed in de VS wel in goede teams, maar ik wist dat ik eigenlijk in Europa moest gaan koersen. Maar dan had ik wel een ploeg nodig.
Santa Cruz
Gelukkig kwam ik Laurens ten Dam tegen in Santa Cruz tijdens de periode dat hij daar delen van het jaar woonde. Deze ervaren prof zag mijn mogelijkheden en is zijn best gaan doen om me hier aan het fietsen te krijgen. In 2017 was er geen plek bij Delta – waar hij me probeerde onder te brengen, maar gelukkig voor 2018 wel. Nu woon ik in een appartement achter zijn huis, dat is mijn uitvalsbasis om te trainen of naar wedstrijden te reizen. Ik ben Laurens veel dank verschuldigd voor deze kansen.”
"Natuurlijk droom ik van rijden in een WorldTour-team, welke renner doet dat niet?"
Anders koersen
De Amerikaan had even tijd nodig om zich aan te passen. “Het lijkt wel of elke koers in Nederland of België het uiterste van je vraagt. In criteriums en klassiekers. Of je nu voor de winst mee doet of op vijf minuten eindigt, je bent altijd helemaal naar de kloten” zo klinkt er opeens een Nederlandse term in een Engelstalig gesprek. “In het begin had ik het lastig om de wedstrijden uit te rijden. Het voorjaar is ook best pittig natuurlijk. In de Verenigde Staten reed ik vooral criteriums, waar het draaide om kracht en snelheid. In de wedstrijden in Noord-Europa is inhoud heel belangrijk. En dat heb ik gewoonweg weer moeten opbouwen. Hoe hard ik ook getraind had de afgelopen jaren.
In mei kwam ik er een beetje door. Ik reed een goede Ronde van Overijssel en Ronde van Noord-Holland en in een Deense 1.2-koers zat ik zelfs een dag in de kopgroep. Het geeft me de hoop dat ik dit seizoen nog tot mooie dingen in staat ben en het motiveert simpelweg meer dan achterin rijden. Het ultieme doel is natuurlijk een keer een koers te winnen. Ik hoop dat ik contractverlenging krijg bij Delta Cycling. Voor mijn gevoel heb ik nog een jaar nodig om echt een stap te maken. Natuurlijk droom ik van rijden in een WorldTour-team, welke renner doet dat niet? Ik hoop het waar te maken.”
California Dream
De grootste aanpassing is misschien nog wel het weer. “In California spreekt men in de winter van een koude dag als het vijftien graden is. Tachtig procent van de renners gaat niet trainen als het regent. Hier trek je bij temperaturen net boven het vriespunt gewoon een dik pak kleren aan, pakt je mountainbike en gaat erop uit. Natuurlijk mis ik mijn ouders soms. Maar ze staan achter mijn droom om prof te worden. En weten dat ik er alles aan doe om die droom te realiseren.”
Foto's: Joyce Ghijs en Merlijn Photography