Na zijn glansrijke carrière als baansprinter leefde Bill Huck (52) als een wielernomade. Als coach stak de aimabele Duitser overal ter wereld zijn licht op. Nu is hij neergestreken in ons land, om met de sprintselectie succes te oogsten. Tijd voor een kennismaking.
“Ja, ik was beetje nerveus toen ik de groep voor het eerst zag. Het is toch altijd afwachten hoe ze op je reageren. En je moet jezelf eerst bewijzen. De meeste renners kende ik nog van baanwedstrijden in Amerika, afgelopen juni. Hugo Haak vroeg me daar of ik een nieuwe coach voor zijn sprintselectie wist. ‘Alle goede trainers zijn al bezet’, antwoordde ik. Of ik het dan niet zelf wilde doen, pareerde hij. Daar moest ik over nadenken, want een doorlopend contract zeg je niet zomaar op. Uiteindelijk gaven twee factoren de doorslag: de kans om met een succesvolle selectie te werken en het dichter bij huis wonen.
Oost-Duitsland
Ik ben geboren in Dresden, Oost-Duitsland. Dat was niet zo erg als je vaak hoort. Tenminste, voor mij niet. Veel van mijn vrienden zijn in die jaren wel naar het buitenland verhuisd, wat ik ook begrijp. Zelf heb ik dat nooit overwogen. Je laat toch veel achter.
Op mijn dertiende verhuisde ik naar een sportinternaat in Berlijn. Een soort campus waar we naar school gingen en trainden. Het lesprogramma hield rekening met onze sport. Sportieve prestaties werden door de overheid namelijk gebruikt om de wereld te tonen hoe geweldig het land was. Los van alle politiek was het een geweldig sportsysteem. Enorm gestructureerd. Verspreid over het land waren er vier of vijf van deze Olympische trainingscentra. Dat leverde een berg aan topsporters op.
Vanaf mijn veertiende trainde ik elke dag, vooral onder leiding van Jörg-Uwe Krünägel. Hij was erg belangrijk in mijn ontwikkeling. Aan hem dank ik dan ook mijn twee wereldtitels op de sprint. Een eerlijke man, altijd rechtdoorzee. Als ik niet goed was, zei hij dat. Van hem leerde ik jaarplanningen maken. Wat is belangrijk? Waar moet je aan denken?
Rond mijn dertigste was ik opgebrand. Ik was er zat van. Van het leventje en de constante druk als topsporter. Ik besefte dat er méér was. Doorgaan om de waardering die je als sporter krijgt, vond ik maar niets. Niemand neemt me mijn medailles af, maar buiten de sportwereld moeten mensen me waarderen om wie ik ben, niet om wie ik was.
De wereld over
Ik verkocht al mijn fietsen, maar een plan had ik niet. Van werken in de bouw tot een baan in een fitnessstudio. Ik deed alles om mijn rekeningen te kunnen betalen. Drie jaar lang bleef ik ver weg van de wielersport, daarna kwam het trainersvak op mijn pad. Ik werd gevraagd voor een baan in Zuid-Afrika. Een prachtig land waar we nu nog vaak op vakantie gaan. Het buitenland heeft me altijd getrokken. Door andere culturen te leren kennen, realiseer je je dat alle mensen gelijk zijn. Dat idee geeft me rust.
"De perfecte plek om te wonen, zou je zeggen. Altijd zon, altijd warm."
Vervolgens werkte ik kort in Groot-Brittannië, als coach van onder anderen Chris Hoy en Craig MacLean, en op Barbados. De perfecte plek om te wonen, zou je zeggen. Altijd zon, altijd warm. Maar ik begon de seizoenen te missen. Bovendien is het maar een klein eiland, waar je alles en iedereen al snel kent.
Door de crisis kwam mijn volgende klus, als coach op Mallorca, vervroegd ten einde. In 2012 besloot ik naar huis te gaan voor een normale baan, als manager van een grote fietsenzaak. Compleet iets anders. En dat merkte ik. Waar je als coach altijd met gemotiveerde mensen werkt, is dat in de normale maatschappij niet vanzelfsprekend. Dat gebrek aan motivatie begrijp ik volkomen. De lonen zijn laag en de weken lang. Toen de Amerikaanse bond aanklopte, ging ik dan ook graag op hun aanbod in.
Leerproces
Ik heb veel geleerd van mijn ervaringen in het buitenland. Het baansprinten is sinds mijn eigen rennersjaren enorm veranderd. Kijk alleen al naar de grotere verzetten. Als je niet met de tijd meegaat, blijf je achter. Ook voor een coach is dat een continu leerproces.
Vooral Colorado Springs was leerzaam. Amerikanen zien sport veel meer als zaken doen. Alle investeringen die je doet, wil je terugverdienen. Dat geeft veel druk, want je moet je doelstellingen halen en veel tijd krijg je daar niet voor. Toch werkt het wel; zonder doelen weet je niet waarvoor je werkt. Mijn baas was een echte aerodynamicafreak. Dankzij hem weet ik veel over rolweerstand, bandendruk en snelpakken. Ook met SRM-systemen liepen ze voorop. Data never lies
Op gevoel
Als coach heb je veel aan vermogensmeters, maar renners moeten ook hun eigen gevoel volgen. Daarom moeten ze zichzelf goed leren kennen. En ik hen. De trainingen draaien niet alleen om mij. De tijd dat je als coach bevelen uitdeelt, zoals ik zelf vroeger meemaakte, is voorbij. Elke renner mag zijn of haar eigen ideeën uitvoeren, zolang het in het totaalplaatje past. Zodra je sporters bij dat proces betrekt, leren ze de achterliggende gedachte kennen. Bovendien geven ze zich dan volledig, zelfs als ik er niet ben. Deze weg is misschien iets langer, maar ook het meest duurzaam.
Met mijn Oost-Duitse achtergrond hoor je me niet snel klagen. Soms bespeur ik wat negatieve gedachten in onze groep en dan leg ik uit dat je moet waarderen wat je hebt. Als topsporter heb je tien jaar van je leven de tijd om er iets van te maken, van je twintigste tot je dertigste. Verspil die jaren niet.