Joost Posthuma (39) is nog een gevestigde naam in de wielerwereld. Toen hij 31 was had hij nog de nodige jaren voor de boeg, maar het heilige vuur is er niet meer als hij in 2012 weg moet bij Team RadioShack-Leopard. De Tukker zet de voors- en tegens op een rijtje en komt tot de slotsom dat hij een loopbaan in de maatschappelijke wereld wil najagen.
"De energiewereld heeft veel raakvlakken met fietsen"
Acht jaar later ontvangt de nog altijd energieke en afgetrainde Posthuma zijn bezoek op het kantoor van Pure Energie in Enschede. In het bedrijf waar opwekken van duurzame energie als corebusiness geldt, is de fiets nooit ver weg. Hennie Kuiper is al jarenlang ambassadeur, een paspop met een Pure Energie-wielershirt staat uitgestald bij de entree en betonnen miniatuurpaaltjes van bekende Europese bergen sieren de inrichting. Met Posthuma heeft Pure Energie ook nog iemand in dienst die negen jaar prof was, vijf Tour de Frances reed en negen profzeges boekte. “Je kunt wel zeggen dat we een wielerminnend bedrijf zijn, ja”, lacht Posthuma tijdens de fotoshoot. “Dat was al voor mijn tijd. We zijn van de mouwen opstropen. Net als wielrenners.”
Raakvlakken
Wanneer Posthuma eind 2012 zijn fiets aan de wilgen hangt, neemt hij een jaar de tijd om uit te vogelen wat hij leuk vindt en waar zijn toekomst ligt. Hij neemt een kijkje bij verschillende bedrijven, waaronder Pure Energie. “Ik had voor mezelf besloten dat 2013 een sabbaticaljaar zou worden. Ik kwam via via in gesprek met de eigenaar van Pure Energie en in eerste instantie ging ik op gesprek met enkel de intentie om kennis te maken. Maar op een gegeven moment mochten we onze eigen opgewekte energie ook doorverkopen aan eindgebruikers en kreeg ik de kans om voor Pure Energie te werken. Wat ik doe is breed, want soms ben ik ook bezig met het vastleggen van grond en daarnaast zit ik ook met klanten aan tafel.”
Posthuma erkent dat hij in zijn tijd als profwielrenner niet veel bezig was met de vraag waar energie vandaan komt. “Ik was als de gemiddelde Nederlander. Als je je stekker in het stopcontact deed en de oplader deed het, dan was het goed. Maar tijden veranderen. Men vraagt zich tegenwoordig af waar een kip of stroom vandaan komt. Daar is dan ook een markt voor. De energiewereld heeft veel raakvlakken met fietsen. Veel bedrijven proberen een gezond imago te creëren. Dat maakt een bedrijf aantrekkelijker. Ik zeg vaak dat fietsen het nieuwe golfen is. Met Pure Energie zijn we naar de Tourstarts in Utrecht en Düsseldorf gefietst, maken we jaarlijks een tocht ergens in Europa en zijn we sponsor van de Ronde van Overijssel. Daar ben ik koersdirecteur en doe ik mee aan de ploegentijdrit voor bedrijven. We doen met twee teams mee en in de weken daarvoor jutten we elkaar iedere dag op binnen het bedrijf.”
Het zijn vrijwel de enige kilometers die Posthuma nog maakt op de fiets. Hij rijdt weleens een recreatief rondje met zijn vrouw, maar om fit te blijven is Posthuma gevallen voor een oude liefde: hardlopen. “Dat deed ik al voordat ik ging fietsen en het is tijdtechnisch handiger met drie kinderen. Ik heb drie marathons gelopen in Enschede en ik ben nog steeds prestatiegericht. De magische grens voor mij is onder de drie uur. Dat is me drie keer gelukt. De laatste keer liep ik de marathon in 2 uur en 49 minuten. Sporten is een verslaving. Wel heb ik moeten wennen nadat ik stopte, want als prof lag ik vaak om tien uur in bed omdat ik fysiek zo moe was. In eerste instantie bleef ik om tien uur naar bed gaan en dacht ik: maar ik ben helemaal niet moe. Ik was zo gewend aan dat ritme.”
Wouter Weylandt
Posthuma wordt regelmatig herinnerd aan zijn wielerloopbaan. Sterker nog, bij bedrijven gaat het de helft van de tijd over vooral de Tour de France. “Dat vind ik niet vervelend, want doordat anderen vaak over wielrennen beginnen besef ik me wat voor mooie dingen ik heb meegemaakt. Het leven van een sporter is gehaast en daardoor sta je niet vaak stil bij de mooie kanten van de sport. In 2008 won ik de Ruta del Sol na een secondenspel met Xavier Tondo en Davide Rebellin. Dat geeft even een euforisch gevoel, maar al op het podium staat de verzorger te gebaren dat je moet opschieten om het vliegtuig te halen. In de Tour heb je drieënhalve week lawaai om je heen en de maandag nadien zit je in de tuin met een kop koffie en de krant naar fluitende vogels te luisteren.”
"Ik ben lid van de Club van 48 en vooral daar zie ik oud-collega’s"
Het laatste jaar van zijn carrière merkt Posthuma dat hij meer en meer op de automatische piloot fietst. “Dat ik al stopte op mijn 31ste had verschillende redenen. Team Leopard fuseerde met Team RadioShack. Mannen als Bruyneel en Klöden kwamen erbij en ik merkte dat de uitdaging minder werd in de ploeg. Daarnaast is mijn oudste zoon geboren in 2010 en wilde ik niet meer zoveel van huis zijn. Het overlijden van ploegmaat Wouter Weylandt zorgde ook voor een kentering. Ik reed die desbetreffende Giro niet, maar had in het voorjaar vaak met hem op de kamer gelegen. Ik was net vader geworden en Wouter zou vader worden. Daarover praat je met elkaar. Zijn overlijden is een behoorlijke wake-up-call geweest. De onbevangenheid was er helemaal vanaf en ik werd me meer bewust van het rugzakje van angst dat iedere wielrenner heeft.”
Wanneer mogelijk kijkt Posthuma de koers op televisie. “Hier op het bedrijf staat altijd ergens een scherm aan, maar ik laat mijn werkschema niet afhangen van etappes in grote rondes. Vorig jaar zat ik in de zomer op de camping in Annecy en dan ging ik iedere dag de finale kijken in de campingbar. Met een biertje in plaats van een sportdrank, zoals vroeger moest. Ik heb nog amper contact met jongens uit het peloton, ook niet met Pieter Weening. Met Pieter ben ik doorgebroken bij Rabobank en heb ik zelfs samengewoond in Lanaken. Ik kijk nog altijd met veel belangstelling naar zijn carrière. Ik ben lid van de Club van 48 en vooral daar zie ik oud-collega’s, maar dat is hooguit tweemaal per jaar.”
"De auto’s zouden bijvoorbeeld elektrisch kunnen worden. Met name in bergritten slurpen ze onwijs veel benzine"
Sheryl Crow
Gevraagd naar de mooiste momenten van zijn loopbaan begint Posthuma over zijn tijd bij de opleidingsploeg van Rabobank. “Ik was door Han Vaanhold van de mountainbike geplukt en na een jaar bij Tegeltoko mocht ik naar het grote Rabobank. Dan sliepen we in een jeugdherberg en was het allemaal nog heel onbevangen. In 2004 kreeg ik een profcontract aangeboden. Op dat moment is alles mooi. Zat ik ineens aan tafel met jeugdhelden als Michael Boogerd en Erik Dekker. Mijn eerste profkoers was in de Algarve en ik reed meteen een goede wedstrijd. Lance Armstrong reed daar ook met zijn US Postal en hij had toen nog een relatie met Sheryl Crow. Ik werd gehuldigd en zat te wachten achter de coulissen. Ik kwam tegenover ze te zitten en Armstrong feliciteerde me. Daar werd ik nederig stil van.”
Posthuma is voornamelijk bekend komen te staan als helper van onder anderen Boogerd, Denis Menchov en Óscar Freire, maar won tijdens zijn loopbaan zelf ook met enige regelmaat. Zo staan onder meer de Driedaagse De Panne, een rit in Parijs-Nice en de Ruta del Sol op zijn erelijst. “Ik heb voor veel grote namen geknecht. Menchov was iemand die amper Engels sprak en daar had ik dan ook zelden gesprekken mee. Freire daarentegen hoorde gewoon bij de Nederlandse jongens. Een klasbak pur sang. Ik twijfelde weleens of zijn warrigheid gespeeld was. Hij wist dondersgoed waarmee hij bezig was, maar vroeg soms dingen dat je dacht: dat kan toch niet waar zijn? Later bij Leopard-Trek ging ik met de gebroeders Schleck naar de Tour. Zij zijn hele open persoonlijkheden die altijd in waren voor een geintje. Helaas werd Andy tweede in 2011.”
Door zijn werk bij Pure Energie denkt Posthuma weleens na over profwielrennen in combinatie met het milieu en duurzame energie. Hoewel wielrennen op de fiets is, kun je niet zeggen dat het milieuvriendelijk is. “Als wielrenner zelf kun je eigenlijk niet veel doen. Je bidon weggooien als je mensen langs de kant ziet staan en je papiertje in je achterzak stoppen. Dat is het wel. Er zou een kentering moeten komen in de volgkaravaan, maar wielrennen is een traditionele sport. De auto’s zouden bijvoorbeeld elektrisch kunnen worden. Met name in bergritten slurpen ze onwijs veel benzine. Of je zou kunnen denken aan gerecyclede fietskleding. Bij Pure Energie hebben we zo’n shirt ontwikkeld. Ik vind het leuk om over na te denken, maar besef me tegelijkertijd dat het niet altijd zomaar is te regelen.”
Foto's: Tim Buitenhuis (Pridex Media) & Cor Vos