Daan Marsmans uit Utrecht zit al elf jaar op de racefiets, houdt niet van alleen fietsen, maar doet het toch veelvuldig. De 31-jarige engineer ontdekte bij zichzelf een talent voor lange afstandstochten fietsen. Waarbij het avontuur hem nog het meest aanspreekt. Hij combineert deze endurance wedstrijden graag met ritjes met clubgenoten in de regio Utrecht en pakt ook wel eens een KNWU-wedstrijd mee. Een vat vol tegenstellingen?
‘’Eigenlijk vind ik het wel leuk om mezelf moedwillig in niet de fijnste positie te brengen’’
Jeugdlicenties heeft Daan Marsmans nooit gehad. De wielersport begon voor hem waar deze voor anderen wel eens eindigt: in zijn studententijd. ‘’In het eerste jaar van mijn studie ging ik fietsen met een vriend, we hebben toen voor het goede doel de Alpe d’ Huzes gereden. En dat allemaal op het oude barrel van mijn vader. Dat fietsen ging me redelijk goed. Ik ben toen lid van de Domrenner geworden en toen is deze hobby wel wat geëscaleerd.’’
Niet altijd voor de lol
En dat is niet overdreven, want er werden plots vele uren in het zadel doorgebracht. ‘’Ik merkte al snel dat lange afstanden me goed lagen. Ik rijd ook wel eens criteriums op de weg maar kom beter tot mijn recht in het langere werk. Zo ben ik al vrij snel van Amsterdam naar Parijs gereden. Toch vind ik het niet per se leuk om in mijn eentje te fietsen. Ik denk nooit ‘ik ga even voor de lol een rondje van zestig kilometer alleen rijden’. Ik verveel me dan snel op de fiets en ben meer van het sociale. Ik ben in principe niet voldoende intrinsiek gemotiveerd voor alleen rijden. Of het moet om een weddenschap gaan. Zo ben ik met een vriend de uitdaging aangegaan om voor 31 december zoveel mogelijk tegels te verzamelen. Dus momenteel ben ik vooral heel Nederland aan het rondfietsen. Ik begon met een achterstand en het is zeer onzeker of ik die kan inhalen, maar ik probeer wel zover mogelijk te komen. Nadeel is wel dat ik met die vriend niet meer fietsen kan, want anders loop ik nooit in. Dat moeten we dan in januari maar weer doen. Tot die tijd rijd ik nu voornamelijk alleen naar bijvoorbeeld de kop van Noord- Holland of Deventer vanaf Utrecht. En dan op een andere manier heen en terug natuurlijk om zoveel mogelijk tegels af te tikken.’’
Gelukkig voor de Utrechter is hij niet volledig ‘veroordeeld’ tot solo fietsen. ‘'Met onze oude studentenvereniging rijd ik in de zomer elke woensdag. Ik ken in Utrecht ook de meeste mensen waarmee ik fietsen ga. Ik woonde een tijdje in Veldhoven en daar miste ik dat. Als je liever niet alleen fietst, is dat niet praktisch. Met de licentie die ik nog bij mijn studentenclub heb, rijd ik ook wedstrijden, ik probeer er elk jaar een paar mee te pikken. Wat me aanspreekt in het fietsen? Toch wel mijn grenzen opzoeken of het avontuur aangaan. Eigenlijk vind ik het wel leuk om mezelf moedwillig in niet de fijnste positie te brengen, kijken wat het brengt om een bepaalde weg in te slaan. Zo ben ik laatst vanuit Geneve naar Nederland teruggefietst. Met een alleen een noodslaapzak mee, dan heeft het avontuurlijke de boventoon. Als ik op woensdag met mijn vaste fietsmaten ga fietsen is het leuk als we elkaar even pijn kunt doen, als je jezelf in je eentje op een training pijn doen, dan is de lol er eerder af. Maar dat is wel echt een leuke, sociale activiteit.’’
"Of ik fiets rond twee uur ’s nachts nog steeds. Dat is leuk"
Nooit zonder doel
Daarbij is er één rode draad: ‘’Ik fiets eigenlijk nooit een rondje zonder doel. Rond Utrecht kun je prachtig fietsen en dat heb ik ook al vaak met mijn fietsclub gedaan, maar als ik alleen ga fietsen, dan ken ik de Amerongseberg ondertussen wel. Dan zoek ik nieuwe avonturen. Of ik van de schoonheid geniet onderweg? Wel eens, maar er zijn genoeg momenten dat ik met tegenzin op de fiets stap omdat ik voor bijvoorbeeld die weddenschap naar Den Helder moet fietsen, dan geniet ik er meer van dat ik even een moment wind mee heb dan dat ik Noord-Holland nou zo mooi vind. Ik geniet dan wel weer van een leuke roadtrip die me in gekke situaties laat belanden, als ik dwars door de Vogezen trek over zandpaden met een racefiets omdat uitgerekend die wegen me naar mijn doel leiden. Of ik fiets rond twee uur ’s nachts nog steeds. Dat is leuk. Ik heb naast mijn racefiets een mountainbike. Mijn crossfiets is al een tijdje kapot en ik heb ook een baanfiets."
Dingen oplossen
De engineer vervolgt: ‘’Ultratochten zijn toch wel mijn ding maar die fiets je vaak in je eentje, dat is het idee erachter. Dan race je toch ook wel tegen jezelf, die uitdaging is exact waarom ik daar mee ben begonnen. Ik heb zo’n tocht ook wel eens in de vorm van een koppeltijdrit gereden. Nou is het niet zo dat je dan veel met elkaar praat, maar je doet het wel samen, bent in elkaars gezelschap. Maar tijdens een solo ultrarace zie je de deelnemers– wel vaak dezelfde mensen – vooral bij start en finish. Je slaapt buiten, moet dingen oplossen, dat maakt dat soort tochten wel echt leuk.’’ En het kriebelt ook wel weer nu het winter is en zijn weddenschap stilaan het einde nadert. ‘’Ik zit te kijken naar volgend jaar en denk erover een offroadwedstrijd over lange afstand te zoeken. En wil ook wel weer meer wedstrijden bij de KNWU gaan rijden. Dit jaar sukkelde ik wat met mijn knie, vorig jaar ging ik onderuit in een wedstrijd en kende ik materiaalpech waardoor dat aantal wedstrijden lager was dan ik gehoopt had. Ik fiets nu elf jaar, maar doe pas vijf jaar lange afstandstochten. Fietsen blijft me boeien zolang ik er mooie avonturen mee kan beleven."
Foto's: Michael Adventure Bike Racing, Charlotte Gamus & Aalt Guliker