Richard Frans reed vroeger wedstrijden op de weg en in het veld voor De Stormvogels uit Veendam, stopte tijdens zijn studietijd met fietsen en pakte de draad in 2017 weer op bij de Peddelaars in Hoogeveen. Niet langer op een racefiets met een rugnummer op in een wegwedstrijd, maar met de gravelbike en met een voorkeur voor lange afstanden. De 56-jarige Drent rijdt in Nederland maar ook daarbuiten bikepacking races. Dat zijn koersen met meerdere tassen op je fiets in tochten met afstanden van honderden kilometer en verdeeld over meerdere dagen. Ook een deelname aan Groot Verzet tegen Kanker greep hij aan om zijn liefde voor lange afstanden met een goed doel te combineren, door vanuit Drenthe per fiets naar de Mont Ventoux te trekken en na zijn deelname ook weer terug te fietsen.
"Ik heb echt iets gevonden wat bij me past"
De racefiets verstofte beetje bij beetje toen Frans tijdens zijn studietijd minder en minder tijd bleek te hebben om er regelmatig op uit te gaan. Toen de fietsliefhebber uit Noordscheschut in 2017 afleiding zocht in zijn bestaan als huisman en mantelzorger, kreeg de passie voor de fiets een heel andere dimensie. De Drent werd gegrepen door bikepacking races, tochten met soms ook een wedstrijdkarakter waarin je verschillende dagen achtereen op je fiets zit. In het geval van Richard Frans is dat op een gravelbike. ‘’Je rijdt allemaal individueel, je mag elkaar niet uit de wind houden. En overnachten hoort er vaak ook bij. Ik slaap zelf het liefst buitenaf in de natuur. Ik vertrouw dieren meer dan mensen. Deelnemers die in steden slapen, worden nog wel eens overvallen. Ik begon met drie deelnames aan Race Around the Netherlands, maar vond dit en vorig jaar een nieuwe uitdaging met wedstrijden in Tsjechië en Noorwegen. Komend jaar wil ik in Groot-Brittannië de Great British Divide fietsen, een MTB-event over ruim 2000 km met 35000 hoogtemeters.’’
Liever 1x 300 kilometer
Soms gaat hij, voor de variatie, met een mix van wedstrijd- en toerrenners van De Peddelaars op pad op de racefiets. ‘’Zo oefen ik nog een beetje op de snelheid, dat is soms best pittig als je vooral met lange afstanden bezig bent. Maar als ik de fiets pak, is dat meestal voor langere tijd. Als mijn vrouw – die voor haar werk veel in het buitenland zit – wat meer thuis is, pak ik vaak mijn kans. En dan fiets ik liever één keer 300 kilometer dan drie maal honderd kilometer. Ik zet vooraf mijn routes uit en verzamel ondertussen heel wat online tegeltjes van plaatsen waar ik doorheen kom, en trek bijvoorbeeld ook regelmatig Duitsland in. Daar hebben ze ‘Schutzhütten’ waar je een paar uur droog kunt bijslapen. Die paar uur slaap heb ik wel nodig, ook tijdens wedstrijden. Sommigen fietsen maar door. Je wint die lange afstandstochten niet alleen door hard te fietsen, maar ook door zo min mogelijk van de fiets te zijn natuurlijk. Ik houd van het in de natuur zijn en ik ben eigenlijk altijd nieuwsgierig naar wat ik achter de volgende bocht of de volgende klim weer tegenkom. Negentig procent van de tijd fiets ik alleen. Tegelijkertijd geniet ik van de onderlinge sfeer van de lange afstandsfietsers. Iedereen levert zijn eigen prestatie, er is geen concurrentie en je kunt niet profiteren in elkaars wiel. In het reguliere fietsen zul je me niet snel meer zien, ik vind dit aangenamer, ik heb echt iets gevonden wat bij me past.’’
"Toen had ik in acht dagen 2500 kilometer op de teller"
Dromen blijven
Soms blijft het aantal kilometers in een week beperkt, maar als het kan, dan neemt hij het ervan, zoals hij zelf zegt. ‘’Ik heb weken dat ik honderd kilometer fiets, maar ook komt het voor dat ik 1500 kilometer fiets. Toen ze me vroegen of ik wilde meefietsen voor Groot Verzet tegen Kanker door het beklimmen van de Mont Ventoux, ben ik er op de fiets naar toe gegaan, heb daar drie keer de berg beklommen en ben weer naar huis gefietst op mijn gravelfiets. Toen had ik in acht dagen 2500 kilometer op de teller.’’ Voorzichtig pakt Frans het hardlopen ook weer op, getriggerd door de marathonambities van zijn zoon. ‘’Maar je moet waakzaam zijn voor blessures. Wat ik ook doe is yoga, dat zorgt voor ontspanning van de geest maar ook van het lijf, ik ben nu minder stram in mijn rug.’’ En ambities blijven er. ‘’Ik zoek altijd naar races van minstens 1500 kilometer over onverhard terrein. Ik heb de Trans Continental Race – van vierduizend kilometer - overwogen maar die rijdt ook veelal over verharde wegen. Ergens in mijn achterhoofd heb ik ook wel deelname aan de Tour Divide van Canada naar Mexico. Maar het reizen en het lange van huis zijn, houden me nog wat tegen. Maar ik blijf zeker nieuwe doelen stellen, want dit bike pack racing heeft me wel echt gegrepen.’’