Niek Kimmann won de wereldbeker ranking dit jaar en onderstreepte daarmee nog eens een stabiel seizoen. Hij stond in alle finales dit jaar van de Supercross World Cup en kwam drie keer als winnaar uit de bus. Het was ook het jaar van de emotionele rollercoaster rond het zware trainingsongeval van Jelle van Gorkom en van plots opkomende kramp in de halve finale van het WK. Maar al met al kijkt de BMX’er uit Dedemsvaart toch vooral tevreden terug op 2018. “Ik ben er op alle fronten sterker uit gekomen.”
Dat seizoen begon al direct voortvarend. “Het was prettig om een winter lang een goede basis te kunnen leggen voor het nieuwe seizoen, dat was er door blessures niet altijd van gekomen. Die goede basis zorgde dat ik net iets fitter aan de wedstrijden begon. De afgelopen jaren dacht ik vaak dat ik honderd procent in orde was, maar nu merk ik pas dat ik toen toch net elke keer een fractie te kort kwam. Alles klopte dit jaar en in een sport waar het om de details gaat, merkte ik dat ik pas nu over mijn echte topvorm beschikte. En dat dit het verschil verklaarde waarom ik vorig jaar soms in een halve finale strandde en nu de finale wist te winnen.”
Een regelrechte opluchting voor de inwoner van het Overijsselse Dedemsvaart die echt toe was aan zo’n jaar. “In 2015 werd ik als eerstejaars elite-renner opeens wereldkampioen, ik won een wereldbeker, ik had de aansluiting met de top in één keer gemaakt. Maar in 2016 en 2017 had ik zeker mijn momenten, maar over de hele breedte kon ik die lijn toch niet doortrekken. Ik was dit jaar in Parijs oprecht opgelucht dat het me eindelijk gelukt was om – voor het eerst sinds 2015 – weer een wereldbekerwedstrijd te winnen. Je ziet wel eens sporters die na een goed debuut nooit meer kunnen bevestigen, daar was ik een beetje bang voor. Maar daar heb ik nu mee af kunnen rekenen."
Jelle van Gorkom
Hij voelde in de winter al dat hij een stap gemaakt had en oogstte uiteindelijk door de wereldbeker te winnen. Daartussenin gebeurde echter iets wat Kimmann en zijn teamgenoten danig van slag bracht: het ongeval van Jelle van Gorkom onderaan de startheuvel in Papendal. De Gelderse nummer twee van de Olympische Spelen in Rio 2016 was aanvankelijk niet bij kennis na dat ongeluk en de artsen gaven geen garantie dat hij ooit volledig ging herstellen. “Dat was heel heftig. Ik heb een goede band met Jelle. Dat is ooit ontstaan tijdens een wedstrijd toen Jelle onverwacht alleen op een hotelkamer kwam te liggen en wij met de talenten een kamer deelden met drie personen. Jelle vond dat onzin en zei dat er iemand van ons een kamer met hem kon delen. Dat werd ik. Ik vond het direct heel interessant en leerzaam om naar zijn ervaringen te luisteren. Later werd de band nog hechter. Omdat we in Zolder op het WK in 2015 één en twee werden, maar ook omdat we samen na de Olympische Spelen wat naar onze vorm zochten. Natuurlijk waren we ook concurrenten en vielen er wel eens woorden, maar over het algemeen was onze verstandhouding goed.”
"Ik heb een goede band met Jelle. Dat is ooit ontstaan tijdens een wedstrijd en later werd de band nog hechter."
Toen de ploeg de voorbereiding op het nieuwe seizoen aanvatte, was Van Gorkom er niet bij. “Ik kon het wel enigszins van me afzetten. Jelles vader stuurde ons ook een bericht dat we gewoon door moesten gaan, dat Jelle dat gewild had. Dat hielp. Maar toen later bleek dat hij weer bij kennis was en kon praten, voelde ik toch dat er een enorme last van mijn schouders viel. Voor mij persoonlijk heeft dit vreselijke ongeval ook iets positiefs opgeleverd. Ik weet sindsdien dat je nooit moet denken dat er altijd nieuwe kansen komen. Het kan zomaar afgelopen zijn. Dus je moet je kansen pakken als die zich voordoen. En juist dat heb ik dit jaar gedaan.”
Positiviteit
Kimmann zette een sterk jaar neer met alleen maar finaleplaatsen in de wereldbeker, met daarbij vijf podiumplaatsen waaronder vier zeges. “Op dagen dat ik me super voelde, kon ik voor de prijzen meedoen, dat hing dan echt in de lucht. En voelde ik me wat minder, dan had ik de veerkracht om er toch voor te gaan. Vroeger had ik dan wellicht mijn hoofd laten hangen, maar omdat ik voor het klassement ging afgelopen seizoen, heb ik er altijd het beste van willen maken. En dan merkte ik dat er best nog een vierde of zelfs derde plek in kon zitten in zo’n finale. Die ervaring neem ik mee naar de komende jaren. Ook als het iets minder lijkt, moet je er altijd voor blijven gaan.”
Op het WK kende hij misschien wel zijn minste dag. In de halve finale viel Kimmann uit met kramp. “Dat voelde ik de ronde ervoor al aankomen, maar toen wist ik er toch door te komen. Nu stond ik al met kramp aan het starthek, was mijn start nog geweldig, maar kon ik daarna geen trap meer doen. Ik was niet helemaal fit (had wat verhoging en last van diarree), het was warm en alles bij elkaar kwam de kramp zomaar opzetten. Terwijl ik dat met BMX eigenlijk nog nooit meegemaakt had. Natuurlijk was dat een tegenvaller, maar ik kon het ook relativeren. Juist omdat ik die andere prijs later wel pakte. Wereldkampioen was ik al, de wereldbeker won ik nog nooit. Zo had ik toch een hoofdprijs en één die bewees dat ik een seizoen lang heel sterk gepresteerd had.”
“Eigenlijk wil ik nog niet te veel met de Olympische Spelen bezig zijn."
Doelen stellen
In 2019 wil Kimmann de lijn van de afgelopen maanden doortrekken. Er vallen punten te verdienen voor de olympische ranking. Voor Nederland zijn de uitslagen van Kimmann en de andere BMX’ers van belang voor het aantal startplaatsen. Maar ook hanteert bondscoach Bas de Bever een puntentelling, die moet uitwijzen welke renners er straks in Tokyo daadwerkelijk namens Nederland op de olympische startheuvel staan. Kimmann: “Eigenlijk wil ik nog niet te veel met de Olympische Spelen bezig zijn. 2019 biedt ook weer kansen om een aantal mooie resultaten neer te zetten. Daar ga ik allereerst voor. Weet ik finale- of podiumplaatsen of overwinningen te behalen, dan komt het met die punten ook vanzelf in orde. Dat ik in de laatste wereldbeker van dit jaar direct al de eerste punten in de wacht wist te slepen, geeft ook alweer vertrouwen.”
Een verdere stip aan de horizon is het WK BMX in 2021 op Papendal. “Natuurlijk lijkt het me geweldig om daar op onze eigen thuisbaan voor de prijzen mee te doen. Bij de wereldbekers is de sfeer al fantastisch, hoe gaaf moet het dan niet zijn om daar een WK te rijden Maar drie jaar is nog best ver van ons verwijderd. Er wachten eerst andere doelen en je moet natuurlijk afwachten hoe je er dan voorstaat ten opzichte van de Nederlandse en buitenlandse concurrentie.”