Hij is blij met zijn selectie voor de Olympische Spelen in Tokyo, maar mountainbiker Milan Vader vindt aanwezig zijn in Japan geen doel op zich. De Zeeuw werkte de afgelopen jaren hard om de top te bereiken. Hij zag die ambitie al enkele keren bewaarheid worden met podiumplaatsen in Nove Mesto vorig jaar (tweede en derde) en met een bronzen plak op het Europees Kampioenschap in 2019. Het sterkt hem in de gedachte dat hij ook in Tokyo straks voor de prijzen kan meedoen.
“Als alles meezit, kan ik zelfs op goud inzetten.”
Toen de officiële bekendmaking onlangs kwam dat Vader samen met Mathieu van der Poel, Anne Tauber en Anne Terpstra mag afreizen naar de Olympische Spelen, maakte dat aanvankelijk weinig los bij de Nederlands kampioen MTB. “We hebben in Nederland een enorm boekwerk aan voorwaarden om aan kwalificatie te voldoen, in tegenstelling tot andere landen waar de bondscoach soms een erg grote stem heeft. Ik wist dus dat die toewijzing eraan zat te komen, sterker nog ik ben in volle voorbereiding op die Spelen momenteel. Maar ik heb later toch even de tijd genomen om te beseffen hoe bijzonder dit nu is. Je begint ooit met een droom om professioneel mountainbiker te worden en daarin de wereldtop te halen, deze toewijzing is dan toch weer een stap in de richting, de verwezenlijking van je droom.”
Begonnen op Watersley
Vader herinnert zich nog goed hoe het ooit serieus begon te worden tussen hem en de sport. “Ik had al mooie uitslagen gereden toen ik vanuit Zeeland naar Limburg verhuisde om naar Watersley Sports & Talent Park te verhuizen. De KNWU begon daar een programma voor talentvolle mountainbikers. Het stelde ons in staat om door training en wedstrijden echt te groeien als renner, daarbij werden we goed begeleid. Eerst was Tim Heemskerk onze coach, later werd dat Gerben de Knegt. De twee vulden elkaar goed aan. Tim was heel erg bezig met het in praktijk brengen van de theorie om beter te worden, daar leerde ik veel van. Gerben voegde daar eigen ervaring aan toe. En bovendien is hij een gevoelsmens, die ook waarde hecht aan een goede sfeer in de groep.” Vader bleef zich ontwikkelen en kreeg de kans te gaan rijden bij KMC-Orbea. “Ze hadden me zien rijden en toonden interesse. Een eerste berichtje via Messenger op Facebook had ik totaal gemist, maar later kwamen we toch in contact. Ik denk dat het altijd goed is om weer met andere mensen te werken. Het is een professioneel team met twintig jaar ervaring in de sport. Alles is er tot in de puntjes geregeld. Dat was voor mij ook weer van belang om te groeien. Op Watersley was het nog de bedoeling zelf je fiets te poetsen na afloop van een wedstrijd en waren er meer taken. Bij dit team kan ik me alleen op het fietsen richten. Dat heeft me wéér verder gebracht.”
"Het is niet zo dat met deelname in Tokyo een doel is bereikt, daar begint het pas.”
Vertrouwen in gekozen strategie
Hoewel hij nog maar 25 jaar is, is Milan Vader inmiddels door de wol geverfd genoeg om niet in paniek te raken toen het in de eerste wereldbekers niet direct draaide. “Ik zat er sowieso wat tegen ziekte aan, maar ik wist ook dat ik niet perfect voorbereid was voor dit soort parcoursen in Albstadt en Nove Mesto. Omdat op de Olympische Spelen een parcours wacht met korte, explosieve klimmen, heb ik me daar dit jaar op toegelegd, waardoor ik nu op de lange klimmen in die eerste wereldbekers niet echt tot mijn recht kwam. In Leogang – waar ik veertiende werd – ging het alweer beter. Ik haalde podium in de shorttrack en ook in de wedstrijd op zondag zag het er goed uit tot ik hard op mijn hoofd viel en ik veel plekken kwijt raakte. Vroeger zou ik misschien alles omgegooid hebben na die eerste twee mindere resultaten, nu heb ik vertrouwen in de manier waarop ik werk en zoals we het hebben uitgedacht. Ik heb lang op hoogte gezeten in Levigno en de laatste voorbereiding in de wedstrijden loopt in mijn planning via de wereldbeker in Les Gets en de nationale wedstrijd in Spaarnwoude. En dan moet ik klaar zijn voor Tokyo. Ook in die voorbereiding voelde ik me vaak een bevoorrecht mens. Dan zit je bovenop een berg en mag je dromen van een mooi resultaat op de Olympische Spelen. Dat kan slechter hoor.”’
Ook op die Spelen zelf hoopt hij straks alles eruit te halen wat erin zit. “Ik denk dat mijn voorbereiding klopt, ik weet dat ik op goede dagen mee kan doen voor het podium. Ik leg de lat hoog: als alles meezit, kan ik zelfs op goud inzetten. Bovendien kan ik goed tegen warmte, zorg ik vaak voor een goede koelingsstrategie. En ik heb mijn leeftijd aan mijn zijde, het jaar uitstel is voor mij een voordeel, waar het voor een oudere deelnemer als Nino Schurter misschien net de andere kant opweegt. Natuurlijk kun je op die dag ook achtste worden en misschien is dat dan wat erin zat, maar ik heb al vanaf het programma op Watersley in mijn oren geknoopt dat je niet te snel tevreden moet zijn. Het is niet zo dat met deelname in Tokyo een doel is bereikt, daar begint het pas.”
Foto's: Tim Buitenhuis & Cor vos