Negen jaar geleden alweer debuteerde Laura Smulders op de Olympische Spelen van Londen met een bronzen plak. In Rio leerde ze ook de andere kant van de medaille kennen, want ze ging voor de hoofdprijs. Maar bleef er met lege handen achter. In Tokyo hoopt ze haar olympische droom alsnog te realiseren. Bijzonder is dat zus Merel dit keer niet op de tribunes zit, maar ook met ambitie aan het starthek mag staan. De zussen kijken uit naar de gezamenlijke ervaring.
“Het liefst rijd ik samen met haar in de baan, dan heb ik geen tijd om me nerveus te maken.”
Laura Smulders weet niet of ze met het huidige aanbod van talent in Nederland destijds wel naar Londen had mogen afreizen. “Het was voor mij toen gunstig qua concurrentie, al moet ik eerlijk toegeven dat dit ook deels met blessures bij landgenotes te maken had. Er waren er verder nog niet veel in ons land die het in een internationaal veld tegen de besten konden opnemen. BMX was in ons land nog niet zo groot als het nu is, we zijn de laatste jaren erg gegroeid. In Londen hadden we één plek, nu kunnen we gemakkelijk meer dan het maximum van drie plaatsen vullen. Dat zegt – denk ik – wel alles.” Terug naar de Britse hoofdstad, naar het jaar 2012. “Het was allemaal feest voor mij. Dat ik er mocht zijn. Ik wilde de finale halen. Ik had al snel door dat ik één van de snelsten was op de baan die Spelen. In zo’n groot veld had ik mezelf nooit vooraf op het podium gezet, maar ik reed in de finale mijn perfecte rondje voor mijn doen. Dat was toen brons waard. Niemand had dat verwacht. Het was heel gaaf.”
‘Merel staat er beter voor’
Ze denkt dat zus Merel bij haar debuut verder staat, ze kan natuurlijk ook al een WK-medaille (2018) overleggen. “Ik denk dat Merel er beter voor staat dan ik voor Londen deed. Ze heeft nu al meer laten zien. Merel is al wel iets sterker en heeft al wel wat meer ervaring als je het met mij vergelijkt toen. Het verwachtingspatroon is nu voor Merel groter dan ik meemaakte in Londen. Het is wel zaak dat ze er zo onbevangen mogelijk in gaat. Mijn doel was de finale halen, ik wilde geen zevende of achtste worden, dat is dik gelukt. Ook Merel moet zich vooraf niet druk maken. Het is wel een circus, maar het blijft BMX. Het is gewoon een paar rondjes fietsen, dat doen we altijd. Samen gaan, was ons doel afgelopen vijf jaar. Nu willen we er op ons best opstaan eind juli.” Toch is er een groot verschil in vergelijking met haar debuut. “Het is nu als gevolg van corona een andere Spelen dan we allemaal gehoopt hadden. Het zal iets minder circus zijn dan het voor mij twee keer is geweest. Merel was er die twee deelnames van mij wel bij, op de tribune. Ze heeft een soort van gevoeld hoe het eruit ziet en via mij ervaren hoe het is. Nu is het toch weer anders. We mogen het dorp niet uit.”
Zus Merel is blij dat haar tijd gekomen is: ‘’In Londen en Rio heb ik op de tribune gezeten. Ik heb er altijd naar gekeken zo van ‘shit dat wil ik zelf wel heel graag ‘. Nu ben ik heel blij dat het daadwerkelijk gaat gebeuren. Het is natuurlijk wel jammer dat het in een andere vorm is door alle maatregelen, maar ik ben dankbaar dat ik er heen mag. Ze hadden het ook kunnen afgelasten. Ook al zitten we misschien de hele tijd in het dorp of in onze kamer. Ik kan in ieder geval zeggen dat ik mezelf heb geplaatst. Sportief bekijk ik het zoals Laura deed toen ze naar Londen ging: ik wil heel graag de finale rijden. Dat is mogelijk en dan gaan we zien hoe goed ik me dan voel. En die ervaring wil ik dan weer meenemen naar Parijs 2024.”
"Als Laura het doet, doe ik het ook."
De oudste zus Smulders trok naar de vorige Spelen (Rio 2016) met huizenhoge verwachtingen. ”Ik zette mezelf in Rio op de favorietenplek neer. Ik wist dat ik podium kon fietsen, want dat had ik ook in een aantal wereldbekers gedaan vooraf. Ik wist dat ik het kon, maar dan moest alles kloppen. Maar eerlijk is eerlijk: dat jaar had ik ook niet alle toppers tegelijk aan het hek gehad. Ik wist dat ik ze aankon in mijn ideale situatie, maar achterin mijn hoofd realiseerde ik me wel dat het een ‘vies moeilijke opdracht’ ging worden, want enkele anderen waren gewoon wat sneller op het eerste stuk. Op elke andere baan had ik dat goed kunnen maken, maar in Rio kon dat niet. De ruimte en de tijd was er daar niet om dat te doen. Ik had mezelf dus een moeilijke opdracht gegeven en ook nog eens te veel druk opgelegd. In de finale maakte ik een aantal fouten en ging ik onderuit in de laatste bocht bij het plaatsen van mijn laatste aanval. Dat was een vieze domper. Na Rio heb ik daar direct gevolg aan gegeven. Ik wist dat ik niet sterk genoeg was op het eerste stuk, ik kón gewoon niet als eerste de eerste bocht in, als zij hun beste start maakten en ik mijn beste start maakte. Dat wilde ik niet meer. We zijn gaan werken aan dat eerste stuk en nu kan ik wel als eerste die eerste bocht in. Als ik mijn beste start maak, kan ik de snelste zijn.’’
Explosiviteit tegenover constant zijn
Laura zou iets van Merels explosiviteit willen hebben, Merel zou zo constant willen presteren als haar zus. Tijdens de wedstrijden letten ze goed op elkaar erkent Laura, “Als zij de eerste halve finale rijdt en ik de tweede, dan zie je toch haar race. Dan probeer ik me daar niet op te focussen, maar dat is lastig. In je eigen wedstrijd zie je alleen wat voor je zit, naast je zie je alleen een schim, niet wie het is. Het liefst rijd ik samen met haar op de baan, dan heb ik geen tijd om me nerveus te maken.” Merel heeft hetzelfde. “Toen Laura voor mij viel bij de wereldbeker in Verona, had ik daar last van. In het tweede stuk dacht ik steeds ‘Laura is gevallen, nee concentreer je, Laura is gevallen, nee concentreer je’. In de eerste bocht was ze gevallen, pas in de tweede bocht was de focus helemaal terug. Voor mij duurde dat daar iets te lang.”
Met een zus op de Spelen, het betekent ook closer zijn met iemand dan met wie dan ook. Laura Smulders: “Ik deel met niemand mijn ervaringen. Ik zou het eerder met jou delen dan met een ander. Als ik zenuwachtig ben, vertel ik dat niemand, maar tegen Merel wel in de hotelkamer. Dat ga ik niet tegen een ander zeggen. Tijdens de training deel je wel dingen over hoe je moet rijden, stel je een vraag. Tijdens de wedstrijden doe je dat niet. Dan moet je gefocust zijn." Merel reageert verrast: “Je vraagt mij niet vaak wat hoor. Ik kijk heel erg veel naar haar. Als Laura het doet, doe ik het ook. Een nieuwe bult springen? Als Laura dat kan, kan ik dat ook.” Ze mogen dromen van een finale en zelfs van meer. Merel weet haar ideale scenario wel. “1e en 2e worden. Ik teken nu voor zilver hoor. Als we naast elkaar naar het laatste stuk gaan, ga ik toch niet winnen." Laura: “Nee. Dan moet ze een kleine voorsprong hebben, want ik geef niets weg. Ik heb iets meer talent voor het laatste stuk. Het is ook een beetje aanleg." Ze weten nog goed dat ze ooit op een EK samen met Niek en Justin Kimmann in vier verschillende categorieën een titel pakten. Maar het kan nog specialer voor de zussen Smulders. Op het hoogste podium denkbaar, op de Olympische Spelen van Rio. Ze zijn er klaar voor.
Foto's: Sportfoto