Tijmen Eising stak als nieuweling en junior letterlijk en figuurlijk boven zijn leeftijdsgenoten uit. Absoluut hoogtepunt van zijn crossloopbaan was de wereldtitel die hij begin 2009 in Hoogerheide veroverde bij de junioren. Hoewel hij later resoluut voor de weg koos, bleef de liefde voor het veldrijden. Met de regenboogtrui als mooie herinnering. “Dat was toch het hoogtepunt uit mijn wielerloopbaan tot nog toe.”
“Het was voor mezelf geen grote verrassing dat ik die wereldtitel won. Ik geloof dat ik in de aanloop naar dat kampioenschap maar drie wedstrijden níet gewonnen had. Ik was de grote favoriet, maar ik was er wel op gebrand om die titel ook echt te behalen. Het moest de kroon op die winter worden en dat werd het gelukkig. Ik trof er geen parcours dat me op het lijf geschreven was. Ik moest het van mijn kracht hebben, dus was het motto: hoe zwaarder, hoe beter. Hoogerheide lag er dat jaar glad en hard bij door de vorst. Ik weet nog dat ik als enige de dag voordien precies op het moment dat we op zaterdag zouden rijden, ging inrijden. Gewoon om de omstandigheden te peilen. Hoe vaak zie je immers niet dat een parcours in de loop van de dag toch wat ontdooit, waardoor het anders aanvoelt. De anderen reden op het officiële trainingsmoment, maar ik dus al een paar uur eerder. Het zijn toch de details die het hem doen. Misschien was die beslissing nog wel net zo belangrijk als mijn vorm. Zo kon ik beter inschatten hoe ik de bochten moest aansnijden en mijn bandenkeuze en -spanning bepalen.
Kleine kloof
Hoogerheide had toen een lange aanloop over de weg naar het veld. Even zat ik achter een Duitser, maar die ging ik voorbij voordat we aan het veld begonnen. Ik kon het tempo serieus hoog houden, maar sloeg aanvankelijk slechts een kleine kloof. Later kwam er achter mij een groep bijeen en werd er naar elkaar gekeken. Het gat werd groter en ik wist dat het er beter uit zag. Natuurlijk hoor en zie je de aanmoedigingen gedurende de hele wedstrijd. Het was een WK in eigen land met veel Nederlands publiek. Er waren ook veel mensen speciaal vanuit Drenthe naar West-Brabant afgereisd. Dat gaf een speciaal gevoel. In de laatste ronde kon ik het al voorzichtig vieren en er nog iets meer van genieten, maar je probeert natuurlijk wel je focus te houden.
Cadeaubonnen
Over de streep was er blijdschap, maar ook opluchting: ik wilde daar winnen na dat goede seizoen en dat was me gelukt. En dat als jongen die niet uit een echte wielerfamilie komt en uit een regio waar veldrijden niet zo groot is als in Vlaanderen of in (Nederlands) Brabant. Mijn Belgische ploeggenoten klapperden met hun oren toen ze hoorden dat ik bij mijn huldiging in Emmen een - overigens heel mooi - schilderij en voor honderd euro aan VVV-cadeaubonnen kreeg. In Vlaanderen waren ze andere bedragen gewend. Maar ik vond het prima. Het ging mij om de titel en we zijn nu eenmaal wat nuchterder in het noorden.
"De cross is nooit saai."
Ontslag
Na die titel heb ik zeker nog mooie uitslagen gereden, maar op een gegeven moment werd het lastiger om het veldrijden met de weg te combineren. Ik had altijd het idee dat het één toch deels ten koste ging van het ander. Ik had een doorlopend contract bij Sunweb, maar kwam erachter dat manager Jurgen Mettepenningen dat, gesteund door Belgische wet, tussentijds kon ontbinden. Na mijn beloftentijd moest ik op kantoor komen. Eerst kon ik niet geloven dat hij me ging ontslaan, maar het was toch echt zo. Achteraf was het ook een moment om voor één discipline te kiezen. Dat werd dus de weg, waar ik voor Metec-TKH koers.
Ik zou nog graag prof worden, maar dat is geen obsessie meer. Je moet ook realistisch zijn. Inmiddels ben ik 26 en dat is vaak te oud om een niveau hoger te komen. Jammer, want ik heb twee jaar lang veel pech gehad. Drie jaar geleden scheurde ik mijn nier en milt bij een val tegen een bushokje. Een jaar later had ik een slijmbeursontsteking en brak ik mijn vinger. Afgelopen jaar had ik eindelijk weer eens een stabiel seizoen. Ik ben nog altijd een groot liefhebber van veldritten. Ik kijk er graag naar en help jaarlijks bij de veldrit in Zwartemeer met het uitzetten van een parcours. De cross is nooit saai.”