‘Bondscoach Sven Vanthourenhout staat voor een moeilijke missie’, kopte een Belgische kwaliteitskrant net voor de veldrit op de haast mythische Koppenberg. ‘De resultaten vallen in alle categorieën tegen. We winnen amper nog: één op vier in Ronse, nul op vier in Gieten, Zonhoven en Koksijde. Staan we op een kantelpunt? En moeten we stilaan leven met minder?’. Sven bleef er rustig onder, in het besef dat ‘we’ nog zullen scoren, maar ook in de wetenschap dat Mathieu van der Poel niet ‘kloonbaar’ is.
En daarmee viel opnieuw de naam van de grote kwelgeest van de Vlaamse wielerdiscipline bij uitstek. In Ronse werd Mathieu bovendien nog eens keurig geassisteerd door die andere felle Nederlander: Lars van der Haar. Als trainer van Lars is mijn visie op het veldrijden enigszins gekleurd, maar ik houd van die Nederlandse branie.
"Mathieu wil iedere confrontatie met Wout Van Aert maar al te graag aangrijpen om te tonen dat de regenboogtrui om de verkeerde schouders hangt"
Ik houd van de speelsheid en onbevangenheid van Mathieu en Lars, waar ongetwijfeld een onstuitbare drive en verbetenheid achter schuil gaat. Beiden hebben daar zo hun redenen voor. Mathieu wil iedere confrontatie met Wout Van Aert maar al te graag - hard en ongenadig - aangrijpen om te tonen dat de regenboogtrui om de verkeerde schouders hangt. Lars wil keihard bewijzen dat hij niet the best of the rest is. Nee, Lars wil erbij horen. Bij de grote drie.
Ik kijk nu al uit naar het wereldkampioenschap in Valkenburg. Op de haast even mythische Cauberg. Een parcours voor Mathieu, maar misschien nog meer hét parcours voor Lars. Hiermee roep ik alle Vlaamse banbliksems over me heen, maar ik hoop op 4 februari het Wilhelmus te horen. Als het even kan met Lars, die net iets boven Mathieu en Wout uitsteekt. ‘Wilhelmus van Nassouwe, ben ik van Duitsen bloed…’
Paul Van Den Bosch