Tom-Jelte Slagter verruilde na vier jaar Cannondale-Drapac voor het groen/wit/zwarte tricot van Dimension Data. In Zuid-Afrikaanse dienst draagt de 29-jarige Nederlander zijn steentje bij aan het liefdadigheidsproject Qhubeka. “Het geeft veel voldoening als je de blijdschap op het gezicht van een kind ziet wanneer we een fiets uitreiken.”
Hoe is je eerste jaar bij Dimension Data bevallen?
“Erg goed. Ik ben natuurlijk al een aantal jaar gewend om in buitenlandse dienst te rijden. Maar na vier jaar Cannondale-Drapac was ik toe aan een andere uitdaging. Ik had bij kunnen tekenen bij die ploeg, maar een nieuw avontuur bij Dimension Data sprak mij meteen aan. Van andere renners hoorde ik ook positieve geluiden over de ploeg, dus ik had zin om voor ze te rijden.”
Eén van die uitdagingen was een plekje veroveren in de tour-sprinttrein van Mark Cavendish, wat uiteindelijk ook lukte. Had je zo'n nieuwe uitdaging voor jezelf nodig?
“Nodig niet, maar het maakt je wel completer als renner. Ik heb getekend bij Dimension Data omdat ze in mij een mooie mix zagen van zelf uitslagen rijden in bepaalde koersen en van onderdeel te zijn van die sprinttrein. Bovendien had ik weer zin om de Tour de France te rijden. Alleen jammer dat Mark in die korte elfde etappe buiten tijd finishte.”
Er zijn tien verschillende nationaliteiten in de ploeg. Zoek je dan als Nederlander de twee Belgen, Serge Pauwels en Julien Vermote, op?
“Ja, maar dat gaat eigenlijk onbewust. Het is niet zo dat er allerlei groepjesvorming is tussen renners met dezelfde nationaliteit of voertaal. Wanneer ik aan tafel schuif om te eten is het niet zo dat ik per se naast een Belg moet zitten. Maar als je bijvoorbeeld nog even natafelt met een bakje koffie, dan zitten Serge, Julien en ik vaak wel samen.”
"Wanneer ik aan tafel schuif om te eten is het niet zo dat ik per se naast een Belg moet zitten."
Spreek je al een woordje Zuid-Afrikaans?
“Wel wat, ja. Maar dat komt natuurlijk ook omdat het dicht bij het Nederlands ligt. Zo zeggen wij ‘dankjewel’ en in het Zuid-Afrikaans heet dat dan ‘dankie’. Wanneer een aantal Afrikaanse renners met elkaar praten, probeer ik er wel zoveel mogelijk van mee te krijgen. Zo’n zeventig procent van de woorden kan ik makkelijk plaatsen. Maar dat is andersom ook zo. Als ik Nederlands praat, kunnen zij ook het merendeel wel verstaan. In een team zitten met zoveel nationaliteiten is ook ontzettend leuk. Iedereen heeft een andere afkomst en al die verschillende verhalen vind ik interessant.”
Dimension Data wil met het liefdadigheidsproject Qhubeka het leven van Zuid-Afrikaanse kinderen veranderen door ze een fiets te geven. Speelde dat ook mee in je keuze voor de ploeg en ben jij er al mee in aanraking gekomen?
“Het was niet zo dat het project doorslaggevend was voor mijn keuze voor Dimension Data, maar het is mooi om dat als renner met je mee te dragen. Voordat ik mijn handtekening zette, hoorde ik al renners over die bezoeken in Zuid-Afrika praten. Ze zeiden: ‘als je voor de ploeg tekent, dan weet je niet wat je meemaakt. Dat gaat wat met je doen’. En dat klopt ook. In Zuid-Afrika lopen dagelijks zo’n 500.000 kinderen twee uur naar school en twee uur weer naar huis, met de boeken in de hand. Dat is voor ons niet voor te stellen. Dan geeft het veel voldoening als je de blijdschap op het gezicht van een kind ziet wanneer we een fiets uitreiken. Het is heel mooi dat je wat terug kunt doen voor de samenleving.”
Je hebt vijf jaar voor een Nederlandse ploeg gereden en volgend jaar ga je jouw zevende seizoen in in buitenlandse dienst. Kun je je voorstellen dat je ooit weer terugkeert naar een Hollandse equipe?
“Ik sluit het niet uit. Het is niet zo dat ik die deur definitief achter mij heb dicht getrokken. Maar ik ben nog maar 29 jaar en zie mezelf voornamelijk als WorldTour-renner. Dat betekent dat ik vooral op het hoogste niveau wil koersen, de nationaliteit van een ploeg is dan van secundair belang.”