Het Allinq Continental Cyclingteam is een nieuwkomer als internationale wielerformatie, maar bouwt verder op het fundament van de clubformatie van De IJsselstreek, de ploeg die de afgelopen jaren imponeerde op verenigingsniveau. De formatie van teammanager Marc Zonnebelt en renner Arne Peters wil zich tonen in de .2-wedstrijden en de vrije klassiekers. Met etappewinst en de gele trui in Olympia’s Tour toonde men zich al vast een snelle leerling op dit hogere niveau.
"Op de langere termijn willen we de beste continentale ploeg van Nederland worden"
Teammanager Marc Zonnebelt bouwde afgelopen najaar en winter samen met performance manager Kelvin Dekker aan de ploeg, die eenheid moet uitstralen. ‘’We hebben een leuke groep van renners die voor elkaar door het vuur wil gaan, er zijn geen eilandjes, de neuzen staan dezelfde kant op. We hadden al een deel van de vaste kern vanuit De IJsselstreek, maar met de nodige versterkingen van afgelopen winter erbij hebben we gewerkt aan een groepsgevoel. Dat doe je door veel samen te trainen. Maar we hebben ook bewust een trainingskamp gedaan in Spanje waarbij we in een huisje zaten. Dus moest er ook samen gekookt worden en opgeruimd en dat geeft dat je renners al leert ook op andere terreinen samen te werken en elkaars persoonlijkheid te leren kennen.’’
Het hoofddoel is om direct mee te draaien met de ploegen die al langer acteren op het continentale niveau, zegt de teammanager. ‘’In de 1.1-koersen willen we actief aan de koers deelnemen en hebben we met Roy Eefting een man om uitslagen te rijden. In de 1.2-koersen en de vrije klassiekers mag je verwachten dat we de koers mede maken en voor mooie uitslagen kunnen gaan. We wilden er eigenlijk direct staan. We hebben met Roy een sterke sprinter en hebben renners die zich zeker in de waaierkoersen goed staande kunnen houden. De door ons gewonnen ploegentijdrit in Olympia’s Tours was alvast een hoopgevend begin. Op dat onderdeel ligt zeker onze kracht.’’
Renner Arne Peters gaf smoel aan het eerste succes van de ploeg in de oudste etappekoers van het land. Na de door Allinq gewonnen ploegentijdrit droeg hij twee dagen het geel van de nieuwe klassementsleider. "Dat is een onderdeel waar we veel op trainen. Vanuit het verleden was er een sterk basisblok en die jongens waren goed op elkaar ingespeeld. Daar ben ik bij gekomen en ik heb daar ook mijn plek in gevonden als schakel in een geoliede machine. We trainen er extra op, een keer of vijf richting een groot evenement. Dat hebben we er voor over, want we weten dat er wat te halen valt. Olympia’s Tour was voor mij persoonlijk een mooie investering waar het gaat om wedstrijdkilometers maken in functie van de komende maanden. Verder gaan we energie besteden aan het opzetten van een sprinttrein voor Roy Eefting, daar krijgen Jasper Schouten en ik een rol in. Dat is dan weer iets wat je niet op training kunt leren, je kunt wel een trainingskoers daarvoor gebruiken. Maar het is vooral veel wedstrijden rijden samen en de routine krijgen om bij elkaar te blijven, het goede moment te kiezen om eruit te komen en dan Roy te lanceren. Dat is leuk en lastig tegelijk om in de vingers te krijgen.’’
"Ik zou graag een steentje bijdragen om jonge coureurs wel hun profambities te laten waarmaken"
Met Roy Eefting is een troef genoemd, maar de ploeg heeft volgens Zonnebelt meer renners in huis die de ploeg in belangrijke koersen kunnen dragen. ‘’Ik verwacht veel van meer ervaren renners als Marien Bogerd (die ook mikt op het podium van het NK Tijdrijden, red.), Adne Koster, Aden Paterson en Tim Bierkens, maar jonge renners als Sam Gademan en Mike Bronswijk trekken zich nu al op aan dat niveau.‘’ Peters vult aan: ‘’Voor mij is het mooi en dankbaar om die jongens in de koersen te helpen waar ze ambities hebben. Ze in een Volta Limburg Classic in de eerste uren van voren in het peloton te helpen houden, zodat ze hun ambities waar kunnen maken. Ik ben nog niet eens zo heel lang wielrenner op dit niveau. Maar ik kan me wel handhaven voorin de groep.’’ Zonnebelt: ‘’Zowel de oudere als de jongere garde is momenteel zich aan het bewijzen om kansen te krijgen in belangrijke wedstrijden. We hebben niet echt de eindwinst in de Schwalbe Topcompetitie en de Holland Cup in het vizier, maar willen in de wedstrijden uit de reeks goed presteren. Op de langere termijn willen we de beste continentale ploeg van Nederland worden. Door onze huidige kopmannen te laten groeien met een beter programma met meer internationale koersen, maar ook door jonge renners toe te voegen, die de concurrentie met hen aangaan.’’
Peters geeft na een kort avontuur bij Alecto (waar hij halverwege het seizoen instroomde) en het inmiddels opgeheven Vlasman Team zijn loopbaan een nieuwe impuls op het continentale niveau. Al heeft de 26-jarige Apeldoorner bepaald geen profambities meer. Zoals zoveel renners in een UCI CT-team combineert hij de wielersport met een baan. ‘’Ik ben vertegenwoordiger bij Veloparts in Zuid-Nederland. Ik krijg de ruimte voor de sport, maar moet ook gewoon resultaten halen. Sowieso begon ik pas op mijn twintigste met wielrennen in wedstrijdverband, maar mijn loopbaan werd ook enigszins gehinderd door die twee coronaseizoenen die we hadden. Ik ben blij dat ik met mijn club De IJsselstreek kon doorstromen naar dit team. De basis van de ploeg is dezelfde met veel renners en ook begeleiders van vorig jaar, maar je merkt wel degelijk een professionalisering, in programma. Want er wordt ook van je verwacht dat je het niveau aankunt, het mag niet vrijblijvend zijn. Voor mij de uitdaging om die puzzel te maken met werk en sport. Maar dat moet lukken. Ik ga ervan uit dat ik na het geel van Olympia’s Tour nog bij meer mooie resultaten van het team betrokken zal zijn. Ik zou graag een steentje bijdragen om jonge coureurs wel hun profambities te laten waarmaken. Maar ik kijk ook uit naar een eigen kans op een topklassering. Een koers moet een beetje lastig zijn, met waaiers en dergelijke, om mij goed tot mijn recht te laten komen. Uiteindelijk ga je als ambitieuze sporter ook altijd voor een mooi eigen resultaat. Het liefst een overwinning. Dat motiveert je het meest om te blijven trainen en investeren in je sport. Het moet een mooie mix worden van rijden voor eigen kans en jezelf geven voor de teamprestaties.’’
Tekst: Roy Schriemer
Foto's: Sportfoto
