Thorwald Veneberg hoopte vooraf op drie medailles, maar op het WK op de weg in het Noorse Bergen werden het er vier, en drie ervan hadden dankzij Annemiek van Vleuten, Tom Dumoulin en Chantal Blaak een gouden kleur. De oud-prof – die na de Olympische Spelen van Rio van functie wisselde met Johan Lammerts – kon zich nauwelijks een beter debuut als bondscoach van de elite-mannen én -vrouwen wensen. “We kunnen de komende jaren vaker om alle prijzen meedoen. Je moet dan wel bespaard blijven van pech en andere factoren mee hebben die invloed hebben op het resultaat. Dat was nu het geval.”
Veneberg benadrukte meerdere keren dat hij het succesvolle WK in Bergen niet als zijn succes wil claimen. “De sporters hebben het talent, moeten de opoffering brengen en het op het moment zelf ook daadwerkelijk waarmaken. Daarbij levert de gehele staf een belangrijke bijdrage. Bovendien heb ik bij het vieren van de medailles ook oud-bondscoach Johan Lammerts nadrukkelijk in het succes betrokken. Een dergelijk succes komt niet uit het niets. Het kent een basis van de afgelopen jaren. We hebben momenteel een succesvolle lichting sporters bij de elite-categorieën en ik hoop en verwacht dat we met deze groep nog meer succes kunnen behalen de komende jaren. Uiteraard moet je dan wel bespaard blijven van pech.”
Minder uitgesproken kopman
De bondscoach kan wel benadrukken wat zijn eigen inbreng is en hoe die verschilt met zijn voorgangers. “We zijn dit jaar met een minder uitgesproken kopman of kopvrouw de koersen in gegaan en zonder al te strak vooraf bedacht scenario. Samen met de sporters hebben we meer geanticipeerd op de ontwikkelingen in de wedstrijd. De sporters konden daarop inspelen tijdens de race. Ik moest daarbij natuurlijk wel een aantal knopen doorhakken. Uiteindelijk hebben verschillende sporters soms ook tegengestelde belangen. Maar dat verliep hier heel goed en in de wegwedstrijden zag je dat er ook tot twee keer toe echt een team stond. Daarmee leek die werkwijze te werken, al wil ik vooral mezelf niet op de borst kloppen, maar wijzen naar het grotere plaatje. Ik heb daar een aandeel in, maar meer ook niet.”
"Ik heb daar een aandeel in, maar meer ook niet.”
Ook kansen in wegwedstrijd mannen
De successen in de tijdritten met Tom Dumoulin en Annemiek van Vleuten kunnen zeker meer navolging krijgen de komende jaren meent hij, net zoals dit geldt voor het goud in de wegwedstrijd voor de vrouwen. “Ja, en bij de vrouwenwedstrijden – tijdrit en wegwedstrijd - hebben we zeker ook nog meer troeven zoals je gezien hebt op dit WK. Maar ook in de wegwedstrijd voor de mannen zie ik in de toekomst kansen. Bij de mannen hebben we op alle terreinen sterke troeven in huis. We hebben renners die etappes en eindklassementen in grote ronden en ook klassiekers kunnen winnen. In de sprint ontwikkelen jonge renners als Dylan Groenewegen en Danny van Poppel zich ook in hoog tempo. Ik ben ervan overtuigd dat ze in de loop der jaren ook in aankomsten die we hier aantroffen een rol van betekenis kunnen spelen. En dan hebben we op alle parcoursen kansen. En komt die medaille – ook die gouden – ook een keer.”
