Lucinda Brand behoort zowel op de weg als in het veld tot de wereldtop. De overstap van weg naar veld en andersom gaat echter niet altijd zonder slag of stoot. Hoe zorgt Brand ervoor dat ze de omschakeling zo snel mogelijk maakt? We vroegen het haar.
''Bij wegwielrennen moet je meer geduld hebben en komt het aan op een tactisch spelletje tussen de rensters, terwijl je in het veldrijden meer over technische vaardigheden moet beschikken. Na het wereldkampioenschap veldrijden in Bogense ben ik meteen naar Spanje gereisd. Ik heb een kleine week rustig aan gedaan, van de zon genoten en daarna heb ik me aangesloten bij de ploeg. Die week rust was niet eens zozeer noodzakelijk qua fysiek, maar meer voor mijn hoofd. Het werkt goed voor me als ik het fietsen even los kan laten.''
Intervallen
Met een derde plaats in Dwars door Vlaanderen en een negende stek in de Ronde van Vlaanderen, boekte Brand in het voorjaar direct een aantal aansprekende resultaten op de weg. Toch erkent ze dat de omschakeling niet zomaar gemaakt is.
''Op de weg merk ik vooral dat ik moeite heb met de lengte van het doortrekken. De aanzet in het veldrijden is veel korter en dus keer je veel eerder terug naar het basistempo. Ik merk dat ik snel herstel van korte inspanningen, maar die inspanningen zijn op de weg nog iets te kort. De drie minuten waardes moet ik nog aansterken. Daar train ik dan ook op. Dat is niet leuk, want het is onwijs pijnlijk, haha. Maar ik heb het nodig om te verbeteren op de weg.''
''Op de weg merk ik vooral dat ik moeite heb met de lengte van het doortrekken.''
Hoewel Brand zich tijdens het winterseizoen ook focust op duurtrainingen heeft ze na het wereldkampioenschap veldrijden toch voornamelijk uren gemaakt. ''Ten opzichte van mijn ploeggenoten liep ik qua uren toch wel achter. Ik maak natuurlijk ook wel uren tussen de crossen door. De duurtrainingen tijdens het veldritseizoen en tijdens het wegseizoen verschillen niet eens zozeer. In de winter zijn ze soms korter, maar dat komt vooral door de kou tijdens die periode.''
''Met slecht weer is het lastiger om vijf uur te maken. Het verschil zit hem vooral in het feit dat mijn ploeggenoten op trainingskamp dagen achtereen zo’n lange duurtraining doen, terwijl ik dan in competitie ben. Dan kun je simpelweg niet iedere dag een lange training doen. Dus beperk je dat tot één of twee keer per week.''
Met de lange trainingen in de aanloop naar het voorjaar wilde Brand vooral haar basisniveau opbouwen. Trainen op duurvermogen en explosiviteit combineert Brand. ''De testen van mijn drie minuten waardes waren ook echt minder dan van mijn ploeggenoten. Ik heb de voorbije tijd veel van dat soort inspanningen gedaan. Dat is voornamelijk met het oog op de finale van een koers.''
''Als ik bijvoorbeeld een rustige duurtraining deed, dan pakte ik het laatste uur nog een aantal intervalletjes mee. Daarmee bootste ik de koers enigszins na. Het begin van een koers gaat natuurlijk ook relatief rustig en aan het einde moet je pas knallen.''
''Na een wegseizoen moet ik altijd weer onwijs wennen aan de crosstrainingen.''
Aanzetten
Brand benadrukt dat de omschakeling van veld naar weg makkelijker te maken is dan andersom. ''Na een wegseizoen moet ik altijd weer onwijs wennen aan de crosstrainingen, omdat je dan weer telkens uit het zadel moet. Daar ben ik ook bewust mee bezig gedurende het jaar, omdat ik geen saaie wegwielrenner wil worden die alleen uit het zadel komt als het echt moet. Tijdens het wegseizoen probeer ik niet te vergeten ook na een simpele bocht even op de pedalen te gaan staan en twee flinke trappen te doen. Op die manier probeer ik die snelle aanzet een beetje te onderhouden.''
Toch is vooral de techniek op de fiets het grootste euvel na een wegseizoen, waarbij techniek een veel kleinere rol speelt dan in de modder of het zand. ''In de cross zit je veel minder stijf op de fiets en moet je je fiets het werk laten doen. De bewegingen op de weg zijn veel grover. Dus het is niet gek als je er weer even in moet komen.''
Samenvattende tips
- Maak uren na het veldseizoen
- Doe regelmatig intervallen in het laatste uur van je duurtraining
- Train specifiek op je drie minuten waardes
- Onderhoud je aanzet tijdens het wegseizoen met het oog op het veld
