Bondscoach Gerben de Knegt gaat met een jonge groep van zeven mountainbikers naar het wereldkampioenschap in het Australische Cairns. Daarbij rekent hij alleen Anne Tauber – uitkomend bij de beloften-vrouwen – tot de echte medaillekandidaten. “Dat heeft Anne een seizoen lang bewezen. Ik ga haar niet met de druk van favoriete voor de wereldtitel opschepen, maar als alles mee zit, is alles mogelijk voor haar. Van de anderen vraag ik vooral inzet en een bevestiging dat er op termijn meer in zit voor hen.”
De Knegt draait er niet om heen: hij vindt het jammer dat Mathieu van der Poel niet mee reist naar het WK. “Maar ik heb daar wel begrip voor. Gezien zijn veldritambities voor komende winter is dat een logische keuze. Wel scheelt het ons op het WK MTB direct een medaillekandidaat.” Bij de elite-mannen is Michiel van der Heijden nu de enige Nederlands afgevaardigde. De nationaal kampioen was twee keer wereldkampioen, één keer bij de junioren en één keer bij de beloften. De Knegt: “Maar de afgelopen twee jaren bij de elite bleek de stap naar de top groot. Michiel is ervan overtuigd dat hij op dit parcours in Cairns op basis van zijn technische capaciteiten hoge ogen kan gooien. Hij mag mij bewijzen dat hij bij de elite-mannen goed mee kan doen. Een topklassering zal dat hier niet opleveren, maar ik hoop wel perspectief te zien dat dit in de toekomst wel het geval kan zijn.”
Kansen bij de vrouwen
Bij de elite-vrouwen is De Knegt juist heel hoopvol gestemd over Anne Terpstra. “Met haar zevende plaats op het Europees Kampioenschap heeft Anne zichzelf echt overtroffen. In de wereldbekers eindigt ze vaak tussen de 15e en 20e plek, maar met een echt goede dag én als kampioenschapsrenster kan ze wellicht richting de top 10 kijken. Dat bewees ze met een top 10-klassering in Val di Sole vlak voor het WK al. Het meest positieve vind ik echter dat Anne opnieuw laat zien een evenwichtig en sterk seizoen te rijden, met haar hoop ik dat ze de stijgende lijn richting Tokio 2020 nog verder kan doortrekken.” Nederlands kampioene Anne Tauber is dan weer de uitgesproken favoriete in de Nederlandse equipe voor een medaille. Zij komt uit in de categorie beloften-vrouwen. “Gezien haar prestaties van dit jaar mag je verwachten dat ze meestrijdt voor eremetaal. Dat heeft Anne een seizoen lang bewezen. Ik ga haar niet met de druk van favoriete voor de wereldtitel opschepen, maar als alles mee zit, is alles mogelijk voor haar op dit WK. Met een zesde plek in Mont Saint Anne bij de elite-vrouwen liet ze opnieuw zien over grote mogelijkheden te beschikken. Brons op het EK hoeft daarmee niet haar enige internationale medaille van het seizoen te worden.”
Beloften en junioren
Bij de beloften en de junioren zijn de verwachtingen minder hoog gespannen. “Junior Mick van Dijke is als eerstejaars een troef die wellicht top 10 kan rijden. Maar ik hoop vooral dat hij en wij de basis kunnen leggen voor een sterke prestatie op het volgende wereldkampioenschap. Van Milan Vader - die zelf heel hoog gespannen verwachtingen heeft – verwacht ik ook een hoge klassering, een plek tussen de eerste vijf en tien moet in principe mogelijk zijn bij de beloften. David Nordemann en Marc Bouwmeester starten in dezelfde klasse en zullen hopelijk ergens tussen de plekken 10 en 25 eindigen.
"Ze zijn nog jong, maar ik hoop dat ze hier een prestatie neerzetten, die richting de toekomst vertrouwen geeft."
Ze zijn nog jong, maar ik hoop dat ze hier een prestatie neerzetten, die richting de toekomst vertrouwen geeft.” Het parcours in Cairns is een klassieker, de Knegt reed er zelf als jonge mountainbiker al. “Maar het parcours is gemoderniseerd. De beklimmingen zijn korter geworden, de afdalingen technischer, er is een rockgarden. Het is een parcours geworden zoals we die ook in de wereldbekers tegen komen. Een rondje dus waar wij en alle andere deelnemers aan gewend zijn. De warmte kan een rol spelen, er heerst een subtropisch klimaat, maar we zullen een week lang kunnen acclimatiseren. Verder moete een jetlagprotocol (elke dag iets eerde opstaan) ervoor zorgen dat we ook aan het tijdsverschil gewend zijn.”