Patrick Somsen is 46 jaar, maar leeft het leven van een profwielrenner. Onlangs werd hij Nederlands kampioen voor renners van veertig jaar en ouder. Zijn geheim? “Je moet gewoon een beetje gek zijn.”
Op jonge leeftijd doet de fiets weinig met Somsen. Hij gebruikt het vervoersmiddel hoogstens om naar school te fietsen, maar wielrennen als topsport volgt hij niet. Dat verandert als twintiger en de passie voor de fiets is sindsdien altijd gebleven. “Eerst begon ik op de mountainbike met mijn zwager. Daarna kwam de racefiets pas in beeld. Ik ging al snel meerijden bij wielervereniging De Peddelaars, waar ik direct de beste bleek. Toen ik net nieuw was gingen we een weekendje naar de Ardennen en ik reed de wedstrijdrijders daar al snel zoek.”
"Als ik naar mezelf kijk: ik moet gewoon fietsen"
Maarten Nijland
Op dat moment kan Somsen technisch gezien echter nog niet goed overweg met de fiets. Bochten rijden gaat hem moeilijk af. Dat onderdeel leert hij pas als hij gaat veldrijden. Dat wil de eigenaar van een tegelzetbedrijf dan ook graag meegeven: je bent nooit te oud om te leren. “Bochten rijden heb ik geleerd van ex-veldrijder Maarten Nijland. Het maakt koersen zoveel makkelijker, want het spaart veel energie. Ik snapte bovendien weinig van het spelletje. Als er eentje wegreed, dan sprong ik er direct achteraan. Ik reed alle gaten dicht en iedereen in het peloton wist dat van me.”
Naarmate de tijd vordert, verandert zijn benadering. Somsen weet zijn kracht om te zetten in mooie resultaten. Dit jaar kroont hij zich bijvoorbeeld tot nationaal kampioen op de weg bij de Masters 40+. “Ik doe weliswaar meer aan veldrijden, maar dit jaar waren de beentjes ernaar en dacht ik: ach, ik doe weer eens mee aan het NK op de weg. Normaliter moest de sterkste altijd alles oplossen en ik wilde niet meer meedoen aan die ongein. Maar dat ik dit jaar nationaal kampioen werd was wel heel mooi om mee te maken.”
Somsen erkent dat op zijn leeftijd vrijwel altijd dezelfde renners goed zijn. “Dat zijn een stuk of vijf gasten. Jongens die er het hardst voor trainen en er de meeste tijd insteken. Als ik naar mezelf kijk: ik moet gewoon fietsen. Als ik het niet doe, dan voel ik me niet lekker. Het is een verslaving geworden. De een rookt een pakje sigaretten en ik moet gewoon een kilometer of veertig fietsen elke dag. In ieder geval bijna elke dag. Of ik gericht werk? Ja, zeker weten. Vroeger maakte ik enkel uren, terwijl ik nu veel meer blokken in mijn training opneem. Dat heb ik zelf uitgevogeld door me te verdiepen in de materie.”
Alcohol
De bevlogen Achterhoeker erkent dat hij tegenwoordig met meer spierpijn uit bed stapt dan twintig jaar geleden, maar tegelijkertijd gaat het fietsen hem nu wel makkelijker af. “Fietsen is echt een lifestyle voor me. Ik train niet alleen op de fiets, maar ook ernaast. Ik ben heel bewust bezig met rusten en herstellen na een rit. En voeding natuurlijk. Vroeger dronk ik regelmatig een biertje. En als ik naar bijvoorbeeld de kermis ging dronk ik ook weleens te veel. Maar ik drink inmiddels al drie of vier jaar vrijwel niets meer. Af en toe een wijntje, maar nooit te veel. Dat scheelt ook gewoon heel veel. Je trainingen zijn dan niet voor niets geweest.”
Het enige verschil tussen Somsen en de profs is dat de profs langer op hun fiets zitten en meer tijd hebben om te rusten na hun inspanningen. “Maar ik train ook heel veel, alleen gaat bij mij de wekker weer om half zes. Als ik na een training ’s avonds om negen uur thuiskom dan is dat niet bevorderlijk voor mijn herstel, maar thuisblijven van werk is ook geen optie natuurlijk. Of het mentaal weleens moeilijk voor me is zo te leven? Nee, het gaat allemaal vanzelf voor me. Als tip zou ik meegeven dat je ook op oudere leeftijd gericht moet trainen. En daarnaast moet je gewoon een beetje gek zijn om het op deze leeftijd vol te houden.”
Tips voor wielrennen op latere leeftijd:
- Train ook op latere leeftijd gericht
- Verdiep je in zaken als trainingsleer en voeding
- Drink niet te veel alcohol
- Wees een beetje gek
Foto's: Sportfoto.nl | Patrick Somsen
