Zowel op de teamsprint als op de keirin gaat Matthijs Büchli op dit WK voor niets minder dan goud. De vice-olympisch kampioen op de keirin voelt zich sterker dan ooit en denkt op de genoemde twee onderdelen een goede kans te maken op de winst. "Raar om te zeggen misschien, maar ik ga niet over mijn eigen gevoel liegen. De realiteit is dat ik twee onderdelen kan winnen", zegt de renner van BEAT Cycling Club, die zich kanshebber voor het sprinttoernooi waant.
Een week voor het WK zit het met het zelfvertrouwen bij Büchli dus wel goed. Hij snapt dat hij de lat heel hoog legt voor zichzelf. "De teamsprint voelt voor ons soms eigenlijk bijna als ‘de zege eventjes ophalen’. We hebben ook zo’n sterk team. Met de tijden van de testdag (gereden om de meest optimale teamsprintbezetting te krijgen, red) rijd je al podium."
Voor ons is dat volle bak geven met honderd procent concentratie en voor mij persoonlijk is het als derde man een kwestie van aanhaken en doorbollen. Het lijkt me vreemd als we de finale niet kunnen halen, en eigenlijk moet je dan gewoon winnen. Je zit echter ook een jaar dichter op de Spelen. De Fransen, Britten en Nieuw-Zeelanders (met René Wolff als bondscoach) zullen een grote stap erbij doen. Dat kan gevaarlijk zijn."
Deceptie van Apeldoorn
Ook op de keirin wist de renner van BEAT zich deze winter echt te onderscheiden. "Ik vind dat ik in de finale moet staan en vervolgens podium moet rijden. En ik wil winnen, sterker nog, ik móét bijna winnen als je mijn resultaten vanaf de Olympische Spelen ziet. Het was vorig jaar ook zo’n deceptie op het WK in Apeldoorn dat ik vierde werd. Ik wilde daar nog de underdog zijn, maar de tegenstanders dachten daar toen al anders over. Iedereen reed op mijn wiel en deed pas wat als ik het deed.
"Het lijkt me vreemd als we de finale niet kunnen halen, en eigenlijk moet je dan gewoon winnen."
Hij is gelukkig weer sterker geworden en wist in de wereldbekers een aantal keren zijn strategie in goud om te zetten. "Het zou dit keer balen zijn als ik geen wereldkampioen word. Het is raar om te zeggen, want het is een WK, maar ik kan niet over mijn eigen gevoel liegen. De realiteit is dat ik twee onderdelen kan winnen."
Outsider op de sprint
Vervolgens rijdt Büchli ook nog de sprint. "Ik jaag al jaren op een keirintitel, dat onderdeel wil ik het liefst winnen. Op de sprint ben ik vooral heel benieuwd wat ik kan doen. De wereldbekers verliepen beter dan gedacht, dus je mag er iets van verwachten. Ik zie mezelf niet als topfavoriet, maar bij de beste outsiders reken ik mezelf wel. Als het een beetje uitkomt kan ik daar ook podium rijden. Vooral omdat het wedstrijdschema ideaal is."
"Na de keirin heb ik een rustdag, maar ik moet het toernooi door, ik ben het best als iedereen moe is. Verder had ik de kilometer graag nog gereden. Ik reed voor het eerst in jaren een kilometer vorig jaar en toen werd ik Europees Kampioen. Met die tijd kun je ook hier op het WK hoog eindigen, maar het past nu niet in het programma."