Judy Baauw stond vier jaar geleden als derde op het podium van het wereldkampioenschap in Baku en vorig jaar was er zilver voor deze BMX-ster. Als ze die lijn door kan trekken, staat ze in Nantes op de hoogste trede van het podium. Maar ook Baauw weet dat dit soort garanties niet gelden in de sport. Ze zal in Frankrijk op het beste van haar kunnen moeten presteren om tot de eindstrijd door te dringen en daar de winst te pakken. Maar die ambitie is er.
‘’Ik heb me ten doel gesteld om voor de Olympische Spelen in Parijs (2024) een keer de wereldtitel te winnen. In Nantes zou ik graag direct mijn slag slaan’’
Het was voor Baauw aanvankelijk lastig om weer de volle focus te krijgen in de wedstrijden dit seizoen. ‘’Je bent lang bezig met de Olympische Spelen en als die wedstrijd voorbij is, dan is het weer even zoeken naar nieuwe doelen. Ik was er fysiek wel klaar voor om ook dit jaar weer te presteren, maar mentaal was ik soms wat te vlak, ontbrak de focus. Al ging dat later in het seizoen al beter. Voor het WK heb ik gelukkig nooit moeite me te motiveren. Dat is een groot doel. Na een opeenvolgende vierde, derde en tweede plek weet ik dat het mogelijk is voor het hoogst haalbare te gaan. Op een WK ben ik altijd net wat meer geconcentreerd, kan ik de gezonde spanning in prestaties omzetten. Ook gezien het seizoen mag ik er best met verwachtingen naar toe vertrekken. In de wereldbekers in Glasgow was ik derde en vierde, op Papendal stond ik helaas maar één keer in de finale, maar dat zegt meer over het niveau in de breedte dan over mijn prestaties. Nog niet zo lang geleden wist je dat je kon winnen als je de laatste bult voor de eerste bocht goed wist te springen, nu moet je die goed springen, om in de finale te kunnen staan. Er is een jonge lichting die uitstekend presteert met de Britse Bethany Shriever en de Zwitserse Zoe Claessens voorop. De sport ontwikkelt zich snel en stilstaan in je ontwikkeling kan niet, want dat betekent dat je voorbijgereden wordt.’’
"Ik moet het van het eerste stuk hebben en kan dat soort sprongen ook goed aan"
Sterk en fris aan start
Richting het WK is door de Nederlandse ploeg onder leiding van de nieuwe bondscoach Martijn Jaspers veel werk verzet om er te staan in Nantes. ‘’We zijn halverwege juli nog naar Nantes geweest geweest om daar het voor iedereen tot dan toe onbekende baan van het WK te bekijken. Dat was wel een voordeel, want behalve de Fransen (die er hun kampioenschap hielden) had tot de baanverkenning vlak voor het WK niemand op de baan gereden. Voor mij werkt dat altijd goed om even op de baan te hebben gereden, even te zien hoe het hotel eruitziet. Dan weet ik wat ik verwachten kan en hoef ik daar geen energie meer aan te besteden in het WK-weekend zelf. In de voorlaatste week voor het WK hebben we rust genomen en in de week voordat we afreisden, hadden we een ‘taperweek’. Daarin doen we geen intensieve trainingen, maar ligt de nadruk op de kwaliteit van de training. Zo staan we straks sterk en fris aan de start van het WK in Nantes.’’ Behalve van de jonkies Shriever en Claessens ziet Baauw de concurrentie vooral komen van haar al meer ervaren landgenote Laura Smulders en Elise Willoughby. Het WK zal straks voor het eerst bestaan uit twee wedstrijddagen. Op zaterdag 30 juli worden de voorrondes gehouden, op zondag 31 juli volgen dan de kwartfinales, halve finales en finales. ‘’Het systeem dat we van de Olympische Spelen kennen eigenlijk. Normaal werd een WK altijd op één dag verreden. Het vraagt wat meer van je concentratie, want je moet twee dagen gefocust zijn en na je dus ook voor een tweede wedstrijddag opnieuw opladen. Maar dat geldt voor iedereen natuurlijk.’’
Van de verkenning keerde Baauw enthousiast terug. ‘’Normaal kent iedereen alle parcoursen goed en weet je vooraf wat je te wachten staat. Veel rondjes lijken ook op elkaar, maar hier ligt echt wel een andere indeling en dat betekent dat iedereen zijn draai moet vinden op de WK-baan. Het grote verschil met veel andere wedstrijden is dat de baan na de derde bult geen 180 gradenbocht heeft, maar een vrij lange bocht, waarmee je eerst naar de andere zijde van de baanoppervlakte gaat om vervolgens weer de binnenkant op te zoeken. Ook loopt de eerste bult wat op en is die technisch lastig te nemen. Voor mij is dat wel een voordeel. Ik moet het van het eerste stuk hebben en kan dat soort sprongen ook goed aan. Mijn doel is om als eerste door de eerste bocht te komen en dan vervolgens die plek vast te houden. De anderen moeten het meer van het laatste stuk hebben, dus ik moet echt proberen al een kleine kloof te slaan en mijn snelheid goed vast te houden. Het zou heel mooi zijn als ik die sterke lijn van de afgelopen jaren kan doortrekken. Ik heb me ten doel gesteld om voor de Olympische Spelen in Parijs (2024) een keer de wereldtitel te winnen. In Nantes zou ik graag direct mijn slag slaan.’’
📸 Navadanet
