Mathieu van der Poel weet de ogen van de MTB-wereld op zich gericht bij het wereldkampioenschap in Lenzerheide, maar volgens bondscoach Gerben de Knegt is de veelzijdige Brabander zeker niet de enige Nederlandse medaillekandidaat bij de mondiale titelstrijd op de mountainbike. “We hebben meerdere kandidaten voor eremetaal, maar wat me ook tevreden stemt, is dat we met al onze renners voorin de uitslag terecht kunnen komen in vier categorieën. Daarmee zitten we richting Tokyo in een goede uitgangspositie.”
Op het EK in Glasgow kon Van der Poel de lijn van het afgelopen wereldbekerseizoen niet doortrekken. Bondscoach Gerben de Knegt heeft daarna zijn verwachtingen voor het WK niet direct bijgesteld. “In potentie is Mathieu een kandidaat voor het podium. Met die insteek konden we de afgelopen jaren bij verre niet starten bij een WK voor mannen. Ik ben dan ook heel blij dat Van der Poel nog tot en met de Olympische Spelen van Tokyo wil blijven mountainbiken. Ik denk dat hij op het EK een mindere dag kende omdat hij te veel kilometers op de weg had getraind om goed bij de wegwedstrijd voor de dag te komen. Dat lukte, maar de omschakeling naar de MTB ging toen even niet. Dit seizoen heeft hij meerdere keren laten zien dat hij op het podium kan eindigen te midden van de wereldtop en dat is dan ook de insteek voor dit WK. Ik denk ook dat het parcours in Lenzerheide hem ligt. Hij heeft er eerder goed gepresteerd en er zijn meerdere delen in het traject waar hij zich thuis voelt. Zo is er een lange strook met wortels, iets wat hij goed aankan en als het nat is, is het zelfs enigszins glibberen en glijden. Als veldrijder is Mathieu dan in zijn element.”
Meer kansen
Maar De Knegt hoeft niet tot het slotonderdeel te wachten waar het gaat om oranje kansen bij de mondiale titelstrijd. “Dit seizoen halen we in meerdere categorieën hoopgevende resultaten. Niet iedereen kan van een podiumplaats dromen, maar klasseringen bij de eerste tien zijn voor de meesten van onze selectie wel realistisch. Bij de vrouwen hebben we met Anne Terpstra en Anne Tauber twee goed presterende rensters. Met Tauber hebben we een renster in huis die al podium heeft gereden in wereldbekers en daar ook nog een aantal keren dichtbij in de buurt was. Door de breuk van haar pink miste ze op het EK nog wat wedstrijdritme, maar bij de wereldbekermanches in Mont Saint Anne en La Bresse was ze al weer veel sterker op dreef. Hopelijk kan ze die lijn doortrekken op het WK. Ik ben blij voor Terpstra dat ze alsnog kan starten op de WK. Milan Vader (derde op het EK) en David Nordemann behoren tot de beste zeven beloften van dit seizoen. Het leverde al de nodige vierde, vijfde en zesde plekken op, maar op het EK was er opeens het brons voor Milan Vader. Een medaille die anders misschien wel naar Nordemann was gegaan als hij geen pech had gekregen. Een kampioenschap is een aparte wedstrijd en soms valt het kwartje dan net de goede kant op.”
Tweeling
Sophie von Berswordt is de troef van oranje bij de beloften-vrouwen. “Op het EK was ze achtste en daarmee laat ze zien dat ze op een goede dag zomaar bij de eerste tien op het WK kan rijden. De tweeling Mick en Tim van Dijke presteerde ook bovengemiddeld bij de junioren. Zij kunnen zeker ook voorin de uitslag eindigen. We hebben dus al met al meerdere kandidaten voor eremetaal, maar wat me ook tevreden stemt is dat we met al onze renners voorin de uitslag terecht kunnen komen in vier categorieën. Daarmee zitten we richting Tokyo in een goede uitgangspositie. We hebben het geluk van een sterke lichting, maar ik denk dat we er ook van profiteren dat we onze jonge renners kansen bieden in het internationale circuit. En dat ze zelf en met hun ploegen alles op alles zetten om richting de top door te stoten. Steeds betere (meer internationale) parcoursen in Nederland spelen ook een rol en verder kunnen de regiotrainers talenten onder hun hoede nemen. Zo hebben we een groter potentieel.”
