1 september 2024 gaat voor altijd de wielersportgeschiedenis in als de dag waarop Nederland haar eerste wereldkampioene mountainbiken kreeg in de persoon van Puck Pieterse. En dat niet alleen, het podium kleurde, door de fantastische tweede plek van Anne Terpstra, voor het grootste deel oranje. Een historische prestatie van beide rensters. En natuurlijk een fantastische bekroning op het werk van onze bondscoach Gerben de Knegt, de grondlegger van dit succes.
Exact vier weken na de teleurstellende mountainbike XCO-race op de Olympische Spelen bewees Puck Pieterse dat ze niet alleen bij de wereldtop hoort, maar ‘gewoon’ de beste mountainbikester van de wereld is. Maar alsof dat nog niet bijzonder genoeg is, trekt ze dat niveau door in verschillende andere disciplines binnen de wielersport. Want niet alleen op de mountainbike is Puck één van de besten, ook in het veldrijden strijdt ze al jaren mee om de medailles. En óók op de weg heeft ze inmiddels bewezen met de top mee te kunnen, getuige de recente etappewinst in de Tour des Femmes en de keuze van bondscoach Loes Gunnewijk om Puck op te nemen in de selectie voor het WK Wegwielrennen.
Geheim van multidisciplinair trainen
Daarmee zou je kunnen zeggen dat Puck Pieterse hét bewijs is van het succes van multidisciplinair trainen. Natuurlijk is dat wat kort door de bocht en spelen er nog andere factoren mee die ervoor zorgen dat ze succesvolle renster is, maar dat multidisciplinair trainen zorgt voor veel plezier, een brede basis en uiteindelijke sterkere en betere renners en rensters is duidelijk. Door bij de jeugd al te beginnen met een brede basis leren jonge wielersporters niet alleen verschillende disciplines kennen, maar ligt de focus ook veel meer op plezier maken. Op lekker een rondje fietsen met je vriend(innet)jes, op het spelenderwijs aanleren van technieken en op het ontwikkelen van je talent, ongeacht de uitkomst.
Dat zien we overigens ook terug bij de Paralympische atleten, waar renners als Tristan Bangma, Vincent ter Schure, Daniël Abraham en Martin van de Pol na hun baanwedstrijden van afgelopen week, vandaag (4 september) ook op de weg voor Nederland hebben gestreden om de medailles. En waar Jetze Plat het helemaal breed aanpakt, namelijk niet alleen diverse wielerdisciplines, maar het wielrennen te combineren met de triatlon én de marathon. En niet zonder succes! De medailleregen vandaag leverde gouden medailles op voor Marieke van Soest, Tristan Bangma en piloot Patrick Bos, Daniël Abraham Gebru, Mitch Valize en Jetze Plat, een zilveren medaille voor Chantal Haenen en een bronzen medaille voor Vincent ter Schure en piloot Timo Fransen.
Weg naar vitale en toekomstbestendige wielersport
Bij de jeugd, maar ook bij de nieuwelingen, junioren en beloften is multidisciplinair trainen een goede manier om jonge renners te blijven uitdagen en prikkelen om steeds nieuwe dingen te leren. Wat de KNWU betreft, is dit een goede manier om de jeugd op de fiets te houden, en te voorkomen dat de interesse in de wielersport bij deze groep verloren gaat. We geloven dat deze aanpak kan helpen om de dalende trend in de ledenaantallen te keren. Als KNWU willen we daar – onder andere met de nieuwe licentiestructuur – meer op inzetten. Door het mogelijk te maken dat renners met één licentie op hun eigen niveau in verschillende disciplines wedstrijden kunnen rijden, zorgen we niet alleen dat de wielersport in zijn algemeen toegankelijker wordt, maar stimuleren we ook de kruisbestuiving tussen de disciplines.
Zo waarborgen we een brede basis, houden we de wielersport vitaal én kunnen wielersporters – ongeacht hun niveau en leeftijd – op een gevarieerde en gezonde manier het beste uit zichzelf halen. En blijven we succesvol in de toekomst.
