De tijd tussen de Olympische Spelen van Parijs en het WK Baan in Ballerup is relatief kort. Dus kunnen alle ambities met betrekking tot de komende olympische cyclus niet direct in werking worden gezet. Toch wil bondscoach Nick Stöpler, in vergelijking met de Spelen, een bredere groep renners en rensters uit zijn selectie kansen geven. Zo komt Lorena Wiebes in actie op de scratch en krijgen Yanne Dorenbos, Philip Heijnen en Vincent Hoppezak de mogelijkheid om op belangrijke onderdelen te laten zien wat ze in huis hebben.
"In de niet-olympische jaren hebben we de ruimte om meer te rouleren"
Stöpler kijkt verder dan alleen dit Deense WK. "Samen met onze technisch directeur Wilbert Broekhuizen en mijn collega Hugo Haak zijn we druk bezig met het versterken van de structuur, het maken van nieuwe plannen en het aangaan van samenwerkingen. Bij de elitegroep wil ik de selectie de komende jaren ook bij de vrouwen verbreden. Daarnaast willen we jonge renners kansen geven, en onderzoeken we opnieuw of we wegrenners met een baanverleden een aantrekkelijk pad kunnen bieden om weer actief op de baan te worden. Ook is er op het gebied van talentontwikkeling veel te doen."
"Dit staat los van wat de renners die in Parijs 2024 actief waren hebben bereikt. Maike en Lisa zijn beiden superjong en hebben een geweldige medaille gewonnen in Parijs, en Yoeri en Jan Willem hebben een historische wereldtitel op de Madison behaald in 2023. Ik ben ontzettend trots op hen allemaal. Richting de Spelen vernauw je de selectie om ervoor te zorgen dat de deelnemers op hun topniveau presteren, maar nu is het moment om weer meer renners in beeld te brengen. Helaas is Maike van der Duin er nu niet bij, maar om goede redenen. Na een intens jaar gunnen we haar rust en ondersteunen we haar in een gedegen opbouw naar volgend jaar. Tegelijkertijd biedt dit de kans om bijvoorbeeld Lorena Wiebes een kans te geven op de scratch."
Testcase met Wiebes
Europees kampioene op de weg Lorena Wiebes had al eens aangegeven ook internationaal actief op de piste te willen zijn. "Lorena is iemand die in haar carrière graag dingen doet die ze leuk vindt en dat vind ik geweldig. Met dit WK wil ze ervaren hoe de baan voor haar is. Het is een testcase en we zijn benieuwd hoe het zal verlopen. We hadden ook Mischa Bredewold willen inzetten op de individuele achtervolging, maar helaas hadden we als land niet genoeg punten om een startplek te krijgen."
"In een breder verband willen we breder kijken dan de Madison en na de vijfde plaats op het WK in Parijs van 2022 weer aan de slag met de achtervolgingsploeg bij de vrouwen. Maar dit WK kwam hiervoor te snel en het opzetten van een echt competitieve achtervolgingsploeg vergt ongelooflijk veel werk. We hebben te weinig capaciteit en te goede renners om drie jaar lang de wereld af te reizen voor achtste plekken. We hebben plannen ingediend om onze capaciteit te vergroten en gaan in de winter aan de slag om dingen gereed te maken en met stakeholders in gesprek te gaan. De uitdaging zit hem vooral in een lastige UCI-kalender met overlap tussen baan en weg, en de ruimte die renners in Nederland krijgen om ook op de baan actief te zijn, ondanks de inmiddels ontelbare voorbeelden van succes.’’
De afwezigheid van Van der Duin betekent ook een andere bezetting van de Madison bij de vrouwen. "Marit Raaijmakers en Lisa van Belle hebben al op internationaal niveau samengewerkt, onder andere op het EK in Apeldoorn en wonnen een medaille tijdens de Nations' Cup in Hong Kong. Ze vormen samen een heel sterk team. Natuurlijk houden we rekening met het feit dat Lisa momenteel een moeilijke periode doormaakt, dus we willen dat ze zonder druk afreist naar Ballerup. In mijn selecties staat de mens op de eerste plaats."
"Dit is de start van een nieuwe cyclus en het WK is een mooie aftrap"
Veel kansen bij de mannen
Bij de mannen eindigde de olympische cyclus in Parijs met de diskwalificatie van Jan Willem van Schip en Yoeri Havik. Beide renners doen mee aan het komende WK, maar niet op alle onderdelen waar we ze gewend zijn te zien. Stöpler benadrukt dat hier geen conclusies aan verbonden mogen worden. "We willen weer meer renners de kans geven, en het is niet zo dat we automatisch dezelfde renners op dezelfde nummers inzetten waar ze eerder succesvol op waren. Voor je het weet, ben je twee jaar verder en staan goede renners te lang aan de zijlijn. In de niet-olympische jaren hebben we de ruimte om meer te rouleren."
"We hebben met Yanne Dorenbos (omnium), Vincent Hoppezak (scratch en Madison) en Philip Heijnen (puntenkoers) renners die zich internationaal al hebben bewezen en die kunnen meestrijden om de medailles. Tegelijkertijd houden we ook oog voor jonge talenten en onderzoeken we of we wegrenners met een baanachtergrond weer naar de piste kunnen laten komen."
Op dit WK rijdt Jan Willem van Schip de afvalkoers en Yoeri Havik de Madison. Stöpler benadrukt dat dit niets te maken heeft met de diskwalificatie in Parijs. "Natuurlijk niet. We begrijpen overwegingen van de jury om tot deze beslissing te komen. Dit soort dingen gebeuren in wedstrijden op het scherpst van de snede. Jan Willem en Yoeri stonden op het punt een ronde te nemen in een bloedhete hal in een wedstrijd waarin iedereen al veel had gegeven. Op dat moment maakte Jan Willem een fout die er slecht uitzag en die zwaar werd bestraft, terwijl er zijn veel vergelijkbare situaties zijn die niet of veel milder bestraft worden. Hij had de situatie verkeerd ingeschat."
"Ik heb tijdens die Madison veel ervaren renners beginnersfouten zien maken; hier kun je je alleen iets bij voorstellen als je met extreme hitte extreme prestaties moet leveren. Maar in Parijs kwamen de jongens voor een medaille, dus met die Madison zijn we helemaal niet meer bezig. Ik vind het heel leuk dat we dit WK met een mix van debutanten en ervaren renners beginnen, waaronder meervoudige wereldkampioenen, en dat de gemiddelde leeftijd jong is, namelijk 25. Dit is de start van een nieuwe cyclus en het WK is een mooie aftrap. Het is een interessante periode, omdat we naast dit WK ook druk bezig zijn met plannen en een visie die invloed zullen hebben op onze competitiviteit in LA 2028."
