Na een jarenlang dienstverband bij Team Jumbo-Visma moest Bert-Jan Lindeman (32) afgelopen winter op zoek naar een nieuwe ploeg. Die vond hij in het Zuid-Afrikaanse Team Qhubeka ASSOS. We vroegen Lindeman naar de succesvolle Giro d’Italia van de ploeg, zijn aanpassing en de Qhubeka-foundation.
"Ik kon mijn ervaring kwijt in de sprinttrein van Giacomo Nizzolo."
Je hebt dit jaar de Giro d’Italia gereden. Met de ploeg wonnen jullie drie ritten, maar hoe ging het persoonlijk?
“Zelf had ik misschien nog iets harder willen rijden, maar al met al ging het goed, hoor. Met de ploeg, maar ook zelf kon ik het werk uitvoeren waarvoor ik was meegenomen. Ik kon mijn ervaring kwijt in de sprinttrein van Giacomo Nizzolo. Ik had daarnaast de rol gekregen om Domenico Pozzovivo op cruciale moment van voren te houden, maar hij viel en moest de koers snel verlaten. Dat was moeilijk, maar vervolgens kon ik ook mijn ei kwijt in de aanval. Dat pakte goed uit met de zege van Mauro Schmid in die graveletappe.”
Waarom viel het ineens op zijn plek voor jullie ploeg?
“Moeilijk te zeggen, maar het is niet dat we ineens heel anders zijn gaan werken in de Giro d’Italia. Je moet niet vergeten dat we zo’n beetje een volledig nieuwe ploeg hebben en dan is het gewoon wachten tot iedereen aan elkaar gewend is en het eens de goede kant opvalt. Dat krijg je door ervaring met elkaar op te doen en dat komt er langzaamaan in bij ons. Als iedereen aan elkaar gewend is, zie je ook dat de individuele klasse van iemand als Nizzolo naar boven komt.”
Hoe ben je afgelopen winter terechtgekomen bij Team Qhubeka ASSOS?
“Heel veel solliciteren. Ik heb veel mailtjes gestuurd en belletjes gepleegd. Het was allemaal op het laatste moment, maar ik voel me thuis bij de ploeg en kan het met iedereen heel goed vinden. Als je eind november nog zonder ploeg zit, dan weet je dat het moeilijk wordt. Ik had bijna alle teams wel aangeschreven, maar deze ploeg had zelf ook lang geen duidelijkheid en zocht nog renners. Ik word bijna 32 jaar en dan sleep je niet zomaar een topcontract eruit. De plekken lagen niet voor het oprapen en ik heb me dan ook wel even zorgen gemaakt, ja.”
Had je een plan b?
“Nee, dat was er niet. Ik weet oprecht niet wat ik had gedaan. Ik had in ieder geval nog gefietst, maar ik heb geen contact gehad met een continentale ploeg, ofzo. Ik wilde per se op het profniveau actief blijven. Gelukkig heb ik er uiteindelijk niet echt over hoeven nadenken en is het allemaal goed gekomen.”
"Na zes jaar Jumbo-Visma is zo’n omgeving ook weleens fijn.”
Je komt van het gestructureerde Team Jumbo-Visma. Hoe anders wordt er gewerkt bij Team Qhubeka ASSOS?
“Bij deze ploeg moet je zelf meer verantwoording nemen, maar daartegenover staat dat je meer vrijheid krijgt. Van 10 tot 28 juli ga ik op hoogtestage. Bij Jumbo-Visma gaan ze waarschijnlijk met z’n allen naar Oostenrijk, terwijl ik het hier zelf moet regelen. Of neem het afnemen van PCR-testen: dat moet ik bij deze ploeg zelf regelen, terwijl ik bij Jumbo-Visma van de ploegleiding een tijd en locatie kreeg. Bij Team Qhubeka ASSOS krijgen we alle handvaten om te presteren, maar moet je zelf soms meer regelen. Na zes jaar Jumbo-Visma is zo’n omgeving ook weleens fijn.”
Voor de buitenwereld is het vooral een internationaal team. Waaraan merk je de Zuid-Afrikaanse roots nog?
“Vooral door de Qhubeka-foundation, dat ernaar streeft om zoveel mogelijk Zuid-Afrikanen een fiets te bezorgen. We krijgen het regelmatig te horen als er weer fietsen zijn afgeleverd. In ruil voor het planten van een boom of het opruimen van vuilnis kunnen kinderen een fiets verdienen waarmee de hele gemeenschap wordt geholpen. Een prachtig project dat ook écht onderwerp van gesprek is binnen onze ploeg. Als er geen corona was geweest, dan was tegen het einde van het jaar wel een project georganiseerd waarbij renners naar Zuid-Afrika zouden trekken om fietsen uit te delen en mensen te leren fietsen. Dan was het zichtbaarder geworden voor het grote publiek.”
Hoe gaat de rest van je seizoen eruitzien?
“Eerst richt ik me op het NK in mijn eigen provincie. Ik hoop zo kort mogelijk te eindigen. In 2012 heb ik al eens op het podium gestaan en het zou mooi zijn om daar weer bij in de buurt te komen. Later in het seizoen hoop ik geselecteerd te worden voor de Vuelta a España.”
